- Terug
- Taikens & Toal
- Olle Aiken
Olle Aiken
Afl. 81 - juli 2023: OLLE AIKEN
In de vorige aflevering van ‘Taikens & Toal’ bedankte ik al even mijn nicht Jantje in Canada. Sinds zij en haar ouders in 1952 emigreerden, noemen we haar in de familie ‘Canadian Jane.’ Ze is inmiddels bijna 85 jaar en heeft in haar leven best wel ’t een en ander aan trieste ervaringen en daardoor moeilijke momenten meegemaakt.
Zo schreef ze me jaren geleden al eens haar bijdrage voor het Meijerse familie-boek waarmee ik bezig was.”De wond die Holland heet” had ze het verhaal genoemd. Het kwam er op neer, dat ze met zekerheid teruggekeerd zou zijn naar Nederland als haar dochters niet – relatief dichtbij – in Canada en de USA zouden wonen.
Dezer dagen ontving ik van haar een gedicht in het Engels:”Am I ‘The Oak Tree’?” De dichter was onbekend, maar zij was er danig door geraakt, schreef ze.
Omdat haar roots in onze regio liggen (bij het voormalige trein-hoofdstation in Stadskanaal, daar waar nu de STAR-trein vertrekt) en het gedicht daartoe naar mijn idee alle aanleiding gaf, heb ik het voor haar “vertaald” in ons & haar Groninger dialect.
De teneur van het gedicht is helemaal passend bij de u onbekende ‘Canadian Jane’. Maar die teneur is ook zodanig, dat bijna direct bij mij het idee post vatte om de senioren onder de bezoekers van onze website, c.q. de oude(re) Onstwedders in het algemeen ‘s een lekkere oppepper aan te bieden. Zeker in een week, waarin onze jongere generaties in de Onstwedder Feestweek aan het hardlopen zijn, beach-volleybal spelen, proberen FC Groningen een lesje te leren, playbackend aantonen dat ze veel talent bezitten, of op een ouwe Solex door de regio scheuren.
Geert Schreuder en ik horen beiden inmiddels ook bij die ‘krasse senioren-knarren’ en we hebben ons eigenlijk vanaf het moment dat we hier kwamen wonen, in Onstwedde hartstikke op onze plek bevonden. Misschien wel, omdat er in onze streek zo heel veel van die prachtige en solide olle aikebomen staan. Bomen die zich van processierupsen of andere bedreigers geen sodemieter aantrekken, maar gewoon doorgaan. Wat zeg ik ? In ons dorp / in onze streek zijn immers zelfs mensen – hoe bestaat ’t hè ? ’t Is eigenlijk té toevallig om nog toevallig te zijn – die Aike of Aikina als hun voornaam hebben !
Een extra-reden was voor de plaatsing van dit gedicht was, dat deze rubriek de Groningse naam ‘Taikens & Toal’ draagt en dat ’t naar ons idee een absolute must is om af en toe een echt Grunneger verhoaltje op onze site te plaatsen.
Nog een extra-extra²-reden was – als gezegd – ook nog, dat Geert en ik inmiddels ook de leeftijd van de ‘olle aiken’ hebben bereikt en ………. dat onze wortels na zo’n dikke vijftig Onstwedder jaren dermate vast in de Westerwoldse grond verankerd zitten, dat ook wij de ‘stormen des levens’ aandurven !
Doet u met ons mee ?
n Gemaine wind waaide nacht en dag, de haile tied
en bluis de bloadern van d’ ol ekkelboom òf, hail wied.
Dou beet hai in zien takken en puulde aan zien bast,
totdat d’ ol aike koal was en zo mui as wat.
Mor toch huil d’ekkelboom zuk vast aan de grond,
onderwiel de aand’re bomen omvuilen, her en der in t rond.
De wind was toch ook wat mui worden en gaf t op.
Hai sprak:”Hou kinst doe doar nog aal mor stoan doe dikke aikekop ?”
D’aike zee:”Ik wait da ’s doe de kracht hest om aal mien takkies in twijen te breken.
Da’s doe mien grode takken schudden loaten kinst om mie de gek aan te steken.
Da’s doe alderdeegs mien haile stam aan t slingern bringen kinst.
Mor…… ik heb worrels ! Worrels dij tot hail wied de grond ingruid bint.
En dij binnen aal staarker worden sunt dat ‘k op de wereld kwam.
Dij worrels van mie, gemaine bloaze, doar komst doe nooit mit dien poesterd bie,
want waiste : zai binnen het allerdaipste dail van mie.
Ik was d’r nog aiglieks nog hailemoal nait zeker van, tot vandoage,
houveul störms ik wel nait kon verdroagen.
Mor – mit dank aan die – bin ik d’r nou wel achter :
k Bin staarker as ik ooit waiten heb. Ik zit stikvol stille krachten !
© Geert Schreuder (de Taikens) & Klaas Meijer (de Toal)