21 okt. 2020

Buffelmelk uit Onstwedde

Dat de boeren in Nederland het tegenwoordig moeilijk hebben, is het afgelopen jaar duidelijk in het nieuws geweest. Door alle regels die de overheid hun oplegt, zijn ze vaak gedwongen om te stoppen. Mestquota, fosfaatrechten, melkquota, het wordt er allemaal niet gemakkelijker op. Een boer is tegenwoordig meer tijd kwijt aan het bijhouden van allerlei wetten en regels dan aan het houden van zijn beesten.

Dat dit ook tot creatieve oplossingen kan leiden, is te zien bij Bert Meems aan de Kampweg te Onstwedde. Sinds 8 oktober staan in plaats van koeien, 14 waterbuffels bij hem in de stal. Die keuze is niet zomaar uit de lucht komen vallen.

“In 2012 hadden we problemen met onze koeien”, verteld Bert. “Er gingen er een aantal dood. Daarnaast werd zijn vader in 2013 ziek waardoor hij eigenlijk het bedrijf niet meer kon runnen. Ik kwam toen net van school en kon gelijk het bedrijf overnemen”. Vader herstelde gelukkig wel en Bert ging met de bank in overleg. Die wilde echter niet meewerken en ze waren gedwongen om te stoppen met melken. Dit hebben ze een half jaar lang niet gedaan. Maar Bert wilde wel verder.

Een ingeschakelde adviseur zag nog wel mogelijkheden voor het bedrijf. Bert wilde graag de stal weer vol met koeien, kocht een andere melktank, investeerde in het bedrijf en ging vol aan de slag. Maar na 3 maanden melken kwamen de regeltjes weer om de hoek kijken. “In verband met de fosfaatrechten moesten er weer 22 koeien weg”. De lol ging er op deze manier wel vanaf.

Via Facebook volgde Bert al enige tijd een aantal boeren die waterbuffels hielden. “Voor buffels geldt geen fosfaatrecht”, zegt hij. “Ze worden gezien als huisdieren. Maar ook hebben ze minder fosfaat uitstoot, omdat ze een heel ander type mest produceren. Daarnaast zijn de voerkosten lager, omdat ze minder eten en minder krachtvoer nodig zijn. Ze zijn veel sterker dan gewone koeien”. Al met al genoeg redenen om de switch te maken van koe naar waterbuffel.

Nu staan er dus 14 waterbuffels tevreden in de stal. Van origine komen waterbuffels uit Azië, maar deze komen uit Italië. “Via een advertentie van de melkfabriek op Facebook, zag ik dat ze buffelboeren zochten”, vertelt Bert. “Deze buffels kon ik overnemen van een boer uit Brabant. In november komen er nog 17 stuks bij en dan gaan we ook beginnen met melken. Tot aan april komen er dan nog eens 35 vaarzen bij die drachtig zijn”. De draagtijd van een buffel is 10 maanden, dat is een maand langer dan bij de gewone koeien.

Op dit moment is Bert de 12e boer in Nederland die waterbuffels houdt. In 2005 is de 1e boer in ons land gestart. “Er zijn er dus nog niet heel veel die de overstap maken” volgens Bert. De dichtstbijzijnde zit in Coevorden, maar de meesten zitten in Brabant. Dat het nog redelijk uniek is, blijkt wel uit alle aandacht van de media die er de afgelopen week is geweest. Niet alleen RTV Noord kwam langs, maar zelfs de 5 uur show van SBS6 kwam met een cameraploeg naar het Hoge Noorden. Een hoop aandacht dus voor deze nuchtere boer uit Onstwedde.

De buffels staan op dit moment nog op stal, maar vanaf komende maand gaan ze de wei in. “We moeten alleen zorgen dat ze niet uit kunnen breken, want dan moeten we ze uit het kanaal gaan vissen”, lacht Bert.
Het zijn rustige en vooral nieuwsgierige dieren. Zodra hij de stal in loopt komen ze naar hem toe en leggen soms zelfs even de kop bij hem op de schouder. En alle 14 krijgen ze een aai over de bol.

Een waterbuffel produceert ongeveer 10 tot 12 liter melk per dag. Over een heel jaar is dat ongeveer 2500 liter per buffel. Ze geven zo’n 260 tot 280 dagen per jaar melk, dus minder dan gewone koeien.
De melk wordt eens per week opgehaald in een koelauto en gaat dan naar Italië. Daar maken ze er onder andere mozzarella van. “De echte mozzarella wordt van buffelmelk gemaakt”, weet Bert. “Daarnaast wordt er kaas, ijs en yoghurt van gemaakt. Ook voor mensen met een koemelkallergie kan buffelmelk een oplossing zijn. 92% kan namelijk wel tegen de melk van buffels”.

Ook het vlees van buffels is goed te eten. “Het is gewoon rundvlees, alleen dan met minder cholesterol, maar wel met meer eiwitten en meer ijzer. Dus is het vlees ook geschikt voor mensen die rekening moeten houden met hun cholesterol”.   Het vlees is zacht en minder vet.

En wat gaat de toekomst brengen? Bert hoopt dat rond deze tijd volgend jaar het nieuwe bedrijf goed in productie is. Het lijkt hem dan mooi om vanuit het eigen bedrijf melk en vlees te gaan verkopen.
Het begin is er in ieder geval. Met 14 mooie dames op stal ziet de toekomst er weer rooskleurig uit.

Bert, heel veel succes gewenst en hou ons op de hoogte van alle mooie plannen!

Gerda Nijenbrinks