1 dec. 2013

 

De rijke Juffer van de oude toren – Deel 2

In de dagen die volgen is de aannemer in z’n eentje met het nog resterende deel van de spits aan het metselen. ’t Lijkt warempel wel of hij met zijn niet geringe vakmanschap de top als het ware insnoert. Op een onnavolgbare manier weet hij tenslotte een heel merkwaardige draaiïng in het laatste stuk te creëren, zodat het geheel tóch in een punt uitloopt. De hele toren moest immers van steen worden, zoals de juffer heeft bevolen ……… Nou dan !

De andere bouwvakkers zijn intussen bezig met opruimklussen, het afwerken van het al gereedgekomen deel en het sjouwen van stenen naar de werkplek van hun baas, helemaal bovenin. Eén van die sjouwers vertelt z’n maten, dat hij zich ernstig zorgen maakt over de baas. “Ik ben er vrijwel zeker van, dat ik onze baas bij elke schep specie die hij aanbracht iets heb horen mompelen, dat klonk als ‘Gna-gna-gna’. Hij trok z’n tanden daarbij steeds heel gemeen bloot, dat zag ik duidelijk. En dan die felle blik in z’n ogen. Nee, ik ben bang dat de toren hem volledig in de bol is geslagen.”
De aannemer krijgt van deze roddeltjes niets mee. Hij voltooit geconcentreerd de gemetselde torenspits middels de draaiïng, een draaiïng waarin zijn wraak op de juffer verborgen zit. “Gna-gna-gna !”
Wat blijkt namelijk als alles keurig is afgewerkt en de juffer het eindresultaat in ogenschouw neemt ? “Goede Arbeit, Herr Baumeister. Maarre…..vergis ik me nou of is de hele toren een bisschen scheef ? Dat wollen we doch niet hopen.”
De aannemer kan een grimlachje nauwelijks bedwingen. “Ach, waarde juffer. Scheef ? Met deze super-fundering ? Dat gelooft u toch zelf niet echt ? Maar ik zal u bewijzen, dat mijn bouwers en ik werkelijk goed werk hebben afgeleverd. Even geduld, bitte.”
Hij roept één van z’n bouwvakkers erbij, geeft hem een stevige stok en een dikke rol touw met een steen eraan. Hij zegt hem naar de bovenste torenzolder te klimmen, daar het touw aan de stok te binden en vervolgens de steen naar beneden te gooien. Op die manier zullen ze eenvoudig kunnen controleren of de toren, - nog steeds -, loodrecht staat.
Het resultaat is – uiteraard – : de toren staat zo loodrecht als loodrecht maar zijn kan. Hij is niet verzakt, hij is niet krom getrokken, hij is zoals hij moet zijn. “Daar ben ik blij om. Dan heeft ’t waarscheinlich aan mijn manier van kaiken gelegen”, reageert de juffer met een zuinig lachje. “Gn….eh…..jajaja, dat denk ik ook………”, voegt de aannemer nagenietend toe.*

Of de uitdrukking naar aanleiding van dit voorval is ontstaan, heb ik niet kunnen nagaan. In het Dikke Van Dale-woordenboek vindt u evenwel nog altijd het gezegde: ’Een beetje scheef ? Dat juffert niet’, d.w.z. dat is zo erg niet. Gek hè ?

“Enne…. geëerde juffer, zullen we morgen om 10 uur de overdracht van de toren aan de bevolking van ’t Onstwedder Loug doen ? In de Poaterbörg, hier tegenover, stel ik voor. Dan kunt u mij ook gelijk de rest van het geld waarop mijn mannen en ik nog recht hebben, uitbetalen. Dan hebben we alles maar achter de rug, nietwaar.”

Zó is Onstwedde dus aan zijn Juffertoren gekomen. Een toren, die nu al meer dan 650 jaar staat. Een toren met een hoogst merkwaardige draai in de spits, waardoor het hele bouwwerk een beetje scheef lijkt te staan.
Zó is Onstwedde dus aan zijn Juffertoren gekomen. Althans……. zo vertelt ons de legende over de rijke Emslandse juffer(s), die we in het verhaal hierboven als basis hebben gebruikt.
Natuurlijk heeft deze legende, zoals veel legendes, waarschijnlijk wel een klein mini-kerntje van waarheid. We moeten er echter vanuitgaan, dat het overgrote deel fantasie is, gewoon een bedenksel. Een juffertoren is inderdaad een van de voet tot en met de spits helemaal uit steen opgetrokken toren, maar heet gewoon juffer-toren vanwege ……. de hele reeks ‘juffers’ die in de toren voorkomen: lange balken, gemaakt van dennenstammen, die rusten in de centrale verticale zgn. koningsstijl en o.a. als zolderribben worden gebruikt.

Eigenlijk toch wel jammer hè, dat de befaamde legende over onze Juffertoren zo baksteenhard door de mand valt ?
Ach, kom op ! Zullen we het verhaal maar gewoon – nu, tegen beter weten in – in ere houden ?

Ter afsluiting nog dit.
Weet u wat ontzettend bevreemdt ? De 3 Juffertorens in onze provincie zijn met zekerheid ooit in dezelfde middeleeuwse periode gebouwd. In die zin klopt de juffer-legende dus.
De toren van Holwierde is al in 1855 afgebroken en telt dus niet meer mee.
Maar wat blijkt anno 2013 met betrekking tot de markante torens van zowel Schildwolde als Onstwedde, beide Rijksmonumenten ? Ze hebben allebei ernstig van doorslaand vocht te lijden, vocht dat door de stenen van de spits heendringt en het hele binnenwerk bedreigt (zwamvorming). Met name de juffers worden daarbij aangetast !
De toren van Schildwolde staat dit jaar volledig in de steigers. Ze pakken de problemen daar grondig aan. Het geld van Monumentenzorg is daarbij (lang) niet toereikend, zodat de Schildwolders zelf ……. Inderdaad, u begrijpt ’t helemaal.
Voor onze eigen Juffertoren heeft de landelijke Monumentenzorg de eerstkomende paar jaar waarschijnlijk helemaal geen stuiver beschikbaar. Economische crisis en zo, weet u. Wél hebben ze al aangegeven, dat een relatief goedkope aanpak van de problemen, een combinatie van bijv. impregneren met het aanbrengen van een coating, niet kan worden toegestaan …….. Of ze goed op de hoogte zijn van de modernste ontwikkelingen op dit terrein (bijv. door de fa. Frans Nooren in Stadskanaal), valt te betwijfelen……...
Ik wil nog wel een stap verder gaan. Zouden ze eigenlijk wel (willen) weten wat een Juffertoren is ? En wat de extra-problemen zijn die zo’n van-top-tot-teen-van-steen-gemetselde toren met zich meebrengt voor een dorpsgemeenschap, die de grote cultuurwaarde van zijn kerktoren best wel inziet ? Misschien is het verschuiven van de uitvoering van het rijksbeleid naar het provinciebestuur, zoals dat kort geleden heeft plaatsgevonden, een verbetering. ’t Kan echter net zo goed een verkapte bezuinigingsmaatregel zijn, waarvan we er ondertussen al een hele reeks hebben kunnen signaleren.
Ik beweer hierbij niet, dat de Onstwedders binnenkort hun knip zullen moeten trekken, hoewel één of meer (attractieve) akties ……. Onze Oll’ Juffer mag ons immers best wat waard zijn ! We zullen ’t echter niet alleen kunnen ! Dat staat vast !
Een aantal jaren geleden werd, voortkomend uit de gezamenlijke kerkvoogdijen, de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen in Groningen en Drenthe (SBKG) opgericht. Onlangs werd dorpsgenoot Bert Migchels voorzitter van die ‘club’. Hij en zijn kompanen kunnen natuurlijk ook geen ijzer met handen breken, maar toch …….. Écht wetend van de problemen die er spelen, goede contacten onderhoudend met provincie en andere overheden + voorzien van zoveel gezond (boeren)verstand, dat kromme redeneringen op basis van lege knippen niet zullen worden geaccepteerd……. Dat zou best ’s kunnen leiden tot een vorm van daadwerkelijke ondersteuning bij het intact houden van onze Juffertoren. In welke vorm dan ook  ……… 

Je kunt de problemen natuurlijk goed praten door te stellen, dat de legende-juffers na ruim 6 eeuwen alsnog worden gestraft voor hun (on?)zinnige idee om ook de spits van steen te laten maken.
Als dat ook maar een beetje zo is, mag ik dan voorstellen, dat wij nu spoorslags een aannemer zoeken die een merkwaardige draai in het (juffer)torenbeleid van onze monumenten-overheid* kan bewerkstelligen ?
Schever dan dat beleid er nu uitziet, kan het geheel namelijk niet worden ! En dat juffert behoorlijk !!!

* Dan hebben we ’t beslist niet over de Monumentenwacht ! De heren van die ‘club’ leveren keurige inspectie-rapporten af, rapporten waar je wat aan hebt.

© Geert SchreuderKlaas Meijer