- Terug
- Zo was 't
- Gelukkig Nieuwjaar!
Gelukkig Nieuwjaar!
Afl. 68 – 29-12-2014
Bij de start van dit nieuwe jaar 2015 doen ik u vanzelfsprekend de allerbeste wensen toekomen. Dat uw levenspad maar met ‘veel heil en zegen’, met gezondheid, voorspoed en vooral met gevoelens van gelukkig zijn bestrooid mag zijn.
Het leek me een goed idee om 2015 te beginnen met het Onstwedder volkslied, zoals dhr. A.A. (Bert) Raven van de Kieberg dat, aan de vooravond van het 1100-jarig bestaan van ons dorp in 1977, dichtte. De oorspronkelijke melodie was van de hand van mevr. Annie Verschoor-de Raad. Ze was erg muzikaal, woonde in Onstwedde aan de Lynackerslaan en werkte bij de Thuiszorgorganisatie ‘Stichting Zuid-Oost’. Gedurende de 2e Wereldoorlog was ze als ‘hongerkind’ vanuit Rotterdam al een tijdlang in Onstwedde geweest. Dhr. Nico Knoop, destijds muziekleraar aan de Chr. Mavo “ ’t Spieck”, zette met mevr. Verschoor de laatste puntjes op de i. Korte tijd later kon een groep 3e klassers van “t Spieck” het spiksplinternieuwe volkslied in een uitzending van de RONO (= de voorloper van RTV Noord) ten gehore brengen. Bijzonder mooi!
Het gemengde koor ‘Nil Sine Labore’ heeft het lied later een aantal jaren vol trots op z’n repertoire gehad.
Als ik terugdenk aan de tijd, waarin dit dorps-volkslied ontstond, kan ik me het lachen eigenlijk nog steeds niet laten. In de 1e druk van het herdenkingsboek ‘Uneswido in Westerwalde’ staat namelijk nog een ander Onstwedder volkslied.’In ’t noorden van ’t laand...’ begon dat. Toen die 1e druk uitkwam, was de organisatie van het jubileumfeest eigenlijk net in de eindfase beland, een fase waarin er weinig nieuws meer viel te melden. Je kreeg daardoor geen journalisten meer over de vloer en adverteren was te duur. Zo’n negatieve combinatie is natuurlijk heel slecht voor de promotie van een groots opgezet, duur feest. Maar ziedaar!
Dhr. Jan Bruning uit Vlagtwedde meldde zich met de – eerlijk is eerlijk – alleszins verrassende boodschap, dat Onstwedde het Vlagtwedder volkslied had gestolen. Hij dreigde Klaas Meijer, als redacteur van het herdenkingsboek, zelfs met een kort geding. Prachtig natuurlijk. Journalisten liepen de deur weer plat. Net toen alle emoties en de bijbehorende media-aandacht gingen luwen, meldde zich – je houdt ’t niet voor mogelijk – iemand uit het dorp Tolbert, bij Leek, met de boodschap dat het helemaal niet om het Onstwedder, evenmin om het Vlagtwedder volkslied ging, maar dat de enig rechthebbenden op het lied de Tolberters waren! Er was indertijd, rond 1900, per ongeluk een exemplaar van hún volkslied in Vlagtwedde blijven liggen toen ze daar met hun koor een laatste stop maakten na een reisje naar Duitsland. De Vlagtwedders hadden hún volkslied dus gewoon gegapt! En de Onstwedders zouden ‘m dan wel weer van de Vlagtwedders gestolen hebben...
Wat moet je nou in zo’n geval doen? Ik had vanwege het ophanden zijnde jubileumfeest goeie contacten met o.a. een journalist van het ‘Nieuwsblad van het Noorden’. Mavo-collega Bert Raven las die krant, zo wist ik. Tot zijn grote verrassing kon hij zaterdag 4 juni, - 10 dagen voor het begin van de festiviteiten -, in die krant lezen, dat hij vóór 14 juni een splinternieuw Onstwedder volkslied het licht zou doen zien...
Raven zou Raven echter niet zijn, als hij niet twee dagen later met het nieuwe volkslied op de stoep stond. Nota bene ook nog in acrostichon-vorm: een gedicht, waarvan de beginletters achter elkaar gelezen een naam vormen. Het ‘Wilhelmus’ is zo’n lied.
In ons geval vormen de beginletters van de 9 coupletten de naam ‘Onstwedde’. Zulks natuurlijk om absoluut te voorkomen, dat er ooit iemand zou komen die ons volkslied zou willen stelen... Ik stel u nogmaals – met ere – voor:
HET (enige en onvervalste) ONSTWEDDER VOLKSLIED (1977)
Om de traans van d’olle toren
ligt t dörp van t Loug en t Wold,
goldgeraand mit golvend koren:
‘Poort van t mooie Westerwold’.
Nog aaltied hebben luu hier vree,
stroomt t Oll’ Daip deur t gruine laand,
stait t glaanzend vedde vee
stil te dreumen aan de raand.
Stug en stoer en haarde hoed,
man van binnen n haart van gold;
komen veur wat recht is oet:
zo bint luu van t Loug en t Wold.
Tegenslag en stoere tieden,
aarme luu, van aal beroofd.
Laangk en stoer was t droeveg lieden,
t oorlogsvuur wör hoast nich doofd.
Wel en wee hef baanden smeed,
vaasteklonken deur de tied;
d’ aindracht overwon aal t leed,
ook al zugt men nich aaltied.
Eertieds was hier boas t veen,
sloot t dörp veur alles tou;
man t volk göng dapper hèn,
zwaitend wonnen ze rou veur rou.
Denkend aan dit vrund’liek stee,
zugt men nich hou t vrouger ston,
zugt men enkel pais en vree,
zugt men nich hou t begon.
Dreumend onder Juffertoren,
oademt welvoart elk en ain.
“'t Is oet zwait en troanen geboren!”
zo reert van heur stain veur stain.
Elk en ain wil mit mie zingen
van dit wonderschone laand,
van dai veule gooie dingen,
van dai lange hechte baand.
© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)