29 december 2016
Afl. 113 – 29-12-2016

Ruim 40 jaar geleden dook ik via de oude kerkboeken uit het begin van de 18e eeuw wat dieper in de Onstwedder geschiedenis. Ik vond ’t toen al vreemd dat 2e Kerstdag in die boeken steeds werd aangeduid als ‘Midwintersdagh’. Dat leek immers meer op een term uit heidense oertijden dan op een aanduiding die paste bij een dag uit het kerkelijk jaar.

Dat bleek naderhand niet zo dom gedacht. Lange tijd was de viering van Kerst namelijk niet aan 25 en 26 december gebonden, maar waren andere data in gebruik. Bv. in januari of zelfs in maart. De kerstboom, die bij ons onlosmakelijk is verbonden met Kerst, is “gewoon” een overblijfsel van de Germaanse zgn. ‘Joel-feesten’. ‘Joel’ betekent zoiets als ‘draai, ommekeer’. De duisterste periode is voorbij en het licht neemt z’n plek weer in. Doordat ook wij Kerst tot ‘Feest van het Licht in de duisternis’ hebben benoemd, kon de met kaarsen verlichte kerstboom z’n plek in de christelijke traditie innemen. ’t Was kerkhervormer Maarten Luther, die in de 16e eeuw de ‘kerst’boom tot symbool van de geboorte van de Here Jezus maakte.

Met Oud & Nieuw zit ’t nóg merkwaardiger in elkaar. In 1576 verordineerde landvoogd Requesens, - hij had ’t in die tijd namens de Spaanse koning in de Nederlanden voor het zeggen -, dat ‘t 1 januari Nieuwjaar was. Alle andere data, waarop dat her en der gevierd werd, werden verboden. ’t Duurde trouwens nog tot 1701 aleer aan die datum in alle Nederlandse provincies de hand werd gehouden. Drenthe lag het langste dwars.

De gebruiken bij Oud & Nieuw dateren uit oude tijden. Vuurwerk en luidende klokken zijn bv. niets anders dan een voortzetting van oud-Germaanse gewoonten om op de grens van Oud & Nieuw de boze geesten en demonen uit het aflopende jaar met veel lawaai zoveel schrik aan te jagen, dat ze uit angst wegkropen. Er waren zelfs Amsterdammers die een speciaal Nieuwjaarskanonnetje op zolder hadden staan. (Net zo als sommige Onstwedders in een hoek van de schuur hun carbidbus hebben staan, zeg maar...) Als het nieuwe jaar dan om 24.00 uur inging,  zaten die 'etterbakken-van-het-oude-jaar' nog, - “Lekker puhhhh!” -, gevangen in het oude jaar.

De goede geesten van het oude jaar moesten daarentegen gepaaid worden om ook in het nieuwe jaar de mensen terwille te zijn. Een offer aan die goede geesten was dan natuurlijk zeer op z’n plaats. Offers in de vorm van lekkere dingen, bv. oliebollen en taart. En natuurlijk offers in drankvorm, te drinken uit volle bekers onder luid gezang. Voorbeelden daarvan hoef ik niet te noemen, veronderstel ik.
En weet je wat nou het mooie van deze offers was? Je offerde aan de goede geesten door die heerlijkheden zelf op te eten/drinken ! Als je ondertussen ook nog even dankbaar met je ogen rolde, was ’t helemaal gepiept.

Welaan: deze aflevering van ‘Zo was ‘t’ is min of meer gekoppeld aan de ‘Taikens & Toal’-aflevering van 1 januari 2017. Beide gaan over o.a. over Oud & Nieuw-tradities en beide zijn bedoeld om u niet alleen als wijze(re) mensen het nieuwe jaar in te laten gaan, maar ook om u allen een heel gelukkig Nieuwjaar toe te wensen! Bij dezen.

© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)
N.B. De foto van vandaag is gemaakt ergens tussen 1954 en 1961. We zien het schoolplein van de Gereformeerde School aan de Dorpsstraat (nu: Coop Jan Schut) op Nieuwjaarsdag. ’t Is duidelijk een drukke sleepnacht geweest...
Met dank aan mevr. Chonda Luring-te Velde voor het toesturen van genoemde foto. Die komt overigens uit een album van oud-hoofdmeester Melis Walsweer. Waar oude familie-fotoboeken al niet goed voor zijn, hè.