• Terug
  • Zo was 't
  • De onstwedder boerengeslachten van weleer - Deel 1
22 december 2015
Afl. 90 – 22-12-2015

Ze zijn er niet meer zoveel, die oude boerengeslachten in Onstwedde en rondom. Die geslachten waar het boer-zijn van vader haast automatisch op de zoon overging. En als er alleen maar een meisje was, dan mochten zij en haar geliefde de boerderij overnemen op voorwaarde dat hij de familienaam van z’n aanstaande vrouw aannam. Oudtijds waren die familienaam en de naam van de boerderij immers dezelfde. De Huls-en bv. woonden op “’t Huls”, de Sterenborg’s op “t Sterenborg”, de Halmingh’s op “’t Halmingh’ en de Wilzing’s op “t Wilsingh”.

Zo’n 30 jaar geleden ging ik – volgens vooropgezet plan – met m’n klas in discussie over de toekomst van, - wat ik noemde -, ‘de traditionele Onstwedder boer’. Op het lesrooster stond het vak maatschappijleer. ’t Ging er lekker pittig aan toe. Geen wonder ook, want die 3e klas telde een flink aantal boerenzoons. Zij wilden natuurlijk wel ’s haarfijn weten waar ik die keiharde uitgangsstelling “De traditionele Onstwedder/Westerwoldse boer heeft in de nabije toekomst geen schijn van kans meer” vandaan haalde.

Aan het eind van de les waren we ’t toch wel in grote lijnen eens geworden. Ik herinner me nog enkele bepalende punten:
- de Westerwoldse grond is van nature (te) weinig vruchtbaar;
- die grond kent – ook na de ruilverkaveling van ca. 1975 – nog steeds veel te veel kleine kavels waarop moderne machines ’t heel moeilijk hebben;
- het gemengde bedrijf (akkerbouw en veeteelt) kost anno nu té veel tijd / investeringen om te kunnen renderen;
- het moderne boerengezin stelt aanzienlijk hogere eisen dan voorheen.
Omdat je als docent maatschappijleer de wijsheid niet in pacht hebt en de lestijd beperkt, adviseerde ik m’n leerlingen steevast om de discussie thuis maar voort te zetten. In dit geval kwam me dat op een aantal zeer kritische reacties van boerenvaders te staan. Geen wonder ook. Nota bene: zet zo’n onagrarische schoolmeester het wonen en (hard) werken van eeuwenoude boerengeslachten zo maar even op wankele poten. Wat meent hij wel!

Intussen weten we hoe ’t de afgelopen decennia gegaan is. Het aantal boerderijen in ons dorp en rondom, waarop nog geboerd wordt, is geminimaliseerd. De meeste boeren, die zijn doorgegaan hebben nieuwe wegen moeten ontdekken. En – eerlijk is eerlijk -  die zijn ze met enthousiasme gaan bewandelen, hoewel tegenslagen hun niet bespaard bleven. 
Zo’n instelling herkennen we vanuit Onstweddes verleden en verdient lof!

We hebben in de afgelopen – pak weg – duizend jaar eigenlijk best wel veel aan die traditionele boerengeslachten te danken gehad. Ik kom daar in een latere aflevering nader op terug.
Jajaja, ze hebben in het verleden ook wel ’s té veel macht aan zich getrokken: via het boerrichterschap, in kerkenraden/kerkvoogdijen, in schoolbesturen of in de politiek. In hun gewoonte om dingen naar hun hand te kunnen zetten, verwezen ze de arbeiders en hun kinderen wel ’s – zelfs letterlijk! – naar de achterste bankjes in de klas... De neiging tot “vastholden wat wie hebt”, behoudzucht zeg maar, komt vast en zeker in niet geringe mate uit hun koker. Ze hadden voor hun gevoel té veel te verliezen.

Naar het echt extreme is ’t desondanks toch niet (vaak) doorgeschoten. Zij wisten toen en wij weten nu: Rust en vrede in “de tent” was en is een belangrijke basisvoorwaarde voor een acceptabel leven met elkaar. Als je bv. ‘s vaststelt hoe (boeren)arbeiders in de eerste helft van de 20e eeuw in de gemeenten Onstwedde en Vlagtwedde woonden: aardige huisjes op heel ruime kavels, dan steekt dat schril af bij heel veel andere gemeenten in onze provincie. En als je daarbij ook nog redelijk soepeltjes het paard en de ploeg van jouw boer-baas mag lenen voor jouw mini-arbeidersbedrijfje…

Mag ik ’t, ondanks de fikse verschillen in rijkdom/macht, naar de huidige terminologie een eenvoudige vorm van ‘participatie-samenleving’ noemen, die werd nagestreefd? ‘Noaberschap’ mag u ook zeggen.
Dat is waarschijnlijk ook een belangrijke oorzaak ervan geweest, dat socialisme en communisme in ons gebied nooit wortel hebben kunnen schieten.

Op de foto van vandaag ziet u boer Potze in 1979, ploegend aan de Dwarsstukkerweg*. ’t Is een foto van de Knoalster fotograaf Jac. Rop. Hij heeft in de jaren ’70 en ’80 voluit genoten van het fotograferen van het Onstwedder boerenleven en -werken.  * Met dank aan dhr. Eddy Boels voor de attente correctie.

In de volgende aflevering zet ik al die oude, eigenerfde boerengeslachten voor u op een rij.
Voor nu: Gezegende Kerstdagen en een Gezond & Gelukkig 2016 gewenst!

© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)