• Terug
  • Zo was 't
  • Onstwedde en de volkstelling van 1850
19 januari 2016
Afl. 92 – 19-01-2016

Volkstellingen zijn van alle eeuwen. Nog maar enkele weken geleden konden we bijv. in het kerstevangelie beluisteren, dat er “... een gebod uitging van keizer Augustus, dat het gehele volk moest worden ingeschreven... (Even terzijde: We zijn dan in ca. 7 v. Chr. Dat klinkt erg raar, maar er is indertijd een foutje gemaakt toen – plm. 500 jaar later – onze huidige jaartelling werd vastgesteld). Behalve politiek-praktische doeleinden, diende zo’n volkstelling meer dan eens om het ego van de regerende vorst te strelen.
Maar het resultaat van een volkstelling geeft soms óók meer en duidelijker inzicht in zaken.
Onlangs kreeg ik het verslag van de Nederlandse Volkstelling van 1850 onder ogen.

Met die overzichten werd begonnen in 1795, toen de Fransen de baas waren in ons land. Uiteraard wilden zij wel eens weten hoe hun nieuw verworven gebied er qua bevolking bijlag en zij organiseerden gelijk in het eerste bezettingsjaar een telling van de “Generaale volksmenigte in de Bataafsche Republiek”.
Sindsdien zijn er vanaf 1830 – ruwweg – om de 10 jaar volkstellingen geweest. De laatste in 1971. Toen ging de tel-stekker eruit, omdat er té zeer geageerd werd tegen schending van de privacy.

In het (beknopte) verslag van 1850 werd mijn aandacht vooral getrokken door het begin, over “…de Gemeente Onstwedde…”
Zeker in een tijd waarin de discussie over de Gemeenten in onze regio … Ho, Meijer!
Nou ja... “Discussie...??? ” Zonder ook maar enige vorm van relevante informatie van gemeentewege (nog steeds niet!)over de ‘Gemeentelijke Herindeling’ kun je natuurlijk over een zinvolle ‘discussie’ (nog steeds) amper spreken! Maar ’t kan natuurlijk zijn, dat er voor ‘het stemvee’/de burgers iets te verbergen is...
Of zo…
In een tijd dus waarin de roddels over die wonderlijke herindeling nog steeds volop gaande zijn in onze streek, is alleen al de benaming  ‘Gemeente Onstwedde’ voldoende om prettige, nostalgische gevoelens op te roepen over de tijd vóór 1969. En als je dan leest over de ‘Gemeente Onstwedde´* in 1850…

Je wordt gelijk al door de openingszin van het verslag brandend nieuwsgierig gemaakt. ”Waarschijnlijk heeft de volkstelling in geene gemeente dezer provincie een merkwaardiger resultaat opgeleverd, dan in de gemeente Onstwedde.”
Omstandig wordt uitgelegd hoe de gemeente Onstwedde “…in den jare 1830 slechts 1.289 zielen telde…”, “…op den 1sten Januarij 1840 telde men 1.979 zielen en thans is men opgeklommen tot een bedrag van 3.296, zoodat hare populatie in een tijdsverloop van 10 jaren met ruim 1.300 ingezetenen is vermeerderd. Men zal welligt geene gemeente in ons rijk kunnen aanwijzen, waar de bevolking in de laatste 20 jaren in meerdere mate is toegenomen.”(!!!)

De verdeling van het inwonertal over de dorpen van de gemeente is als volgt:
- Onstwedde……………...................…......    1.528 ingezetenen
- Horsten ……………………………….........…       387         „
- Stads-Kanaal (gem.Onstwedde)….....    1.376         „ 

Zo, daar word je even stil van: nergens in het Koninkrijk der Nederlanden is de bevolkingstoename in 20 jaar (kennelijk) zo groot geweest als in de Gemeente Onstwedde.
Op de oorzaken van deze zeer voorspoedige bevolkingsgroei wordt in het verslag kort ingegaan:
“Deze verbazende vermeerdering heeft haren grond in den verderen opleg van het Stads-Kanaal en den belangrijken aanbouw aldaar, alsmede in de verdeeling der markegronden van de boerschap Onstwedde. Deze marke, in den jare 1827 en de zeven jaren daaraanvolgende tusschen de waarsgeregtigden verdeeld(= de Onstwedder boeren, die recht(en) hadden in het markegebied), besloeg eene oppervlakte van omstreeks 5.000 bunders (=ha.) waarop bij de verdeeling zelfs geen enkele woning stond.”
“Een groot gedeelte dier Marke, ’t welk in vroegere jaren slechts door den herder met zijne kudde schapen werd bezocht, is thans ontgonnen en in vruchtbare akkers herschapen, en levert thans voldoende produkten op, om in de behoeften van meer dan 1.000 menschen te voorzien, terwijl aan de ontginning van den nog woest liggenden grond dagelijks met den meesten ijver wordt gewerkt.”

Mooi hè?
En weet u wat nou zo intrigerend is ? Dat wij nu, 165 jaar later, ook met inzet van (bijna) dagelijkse ijver, bezig zijn om grote delen van die vroegere Marke terug te herscheppen in ‘woest liggende grond’. Het wachten is eigenlijk alleen nog op de officiële aanstelling van een Onstwedder dorpsherder, die dagelijks met zijn kudde schapen het oude Markegebied intrekt. Daar waar vast en zeker de heide weer zal gaan bloeien...

Zullen we ’t hier dan maar bij laten ?
Want u hebt natuurlijk al lang in de gaten,
dat Meijer op het punt staat te gaan blaten...

Neemt u me maar niet kwalijk: aan het begin van een nieuw jaar werd uw rubriekschrijver onwillekeurig een beetje melancholisch. Want laten we eerlijk zijn: geschiedenis is toch in wezen niks anders dan een repeterende herhaling van oude zaken. Wat is, is al ’s geweest. ‘Zo was ‘t’  draagt ‘Zo wordt ‘t’ in zich. Slechts de techniek brengt door de eeuwen heen andere accenten aan.
                         *********
* De burgerlijke Gemeente Onstwedde ontstaat in 1813 na afscheiding van de Gemeente Bourtange. Als ‘Huis der Gemeente’ fungeerde tot 1863 het café-logement van Simon Stratingh op de hoek van de huidige Havenstraat/Kerklaan. Zie de foto.

© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)