- Terug
- Zo was 't
- Eerherstel voor de heksen van weleer?
Eerherstel voor de heksen van weleer?
Afl. 180 – 12-06-2023
Zaterdag 3 juni kwamen er op de Gieselbaarg, achter Wessinghuizen, zo’n 60 mensen samen. Ze kwamen ter herinnering aan de ruim 20 zogenaamde ‘heksen’, die op die plek in de periode 1587 – 1597 levend zijn verbrand.
't Was daarmee één van de bijna 20 bijeenkomsten die op die dag door heel Nederland werden gehouden. Noem ’t maar een nationale actie tot eerherstel van die (vooral) vrouwen die met name in de 16e eeuw op onmenselijke wijze het leven lieten. Omdat ze zogenaamd een bondgenootschap met de duivel hadden gesloten. In de praktijk ging ’t veelal om vroedvrouwen, genezers of vrouwen die kennis hadden van geneeskrachtige planten.
Zowel de rechterlijke macht als de kerkelijke leiders ondersteunden deze – hoogst bijgelovige – manier van (on)schuldigen straffen. Zeker als ‘t om het vreemde, onverwachte en dodelijke gebeurtenissen ging, was een eerlijk proces bij voorbaat al vrijwel uitgesloten. Via opsluiting in een mensonwaardige kerker (waarvoor ook nog door de familie betaald moest worden!), “op het water gooien” (heksen zouden immers blijven drijven, want anders konden ze niet gewichtloos op een bezem door de lucht vliegen), zwaar martelen door ze bv. langdurig te slaan of een centimeter of tien uit te rekken op de pijnbank, het was allemaal geoorloofd. De drost van de Wedder burcht hield ’t allemaal keurig bij.
Daardoor weten we eeuwen later nog precies hoe ’t ging. Toen.
Ergens past een herdenkingsactie als die van 3 juni echter ook wel in het plaatje van onze huidige tijd. Honderd en meer jaren nadat misstanden als slavernij en andere vormen van uitbuiting van medemensen aan de orde van de dag waren, komen we bv. nu wereldwijd met uitgebreide excuses daarvoor.
Volkomen ten onrechte tot de brandstapel veroordeelde vrouwen die als ‘heksen’ werden betiteld, passen daarbij prima in zo’n “sorry-cultuur”. Hoewel...
De basis voor de heksenvervolging was in wezen het sterk heersende bijgeloof. Anno 2023 is het bijgeloof in onze samenleving m.i. bijna even sterk als vier- à vijfhonderd jaar geleden. Ga maar ’s na hoe vaak ons o.a. via onze a-sociale media de laatste jaren complot-theorieën zijn opgedrongen. Bewijzen daarvoor? Ho maar. ’t Is net als het spook op zolder. Wie de moeite neemt om “het spook” op te sporen, ontdekt dat de kat van de buren stilletjes is binnengeslopen en in z’n wanhoop op de zolder terecht is gekomen...
Ik was die zaterdag in gezelschap van Lubbe Kroeze uit Emmen. Hij was ooit een aantal jaren voorzitter van het – sinds 2019 helaas verdwenen – Radio- & Speelgoedmuseum aan de Boslaan. Daarbij is hij al z’n hele 80+leven een even grote enthousiasteling in de streekgeschiedenis (hij in de streek van Emmer Compascuüm en - Erfscheidenveen) als ik ook nog steeds ben.
Lubbe’s voorgeslacht – u had ’t kunnen raden – komt oorspronkelijk uit Onstwedde/ Veenhuizen. Ze heetten toen nog ‘Kruize’. Na de verhuizing van de familie naar het Drentse, begin 19e eeuw, gingen ze in ambtelijke stukken plotseling ‘Kroeze’ heten. Tja, en als je één keer zo in de ambtelijke boeken bent komen te staan...
Nog veel merkwaardiger is ‘t echter, nog indringender, dat deze familie Kroeze een rechtstreekse familielijn heeft naar Allicke Tensinck. Deze Allicke uit het Onstwedderse Veenhuizen hoorde bij de groep “heksen” die op 6 juli (nota bene ook precies Lubbe’s verjaardagsdatum) 1587 op de brandstapel op de Gieselbaarg hun leven verloren.
Er zouden nog vele volgen…
In een alleszins bezienswaardige expositie in het Klooster van Ter Apel hebben de zogenaamde Westerwoldse heksen van toen, van kunstenares Ludmilla van de Spoel (uit Enschedé) anno nu alsnog een gezicht gekregen. Tot begin september a.s. kunt u er nog terecht.
Ik hoef in deze aflevering van ‘Zo was ‘t’ de feministische beweging geen stroop om de mond te smeren. Maar als ik heel eerlijk ben (en dat probeer ik steeds na te streven) wordt ’t niet alleen de hoogste tijd om te erkennen dat we met de heksenvervolging van weleer he-le-maal fout zaten, maar moeten we zelfs een fikse stap verder durven gaan.
’t Is toch bv. compleet van de zotte, dat de geldprijzen die vrouwen op tennistoernooien kunnen winnen een fractie zijn van wat de mannen-winnaars mogen incasseren. En dan noemen we nog niet eens het verschil tussen het idioot-hoge salarisniveau van regelmatig show-jammerend ter aarde stortende voetbalkereltjes ten opzichte van onze enthousiast voetballende vrouwen.
Meer voorbeelden liggen helaas – nog steeds – voor het oprapen.
Zullen wij afspreken, dat Lubbe Kroeze’s stapelbetovergrootmoeder uit Veenhuizen voor ons Onstwedders / Westerwolders bijna 450 jaar later het signaal geeft om aan deze onterechte, mensonterende behandeling een eind te maken? Beter kun je je respect voor hun offers van toen m.i. niet tot uiting brengen.
Of moeten we net als het ukkie op de foto van vandaag, een foto genomen tijdens de heksenherdenking op de Gieselbaarg, vol schaamte wegkruipen tussen mama’s benen?
N.B.: Met dank aan dhr. Lubbe Kroeze uit Emmen voor de foto.
© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)