7 juni 2016
Afl. 102 – 07-06-2016

Met het zicht op de vakantie in deze aflevering een thema, waarover we ’t nog niet eerder gehad hebben. t Mos n moal wezen dus.

Onstwedde kende nog niet zo heel lang geleden aanzienlijk meer boerenbedrijven dan nu. Daarover hebben we ’t wél eens gehad (zie afl. 90 en 91 van deze rubriek).
Direct na de 2e Wereldoorlog (1940/’45) stond de landbouwmechanisatie nog in de kinder-schoenen en ’t is daarom begrijpelijk, dat in die tijd nogal wat meer mensen ‘landarbeider’ van beroep waren dan vandaag de dag. ’t Waren mannen, die in vaste dienst of als seizoenarbeider bij een zelfstandige boer werkten. Dat was hard werken, maar daarin stond de agrarische sector niet alleen: lange werkdagen en ook ’s zaterdagsmorgens aan de bak (ook op scholen voor middelbaar – en hoger onderwijs!) waren tot 1961 bv. algemeen.

Vlak na die 2e W.O. heerst er in Nederland groot optimisme over de toekomstige sociale verhoudingen. Al in 1946 zien we dan ook hoe zowel werkgevers- als werknemers-organisaties zich duchtig inspannen voor betere regelingen; met name voor tijdelijke werknemers / losse arbeiders. Zo ontstaat o.a. het ‘Vacantiefonds voor den Landbouw’. Tot dan toe kregen losse arbeiders immers geen vakantiegeld en ook de feestdagen werden ze niet doorbetaald. Het fonds verbetert deze onrechtvaardige situatie.

Het vakantiegeld voor vaste arbeiders was 6 à 7% van hun loon. Voor de seizoenarbeiders, de “losse arbeiders”, kon een Onstwedder boer nu bij de Coop. Boerenleenbank aan de Havenstraat 23 zgn. ‘vacantiebonnen’ kopen. Hij deelde deze bonnen dan uit aan zijn seizoenarbeiders. Het aantal uitgereikte bonnen was uiteraard afhankelijk van het aantal gewerkte uren. De ‘vacantiebonnen’ dienden door de arbeiders in een boekje geplakt te worden. (Dit “zegeltjes plakken” kwam ook in andere bedrijfstakken dan de agrarische voor en had dan vaak te maken met pensioenopbouw). Behalve het voordeel dat via dit “zegeltje plakken” zowel de werkgever als de werknemer niet werden opgezadeld met allerlei administratieve rompslomp, is er tot 1999 ook nog een fors belastingvoordeel verbonden geweest aan de verzilvering van de vacantiebonnen.

Er waren bonnen van verschillende waarden en daarom ook in verschillende kleuren. Zo waren er bv. bonnen van 30 cent (in 1954) tot zelfs 80 gulden (in 1993). Omdat ’t uiteindelijk om waardepapiertjes ging werden speciale kenmerken aangebracht en werden de bonnen gedrukt bij Joh. Enschedé in Haarlem, dezelfde drukkerij die toen ook onze papieren guldens drukte. Als afbeelding op de bonnen werd veelal een tafereel uit de landbouw gekozen; soms (zoals op de bij deze aflevering afgebeelde zegels) met een aanvullende relatie tot de vakantie: twee fietsende mensen in een landschap met een paard, twee tenten en drie korenschoven.

Hiske Boels (* Vosseberg 1920), die zelf ook landarbeider was, had in de jaren ’50 van de vorige eeuw een bijbaantje als afdelingspenningmeester van de CNV-landbouwbond. Omdat de Bonden belast waren met de uitvoering van het Vacantiefonds, konden de landarbeiders uit Onstwedde en omgeving met Pasen, Pinksteren, Kerst en bij de Zomer-inlevering bij Hiske thuis (eerst aan de Hardingstraat 16, later aan de Boslaan en vanaf 1953 aan de Hardingstraat No. 30) terecht om hun vakantiebonnenboekje in te leveren. Samen met zijn vrouw, Jantje Boels-Wind, telde Hiske dan de waarde van de bonnen. Op het hoofdkantoor van de Bond controleerde een accountant of alles klopte en die stuurde de gegevens vervolgens door naar het Vacantiefonds. Het getelde bedrag kon een paar weken later door de arbeiders worden afgehaald bij Boels: het vakantiegeld!
Doordat het aantal ‘losse arbeiders’ vanaf de jaren (19)’60 heel snel kleiner werd, verdween gaandeweg ook de functie van het ‘Vacantiefonds’. Na verjaring van de allerlaatste rechten van werknemers bij het fonds, werd het na 65 jaar eind 2011 definitief opgeheven.

OPROEP: Herkent u deze vakantiebonnen? En kunt er mogelijk nog iets over vertellen?
(Mag natuurlijk ook over de tijd gaan, dat u als kind hoorde/merkte hoe er met de uitbetaalde vakantiebonnen werd omgegaan).
U komt gemakkelijk met mij in contact via het aanklikken van mijn naam hieronder.

DANK! Onze dank voor het (bewaren en) aanleveren van het materiaal voor deze aflevering gaat uit naar de heer Harm Luring (Hardingstraat) en z’n schoondochter, mevr. Chonda Luring-te Velde. Mevr. Zwaantje Mulder-Boels zorgde voor nuttige aanvullende info.

© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)