- Terug
- Zo was 't
- De storm van November 1972
De storm van November 1972
Afl. 89 – 08-12-2015
Voor zover ik ’t aan de hand van alle informatie die ons bereikt kan beoordelen, is de klimaatconferentie die verleden week in Parijs begon, meer dan noodzakelijk. Belangrijker is echter nog, dat we wereldwijd en in algemene zin eindelijk het belang ‘s inzien van het aloude spijkers-met-koppen-slaan. Dat ’t op de huidige manier van doen niet goed gaat, is immers zo klaar als een klontje. We zijn onze wereld en onze tijd aan het verknoeien! En zelfs een ‘Zo was ‘t’-rubriekschrijver zou voor de aankomende generaties toch wel graag een ‘Zo wordt ‘t’-tijdperk willen.
Natuurrampen zijn van alle tijden. Als ik me beperk tot de afgelopen duizend jaar, schieten me bv. zo de overstromingen in de Middeleeuwen in onze regio te binnen. Met name de maanden november t/m januari waren terecht gevreesd. Bijvoorbeeld door twee keer een St. Marcellus-vloed (in 1219 en 1362), de Stormvloed van 1280 en St. Lucia-vloed (1287) kwam Wedde vrijwel aan zee te liggen. De Dollard bereikte z’n grootste omvang en hapte vrijwel het hele Oldambt op. Ouders uit Wedde, die hun kind in Onstwedde wilden laten dopen, kregen eeuwen later nog meermaals toestemming van de Onstwedder kerkenraad om dat toch maar in Wedde te doen vanwege “het hooge water”. Vriescheloo kon (waarschijnlijk: de meningen van de deskundigen verschillen daarover) ontstaan, doordat Friezen die daar per schip arriveerden de zandrug daar (Ossendijk) wel een aardig stekkie vonden.
Gelukkig is het aantal natuurrampen door watergeweld in de afgelopen paar eeuwen fiks teruggelopen. Alhoewel... de Watersnoodramp van 1 februari 1953 kunnen velen zich vast nog wel herinneren.
Maar wie weet wat ons wacht in de komende decennia door alle klimaatveranderingen? Als we alleen al zien dat in minder dan 40 jaar 2/3 deel van de ijskap op de polen is gesmolten…
En kom nou s.v.p. niet aan met een vergelijking met die ijstijden van vroeger. De zorgelijke situatie van nu, creëren wij zelf!! He-le-maal zelf!!
Aan de basis van al dit geweld in het verleden lag meestal een hevige storm, die het water tot onbeheersbare hoogte opzweepte en het binnenland injoeg. Waar we echter uitkomen als,- door ons eigen toedoen! -, de zeespiegel stijgt, bestaande patronen in de luchtdrukverdeling sterk wijzigen, - door ons eigen toedoen! -, temperaturen het ene record na het andere breken, - door ons eigen toedoen! -, moet de toekomst ons leren…
Dat de reclamespotjes van onze nationale alarmerings-app NL-Alert in de afgelopen weken steeds als voorbeeld van een alarmbericht aandroegen: “...bijvoorbeeld bij een overstroming...”, - en dat terwijl onze dijkenbouwtechniek in de wereld al vele jaren op de eerste plek staat -, baart in elk geval in het heden al de nodige zorgen.
Op één van m’n speurtochten in ons Onstwedder Historisch Archief kwam ik de foto van vandaag tegen. Op maandagmorgen 13 november 1972 raasde een orkaan over onze streek. Windsnelheden van 150 km/u en meer maakten, dat de ‘Winschoter Courant’ de volgende dag boven twee foto-pagina’s kopte: ”Toen de storm was uitgewoed, lag half Groningen in puin...” Miljoenen schade, vrijwel geen gebouw ongeschonden. Veel erger nog was ‘t, dat ook een aantal mensen door het natuurgeweld de dood vond. Onder hen o.a. de 30-jarige heer Harm Speelman uit Alteveer, die onder de instortende muur van z’n boerderij terechtkwam.
Meer dan bar en boos was ‘t!
Het boerderijtje op de foto, op de hoek van de Oosterholtsweg (Hutplak), werd indertijd bewoond door de familie Kruiter. Duidelijk zichtbaar is, dat reuzen van oeroude bomen geen weerstand konden bieden tegen het stormgeweld. De Kruiters hadden nog het geluk, dat de omgewaaide bomen voorlangs hun huis terechtkwamen. Dat geluk was niet elk huis beschoren. Vraag bv. maar ‘s aan de Horlings-familie in Veenhuizen.
Door omgewaaide bomen was bv. de weg over Wedderveer nagenoeg onbegaanbaar, omdat hele stukken van het wegdek door de wortels van die bomen omhoog getrokken waren.
Toch is ‘t opmerkelijk hoe zelfs tijdens zulke dramatische omstandigheden de humor, - achteraf bekeken dan -, z’n weg vindt. Op die bewuste dag arriveerde ik ’s morgens rond achten zonder problemen op mijn werk op de Chr. Mavo “’t Spieck”. Ik woonde immers vlakbij. Allereerst liep ik even langs bij directeur van de school/m’n buurman Jan Dirk de Boer, die op zijn kantoor zat. Hij kreeg net een telefoontje van een leerling uit de 1a-klas. Geert Huls uit Weende en steengoed in het vak Geschiedenis herinner ik me nog.
”Meneer De Boer. Sorry, dat ik u bel, maarre… Ik ben op de fiets en ik ben bijna in Vlagtwedde. Maar voor en achter mij vallen van die hele dikke eikenbomen om. Is ’t eigenlijk wel verstandig, dat ik doorrijd naar Onstwedde?”
U snapt, dat De Boer hem in niet mis te verstane bewoordingen heeft bevolen om on-mid-del-lijk te vragen of hij tijdelijk in het huis van waaruit hij belde mocht blijven. En dat z’n reis naar school voor die dag als geëindigd diende te worden beschouwd.
Zullen we er met z’n allen voor waken, dat de Geerten van de komende generaties, maar ook de Suzannes, de Cynthia’s en de Lars’en en al die anderen, die doende zijn een zonnige toekomst te bouwen, niet vroegtijdig terug moeten naar huis?
© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)