- Terug
- Zo was 't
- Merkfietsen van onvervalst Onstwedder Fabrikaat
Merkfietsen van onvervalst Onstwedder Fabrikaat
Afl. 60 – 11-09-2014
In het mei-nummer van “Noorderland”, een populair tijdschrift over cultuur en natuur in het noorden van ons land, stond een artikel over onze noordelijke fietsfabrikanten in het verleden. Verscheiden merken zult u mogelijk nog wel herkennen, tenminste als bij u de grijze haren onmiskenbaar de overhand hebben gekregen. Bv.: Gruno, Fongers, Germaan, Veeno, Groninger Kroon (ja ja, dat is ook een oud appelras), Noordster en Dresco. Een heel leuke vond ik wel het merk ‘Gasvrat’. Die naam is de samentrekking van de eerste letters van de reclame:”Gemakkelijk, aangenaam, snel, veilig rijwiel Adolf Timmer”. Timmer was in 1910 smid/fietsenmaker in Valthermond en adverteerde met zijn product als “het lichtst loopende rijwiel ter wereld. Het wonder der Rijwiel-industrie.” Hij verkocht er zo’n 175 van tegen een prijs vanaf ƒ 75 (= ca. € 34).
Het toeval wilde, dat ik juist in die tijd een foto in handen had gekregen van een zgn. balhoofdplaatje (zat vooraan de stuurstang, iets boven de voorvork) van ‘Henda’-rijwielen. Dat zou een Onstwedder fietsmerk geweest moeten zijn. Nou ben ik al heel wat jaren met de Onstwedder geschiedenis bezig, maar mijn reactie was precies zo als van al die andere Onstwedders die ik hierover bevraagde: ”Nog nooooit van heurd.”
Maar daarom niet getreurd. Voor dit soort probleemsituaties hebben wij in de 21e eeuw toch de Google-zoekmachine Oké, “Henda fietsen” ingetoetst en tot mijn stomme verbazing krijg ik via www.weeronline.nl “...het actuele korte rokjes fietsweer in Oulad Bou Henda...”, in Marokko... Wat is dat nou? Zou die veronderstelde Onstwedder fietsfabrikant naar Marokko zijn geëmigreerd, daar een attractieve fietsroute voor die-hards-in-korte-rokjes hebben ontwikkeld en die route hebben vernoemd naar zijn fietsmerk? Niet geheel onmogelijk, maar ook niet logisch.
Aanvullende nasporingen in ons dorp brachten licht, helder licht.
‘Henda’ staat simpelweg voor ‘Hendrik Addens’, fietsenmaker op de Holte no. 35 (naast de toenmalige Chr. Basisschool ‘De Ark’, waar hij werd opgevolgd door zijn zoon Elzo). Daarna is hij, samen met zoon Albert, nog een tijdlang in dezelfde affair actief geweest aan de Hardingstraat no. 10, waarbij mij als nieuwkomer in ons dorp vooral zijn attractieve prijsstelling opviel: bij reparaties betaalde je nauwelijks iets meer dan de prijs van de nieuw aangebrachte onderdelen.
In de jaren ’30 van de vorige eeuw, de crisisjaren, was het wettelijk toegestaan je eigen fietsmerk te voeren. Je mocht jezelf dan ook ‘fabrikant’ noemen.
Door die economische crisis stond de prijs van een fiets begrijpelijkerwijs flink onder druk. En dan noemen we nog niet eens de concurrentie onder de liefst 8 fietsmakers die Onstwedde in die tijd kende. Behalve Addens waren dat: Geert Scheper, Luud Heikens, Willem Heikens, Jan (“Ainaarm”) Wubs, Wubbe Lutjeboer, Wolfs (waar Addens het fietsmakersberoep leerde) en Mulder in Veenhuizen (die oefende trouwens in hoofdzaak het smidsberoep uit). Hendrik Addens zag in de fietsproductie wel (wat beleg voor) een boterham. Hij kocht onderdelen bij o.a. de fa. Dresselhuis & Co. in Winschoten, die van het ‘Dresco’-fietsmerk. Addens monteerde al die onderdelen tot een puike fiets, een onvervalste Henda-fiets. Hoeveel hij ervan verkocht heeft was niet te achterhalen, maar ’t was in elk geval een aantal jaren een leuke bijverdienste. Na de 2e Wereldoorlog maakten nieuwe belastingmaatregelen de fabricage van fietsen onder eigen naam een stuk minder lucratief: de fietsen werden te duur. Het Henda-merk verdween geruisloos van de markt. De naam bestaat nu nog slechts in Marokko...
Tijdens mijn nasporingen naar de herkomst van Henda, werd mij verteld dat er nóg een Onstwedder fietsmerk op de markt was geweest, nl. Schepo, het merk dat Geert Scheper voerde. ‘Schepo’ stond voor Scheper Onstwedde.
Zoon Jacob Scheper weet nog het een en ander over het ouderlijk bedrijf te vertellen. Zijn vader is in de jaren (19)‘30 achterin de boerderij van Grietje Huiges aan de Hardingstraat no. 1 (- waar Geert Maarsingh later z’n nieuwe boerderij bouwde en nu Heye Wubs Meubelen & Woninginrichting zit -) met z’n fietsenmakerij begonnen. Aan het eind van de jaren ’30 verhuist hij naar de Luringstraat 2a (waar later Jan Bosscher z’n galanterieën-winkel en nog later Salomons (‘LuSa’) en Dries Helmholt hun cafetaria hadden). Moeder Scheper verdient in die tijd iets bij door voor in het pand een winkeltje in Manufacturen te beginnen onder het motto ‘Alle beetjes helpen’.
Na de 2e Wereldoorlog begint Geert, - niet blind voor de financiële situatie in tal van gezinnen -, met het opknappen van oude fietsen. Verschillende daarvan hebben in de oorlogsperiode nog op Guzzi-banden gereden en zien er tamelijk verwaarloosd uit. Geert Scheper geeft de ouwe karretjes een grondige oververfbeurt, waarna hij er met een zgn. biezentrekker* ter verfraaiing sierlijnen op aanbrengt. Een buitengewoon nauwkeurig werkje, waarbij je je vanzelfsprekend geen trillende handen kon veroorloven.
Als de bezitter van een oude fiets een ietsiepietsie kapitaalkrachtiger is, wordt de tweewieler opgestuurd naar de al eerder genoemde fa. Dresselhuis & Co. (‘Dresco’) in Winschoten. Daar wordt de fiets dan ‘gemoffeld’: grondig gereinigd en van een nieuwe lak op email-basis voorzien.
Het ‘fabrikanten-werk’ van zowel Geert Scheper als Hendrik Addens bestaat in dit geval hoofdzakelijk uit het opnieuw in elkaar zetten van de fiets-onderdelen. Vooral de kogellagers en het eventueel vervangen van het niet meer goed functionerende “lopende werk” krijgt daarbij de meeste aandacht.
Kenners roemen de kwaliteit, de stevigheid van de fietsen van toen. De zgn. retro-fietsen die o.a. bij de jeugd van nu in de mode zijn, lijken wel wat op de fietsen van toen, maar kunnen de vergelijking qua deugdelijkheid bij lange na niet aan. ”Die oud-model-fietsen van nu zijn gemaakt voor onze weggooi-maatschappij. En daarmee is alles gezegd!”, zo reageert een kenner kort en bondig.
Om een en ander even in de juiste proporties te zien: ’t gaat bij de productie van Schepo-rijwielen om maximaal een (enkele) 10-tal(len) per jaar. Aan te nemen valt, dat dit aantal bij de Henda’s niet veel hoger zal hebben gelegen.
Geert Scheper overlijdt begin 1954. Met z’n fietsenmakerij is ’t in de jaren daarvoor al vrijwel gebeurd.
Nee, ’t is wel jammer, maar een voor potentiële Onstwedder multi-national zullen we ’t in een ander product dan fietsen moeten zoeken. Daar moeten we in de jaren die komen dan maar voor gaan!
Dat neemt overigens niet weg, dat we op de genoemde twee Onstwedder fietsmerken, de Henda’s en de Schepo’s, gerust een beetje trots mogen zijn.
* Jacob Scheper heeft nog een exemplaar van zo’n originele biezentrekker in bezit. Prachtig was ’t om te zien hoe Wilhelmina-dubbeltjes werden gebruikt om de zaak scherp te houden, zodat de lijntjes mooi dun bleven.
N.B. Onze hartelijke dank gaat uit naar Elly Addens en Jacob Scheper voor de foto's van de balhoofd-logo’s en naar Albert Addens, Jacob Scheper en Geert Wilts, voor hun informatie.
© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)