1 okt. 2013

 

Huitsings/Huitzings: Krachtpatsers van allure

De afbraak van de oude boerderij van Derk Huitsing doet een beetje zeer. Opnieuw sneuvelt een zichtbare herinnering aan oude tijden. Ik geef grif toe, dat je voor een restauratie wel twee beetjes gek moet zijn, maar toch…. Deze Huitsing-boerderij is de enige plek in het Onstwedderse waar de eeuwen door steeds een lid van het Huitsing-geslacht het boerenbedrijf heeft uitgeoefend. Al in 1483 komen we ze daar tegen. Moet je nagaan: Maarten Luther was nog maar net geboren….
Annemarie Wubs-Huitzing is nu nog de enige van die oude Onstwedder familie, die op ‘de grond der vaderen’ woont.

Ze waren kerels met lef hoor, die Huitsings (*). Waar anderen ´t lieten afweten, zetten zij gewoon door. Niet altijd even fijngevoelig of gezagsgetrouw. Nee, dat niet. Al in 1622 moet Hans Huitsing 15 gulden boete betalen, omdat hij op eigen houtje en in z´n eentje een serie planken uit de ´Heren brugge´ heeft gelicht om er met zijn boot door te kunnen varen. Omdat hij dat bovendien nog deed `onder predicatie´ - op zondag onder de kerkdienst dus -, kwam er nog ‘s 5 gulden boete bij.

In later eeuwen staan de Huitsings veelvuldig hun mannetje.
Ik had het genoegen jarenlang naast Albert Huitzing (* 1932/+ 1999) te wonen: o.a. akkerbouwer, jager, schaatser en voetballer; een Huitzing vol karakter. Voorzover ik weet is hij bijv. de enige Onstwedder geweest die de beruchte, barre Friese Elfstedentocht van 1963 heeft gereden.
En over Albert en voetballen raak je al helemaal niet snel uitgepraat. Wie presteert ’t om op z’n bijna 40e (seizoen ‘70/’71) met vlag en wimpel topscorer te worden van de v.v.’Onstwedder Boys’? Albert poeiert er in 14 wedstrijden liefst 27 doelpunten in. No. 2 komt niet verder dan 16 goals  …..

Alberts vader, Jo Huitzing (* 1899/+ 1968), kan er trouwens ook wat van. Wat zeg ik ? Jo is een regelrechte kanjer ! In 1922 doet hij min of meer voor de lol mee aan de provinciale langebaanwedstrijden op de schaats in Veendam. Hij heeft dan – eerlijk toegegeven – aan een soortgelijke wedstrijd nog nooit eerder meegedaan. Bij kortebaanwedstrijden in de regio kon je in die tijd een paar centen verdienen en daar was hij af en toe dan ook wel van de partij. Maar het vooruitzicht dat hij bij deze wedstrijd een mooie medaille-mét-erg-fraaie-ketting kan winnen, geeft de doorslag. Zijn neef heeft namelijk ook zo’n mooie ketting en op elke verjaarsvisite glimt dat ding Jo uitdagend in de ogen.
De 30e januari 1922 dooit het licht. ’t Blijkt dat de favorieten op hun Noorse schaatsen ’t moeilijk hebben op de zachte ijsvloer. Zo niet Jo : op z’n  Friese doorlopers, met de wat bredere ijzers, knalt hij de ene na de andere toptijd op het ijs. (Gemeten aan de tijden van toen natuurlijk. De 500 m. in 60,5 sec., de 1500 m. in 3.36.2 en de 5000 mtr. in 13.02.00). Jo wint de gouden medaille mét ketting + een zilveren beker met het wapen van de provincie Groningen.
De kranten noemen Jo Huitzing “… een grote belofte voor de toekomst”.
Dat die kwalificatie niet uit de lucht gegrepen is, bewijst Jo in een rechtstreeks duel met Max Tetzner, ook in 1922. Max (uit Groningen-stad) is in die tijd, zowel op voetbal- als op schaatsgebied, een absolute topper in Nederland.
Jo schaatst hem naar huis ! Misschien is het waarheidsgehalte iets verdund in de loop van de tijd, maar ik kreeg al jaren geleden het volgende verhaal over die Jo–Max-confrontatie te horen:
Max Tetzner wordt als coryfee van nationale allure begeleid door een stel assistenten. Dat ging toen ook al zo ……. Als die helpers tot hun schrik moeten constateren dat Jo Huitzing bezig is hún troetelkind, hun favoriet eruit te schaatsen, besluit één van hen om voor Jo enige belemmering te creëren. Op het moment dat Jo nadert, schuift hij wat naar voren op het ijs teneinde Jo van z’n ideale lijn af te brengen. Als Jo Huitzing dat ziet gebeuren wijkt hij geen millimeter uit. In volle vaart grijpt hij het misbaksel bij z’n kraag, kwakt hem aan de wal en schaatst geconcentreerd door. Jo wint de strijd met glans. Zijn Westerwoldse streekgenoten, die massaal zijn toegestroomd om hun nieuwbakken ster te zien gloriëren, zijn uitzinnig van vreugde.
Als Jo in 1923 opnieuw de provinciale langeafstandstitel wint, wordt hem gevraagd om toe te treden tot de nationale kernploeg en mee te gaan naar Davos in Zwitserland. Jo weigert, mede op aanraden van zijn ouders.
In de jaren daarna zijn de winters zacht en Jo Huitzing hangt z’n schaatsen stilletjes aan de wilgen …….

–  Wat zou opa Jo trouwens trots geweest zijn als hij had kunnen zien hoe z’n kleinzoon en naamgenoot (in Stadskanaal woonachtig) de afgelopen winter (26 jan.) onder zware en ijskoude omstandigheden een prachtige 2e plaats behaalde bij de Masters-1 (40-49 jr.) van het KPN Open NK op de Oostenrijkse Weissensee. Een aardje naar z’n (groot)vaârtje  –      
 
Jans Huitsing (* 1891 / + 1942) was eveneens zo’n kerel die uit Spartaans hout gesneden was.
Van hem is bekend, dat hij in het dorpscafé het daar staande biljart aan één kant optilde alsof ’t een veertje betrof. Als er een paar kerels aan diezelfde kant op het biljart gingen zitten, ja dan moest ook Jans zich wel enigszins inspannen.
Maar ’t lukte hem altijd.
De volgende – waar gebeurde – Onstwedder dorpsstory geeft Jans z’n ongeëvenaarde  berenkracht nog duidelijker weer.
Ergens in de jaren ’20 loopt er op de Dorpsstraat van een (te) volgeladen mestkar een wiel af. De boer-bestuurder dacht een van zijn akkers in één rit even een opwaardering van jewelste te kunnen geven. Maar nu staat hij, - laten we hem maar Jampie noemen -, hulpeloos aan z’n hoofd krabbend, bij z’n scheef gezakte ‘korre’.
Doch ziet ! Daar komt Jans Huitsing! “Wacht man even. Ik help die wol mit.” En voor Jampie boe of ba kan zeggen heeft Jans de kar, mét de lading mest erop, aan de doorgezakte kant van de grond getild en gromt aansluitend “Schoef trad man weer om de azze, Jampie.”
Jampie weet niet hoe snel hij het afgelopen wiel moet pakken. Jans is wel een sterke kerel, dat is algemeen bekend, maar als deze mega-klus te lang duurt, zou hij wel ineens dood kunnen neervallen…….
De boer hijst het wiel, maar…….hij krijgt ‘m met geen mogelijkheid op de hoogte waarop Jans Huitsing de wagenas heeft getild. Er zit voor boer Jampie dan ook niets anders op dan als een bedeesd, klein jongetje te piepen:”Wosthom wol n stukje zakken loaten, Jans. Ik kan d’r nich bie komen………”

Onze ruimte is op. Zullen we ’t over bijv. Nanne Huitsing later nog ’s hebben ?
- We zijn Geert Wilts zeer erkentelijk voor het aanleveren van de genealogische gegevens van de Huitsings/Huitzings.
                                                  * * * * * * * 
(*) ’t Gaat dus over de Huitsings en de Huitzings, telgen van een en dezelfde stam. ’t Is een uiterst nauwgezette ambtenaar ten gemeentehuize geweest, die terecht meende dat ’t erg belangrijk was hoe je een familienaam op een officieel document zette, maar die insteek wat al te zetterli….. eh…. letterlijk nam …..


© Geert Schreuder & Klaas Meijer