2 maart 2017
Afl. 118 – 02-03-2017

Vanaf ca. 600 à 700 wordt Westerwolde dus vanuit Duitsland opnieuw bevolkt. (De naam ‘Westerwolde’ geeft dat eigenlijk al heel duidelijk aan).
De dreiging van het veen is sterk verminderd. Dat veen rukt nu niet meer op, o.a. doordat de afwatering sterk is verbeterd door het verdwijnen van grote delen bos. De riviertjes in het gebied stromen sneller en voeren zo het overtollige water sneller en beter af.  
De 5 bekende Westerwoldse kerspelen (Onstwedde, Vlagtwedde, Wedde, Sellingen en Vriescheloo) gaan voorop in de her-kolonisatie. De gehuchten rondom zijn van latere datum, van de Late Middeleeuwen. Voor Ter Maarsch is dat, - zoals in de vorige aflevering vermeld -, ca. 1400. Else ter Ma(e)rse is de eerste die we daar bij name kennen.

Dat Ter Maarsch, - hoewel dus in een uithoek van Westerwolde -, als woonplek werd gekozen heeft alles te maken met het feit, dat het Westerwoldse arsenaal aan weide- en akkerbouwgebied erg beperkt was. Die gebieden lagen langs de Westerwoldse Aa-stromen, de Ruiten- en de Mussel-Aa. Toen de her-kolonisatie van Westerwolde snel toenam, kwam er ook snel gebrek aan weide- en akkergrond. De kleinere dorpjes als bv. Veele, Weende, Laude, Wollinghuizen ontstonden daardoor. Nog later de “Ter”-gehuchten als Ter Wupping, Ter Borg, Ter Wisch, Ter Haar en... Ter Maarsch. Veenhuizen komt nog iets later.

Gemakkelijk hebben ze ’t niet gehad, de Maarsinghs op “’t Huis Ter Maarsch”, zoals op oude landkaarten staat vermeld. De betiteling “Huis” mag dan wel een beetje lijken op bv. de woonstek van de beruchte Addinga-familie op “Huis te Wedde”, maar we moeten er maar niet van uitgaan, dat ook op Ter Maarsch oorspronkelijk een soort versterkte burcht heeft gestaan. Dan hadden ze die wel op bv. de Sikkenberg gebouwd.
Dat er bij een verbouwing van de oude Ter Maarsch-boerderij een hele reeks klooster-moppen zijn gevonden, zegt ook niks: die konden indertijd immers op de naburige Tichelberg worden gebakken. Bovendien komen/kwamen ze in veel meer oude boerderijen voor. Ze werden “gewoon” her-gebruikt na de afbraak van een oudere boerenhoeve; net als de eiken gebinten. Je zou wel gek zijn om nieuwe stenen te laten bakken, nieuwe eikenbomen te kappen. Het oude spul kon nog best een paar eeuwen mee... (En wij maar denken, dat we met het her-gebruik van oude spullen, re-cycling, modern bezig zijn…).

Uit de oudst bekende akten (ca. 1500) blijkt, dat de Maarsinghs zich dan al een positie hebben verworven, die hen qua grondbezit en –rechten onafhankelijk maakt van hun Onstwedder buren. Dat past ook helemaal in het plaatje, dat van de Maarsinghs opdoemt in de eeuwen daarna. We kunnen ze op z’n minst enigszins eigenzinnig noemen. Waarbij we gelijk moeten aantekenen, dat het lef dat ze regelmatig ten toon spreiden veelvuldig blijkt gestoeld te zijn op bovengemiddeld (in)zicht in komende ontwikkelingen. Dat blijkt bv. als het veen, na de eerdere bedreiging die ’t vormde, een gewilde brandstof (= turf) wordt waarvoor heel Nederland goed geld wil betalen. De Maarsinghs zijn er in onze regio als eersten bij. Zij vormen daarbij bv. als de Stad Groningen het Stadskanaal wil laten graven (ca. 1800; om niet alleen aan de handel op hun turfmarkt, maar ook aan het transport optimaal te verdienen), een taaie onderhandelingspartner.

Als duidelijk wordt, dat de grond die na het afgraven van het hoogveen overblijft, een prima basis is voor landbouw-akkers, zijn de Maarsinghs er opnieuw snel bij. Op het kerkhof bij de Juffertoren staat nog altijd het grafmonument van “landeigenaar en vervener” Otto Coops Maarsingh (geb. 1819). Voor Otto’s vader, (uiteraard) een Aycke Maarsingh, werd trouwens al eerder dezelfde betiteling gebruikt. Dat de Maarsinghs sindsdien ook in Stadskanaal en bv. Vledderveen inheems zijn geworden, zal u derhalve niet verwonderen.

Laatstgenoemde Aycke (geb. 1793) is overigens ook in een heel ander opzicht een eigenzinnige Maarsingh. Waar de Maarsinghs door de eeuwen heen verwant zijn geraakt met vrijwel alle traditionele Westerwoldse boerengeslachten, haalt Aycke z’n vrouw uit het Drentse Vries: Margrietha Ottes Coops. Ze is de dochter van een (niet onbemiddelde) café-houder annex “landspander” (= landverhuurder). Ik weet niet hoe en wat er in Onstwedde/ Veenhuizen over haar is gesproken, maar ik schat in dat ze beslist niet met open armen zal zijn ontvangen. “Hefst heur al zain? Dat import-Drèntie van Aike Moars’n...”.
(Als Aycke en Margrietha in 1816 trouwen woont zij trouwens bij haar dan rentenierende en weduwnaar geworden vader in Nieuwe Pekela).
Margrietha raakt echter snel ingeburgerd, zowel op de nieuwe boerderij die Aicke voor hen beiden heeft laten bouwen (= de boerderij waar Jan & Henriëtte Maarsingh-Kruize nu wonen) als in het Onstwedder/Veenhuizer sociale leven. Wat we van haar weten is, dat ze in haar doen en laten alle kritiek heeft doen verstommen en respect heeft afgedwongen.

Eén ding is bij Ter Maarsch, bij die Maarsinghs, ont-zet-tend jammer: er bestaan bijna geen foto’s van hun doen en laten in oude tijden. Er zijn wel familiefoto’s, maar ze vonden het vastleggen van hun activiteiten kennelijk de moeite niet waard. “Zunde van de centen!”
Bij alle visie die de Maarsinghs door de eeuwen heen heeft gekenmerkt, hadden ze toch minstens óók moeten voorzien dat het Onstwedder Historisch Archief anno 2017, vol dankbaarheid hun Maarsinghse-wel-en-wee-in-plaatjes voor het nageslacht zou willen bewaren…

Hoewel dus vrijwel zonder plaatjes, de naam van het ‘Ter Maarsch-geslacht’ zal in onze regio nog wel een tijdje blijven doorklinken. Verschillende telgen van het geslacht vinden ’t haast te bont gemaakt, maar de feiten liggen er. Ik bedoel de – in elk geval – 15 (“Ik zegge die: vieftien!”) namen van straten, gebouwen, wijken, enz. die In Stadskanaal vernoemd zijn naar (het voormalige grondbezit) van de Maarsingh’s.
Ik zet ze ter afsluiting van dit verhaal alfabetisch voor u op een rij:
Op  TER MAARSCH / MAARSINGH  geënte  NAMEN  in  STADSKANAAL
‘De Maarsborg’ (Chr. Basisschool)
Maarsbroek
Maarsdiep
Maarsdreef
‘Maarsheem’ (Woonflat met zorg voor ouderen)
‘Maarsheerd’ (zorgcentrum)
'Maarshorst' (hoogste flatgebouw van Stadskanaal. In de volksmond bekend als 'De Penus van Benus')
‘Maarsstee’ (Buurtcentrum)
Maarsveld (woonwijk)
Maarswold (wijk)
Huize ‘Ter Marsche’ (Streekhist.Centrum)
Mediq Ter Maarsch (apotheek) 
“Ons Maarsveldje” (buurtmoestuintjes)
‘Plan Ter Maarsch’ (totaal-benaming voor ca. 1962 gestarte nieuwe woonwijk Stadskanaal)
‘Ter Marsche’ (dierenpension/-asiel)
En last but not least is daar nog de oude vertrouwde:
Moars’ns-wieke (het kanaaltje langs de Onstwedderweg)

N.B.: Met dank aan:
1.) dhr. Albert Migchels (Barkhoorn) voor het mogen gebruiken van het verhaal van prof.dr. Henny Groenendijk (voorm. Prov. Archeoloog van Groningen). Dat verhaal komt voor in Migchels’ uitgebreide Maarsingh-genealogie, ‘Mijn Oma Margrietha’, die in 2004 het licht zag.
2.) de Maarsingh-familie voor het mogen gebruiken (van een foto) van het schilderij, dat Geert Schreuder in 2015 van Ter Maarsch maakte.

© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)