- Terug
- Zo was 't
- Vakmanschap op de hoek van de Jabbenweg
Vakmanschap op de hoek van de Jabbenweg
Afl. 111 – 01-12-2016
Het extra-mooie aan mijn “baantje” bij de Onstwedder dorpswebsite is, dat je met enige regelmaat oude foto’s, documenten, akten, enz. krijgt toegespeeld. Daarmee wordt op uitstekende wijze voldaan aan de wens, die ik in 1977 uitte aan het eind van mijn verhaal in het herdenkingsboek ‘Uneswido in Westerwalde’, om voor het nageslacht wat meer te bewaren dan hetgeen ik toentertijd in de twee voorafgaande jaren over het oude Onstwedde boven water had kunnen krijgen. “Schier waark, jonges en wichter!”
Al enige tijd geleden kreeg ik van Geert Draadjer materiaal toegespeeld over de stelmakerij /wagenmakerij die zijn voorgeslacht tot 1964 had op de plek – Havenstraat 11/13 – waar Geert en zijn vrouw Leny in de jaren daarna een bloeiende gereedschappen-winkel annex lijkkisten-makerij dreven.
Mede in het kader van de voorbije winterse nachten koos ik bij deze aflevering een lekker warm plaatje: een foto uit de jaren (19)’50, waarop Geerts vader, Steven Draadjer, met een stel helpers bezig is om een ijzeren loopvlak om het wiel van een boerenwagen te leggen. De vlammen slaan er aan alle kanten uit!
‘Draadjer’ is een naam, die in 1835 voor het eerst voorkomt in ons dorp. Vanuit het Duitse Glansdorf-Collinghorst •• (Kreis Leer, buurt van Rhauderfehn), - met waarschijnlijk Sellingen als tussenstop in de jaren 1820/’30 -, vestigt zich hier de dan 32-jarige Arend Alberts Drahtjer. Hij begint gelijk z’n eigen stelmakerij in een oude boerderij aan de Kerklaan (achter Brink 9). In datzelfde jaar 1835 trouwt hij met de weduwe van de jong overleden Vlagtwedder boer Harm Joling. Als we ’t willen hebben over een voortvarende aanpak van zaken, dan scoort deze Arend m.i. erg hoog: in één jaar heeft hij zich voluit in Onstwedde gesetteld. De 7 kinderen die uit het huwelijk voortspruiten, zorgen er vervolgens voor dat de familienaam Draadjer niet meer uit Onstwedde en omgeving valt weg te denken.
In een akte uit september 1865 vinden we, dat “… Jan Hindrik Hids en Jan Huiges in onze betrekking als boerrigters van het boerschap Onstwedde... hebben verkocht aan Steven Arend Draadjer (= de zoon van Arend A.), wagenmaker te Onstwedde... een perceel op de hoek van de Jabbenweg en de Keienstraat…” Hé, dat is aardig. Hier stoten we niet alleen op de plek waar de Draadjers sindsdien hun bedrijf hebben gehad, maar tegelijkertijd op 2 oude Onstwedder straatnamen. De “Jabbenweg” (die wij tegenwoordig kennen onder de sjiekere naam “Jabbingelaan”) en de “Keienstraat”, tegenwoordig “Havenstraat” geheten. In een tijd waarin bijna alle wegen bij ons zandwegen waren (behalve de “Strate” of "Heereweg", de oude benaming voor de “Dorpsstraat”) was de huidige Havenstraat kennelijk toen toch al met keien verhard. Eigenlijk ook niet zo vreemd, wanneer we er vanuitgaan dat hierlangs toch de hoofdverbinding met Vlagtwedde liep.
Na Steven komt Gerardus Draadjer. Hij is degene, die in 1908 begint met een eenvoudige vorm van mechanisatie: een hond die in een zgn. tredmolen rondloopt, drijft zo een lintzaag aan. Vijf jaar later maakt de hond plaats voor een petroleummotor. Vader Steven ziet dit allemaal hoogst verontrust aan. Hij verzucht:”Graddus, Graddus, mien jong. Doe bist dien centen gram, hè?” (=”Gerardus, m’n jongen. Jij weet kennelijk niet waar je je geld moet laten, hè?”)
Oll’ Steven moet later toegeven, dat het zware wagenmakerswerk toch wel wat gemakkelijker is geworden… In 1922 wordt overgeschakeld op elektrische aandrijving.
Honderd jaar, nadat de eerste Draadjer zich in Onstwedde vestigde, neemt ‘Steven-van-de-4e-generatie-Draadjer’ het stokje over. Velen van ons zullen hem beslist nog kennen.
Stevens zoon Geert zet het bedrijf, als gezegd, samen met z’n Leny vanaf 1962 voort. Al snel stelt de nieuwe generatie het werkterrein bij. Het boerenmaterieel wordt immers steeds zwaarder en ingewikkelder, terwijl de doorsnee-burger meer vrije tijd krijgt en actief in en om z’n huis gaat klussen. Handel in gereedschappen en het verzorgen van het onderhoud van kleine werktuigen ligt dan als nieuwe handel voor de hand.
In 1993 vinden Geert & Leny ’t genoeg geweest. Ze stappen uit de zaak. Dochter Gera heeft zich intussen in de apothekerij bekwaamd, zodat na 158 jaar een eind komt aan de meer dan goede naam die de Draadjer-familie in Onstwedde op het terrein van houtwerk en gereedschappen heeft opgebouwd. “Knap doan, Droadjers!”
•• Over de veelvuldige verbinding, die er ligt tussen Onstwedder families (-namen) en de Duitse grensstreek hebben we ’t al vaker gehad. De verbindingen tussen Westerwolde en met name het Duitse Ost-Friesland, Ems- en Münsterland zijn er vele. Niet voor niets had het oude Westerwolds dat zo’n 100 jaar geleden nog alom werd gesproken tal van woorden die rechtstreeks uit het Duits kwamen: teller (bord), heugoabel (hooivork), twijbak (beschuit).
Andersom kwam ook voor. Duits, dat half Gronings/Westerwolds is. Zo kwam ik als alternatieve namen voor Collinghorst bv. tegen: Huntjedörp en Cöllnöst. Naar aanleiding van die bijnamen wil ik u ten besluite een – weliswaar wat onfris – versje daarover niet onthouden.
“Hest Döst ? “Heb je dorst?
Gah den na Cöllnöst. Ga dan naar Cöllnöst.
Dar is en Hundje,(vgl. Huntje-dörp) Daar is een hondje
de pisst di recht in d’ Mundje...” die plast je rechtstreeks in het mondje...”
© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)