- Terug
- Zo was 't
- Bodemvondsten, historisch en prehistorisch - Deel 3
Bodemvondsten, historisch en prehistorisch - Deel 3
Afl. 170 – 21-04-2022
Eigenlijk kan ik me nauwelijks voorstellen dat ’t al weer bijna 10 jaar is geleden dat ik in de zuster-rubriek van ‘Zo was ‘t’ (= ‘Taikens & Toal’)• schreef over Gherd en Aijcko. Deze twee Onstwedder jonge mannen smeten in de 9e eeuw v. Chr. met woeste kop, maar ook vol van angst voor de ‘widde wieven’ en andere boze geesten, twee mooie stenen bijlen vanaf de Onstwedder Esch de laagte in. Een laagte die later ‘de Zuudènden’ (‘de Zuid-einden’) heette. Dat land lag immers ten zuiden van de Esch, hét Onstwedder akkerland uit de beginjaren van ons dorp, ca. 800 na Chr. Nog anders gezegd: Gherd en Aijcko keken al gooiend richting het gebied dat wij nu ‘de Glethe’ noemen, richting Scholtweg/ Vledderhuizen.
Van de steeds zorgwekkender ontwikkelingen in het landschap dat hen omringde hebben Gherd en Aijcko indertijd niets meer meegekregen. Zij gooiden hun bijl(en) in het aflopende gebied aan de voet van de Esch (waarschijnlijk) ca. 800 v. Chr. Bijlen die bedoeld waren als een offer aan de boze geesten die de bewoners van Uneswido (= de oude naam van Onstwedde) steeds meer in hun bestaan bedreigden. Trouwens… als je op een kille avond vanuit Onstwedde richting Stadskanaal rijdt en bij de afslag Veenhuizerweg naar links kijkt, kun je ook in het heden soms nog zien hoe laaghangende mistflarden zich haast wat griezelig over het land kronkelen. Wij kunnen vandaag de dag echter voldoende van weers-ontwikkelingen weten om die mistkronkels weliswaar te signaleren, maar vervolgens via weer-online of iets dergelijks vast te stellen, dat de volgende morgen waarschijnlijk een beetje aan de koele kant zal beginnen.
Nou, dat was zo’n 3.000 jaar geleden dus wel anders. ANGST! was het bepalende woord. ANGST om het voortbestaan. En terecht! Want ca. 500 v. Chr. was Onstwedde, was heel Westerwolde een totaal verlaten gebied geworden. Er viel daar, op enkele kleinere zandhoogten na, niet meer te leven. Aan alle kanten was men ingesloten geraakt door het oprukkende veenmoeras. Een gebied waarin je, zodra je een stukje buiten je erf kwam, alleen maar jammerlijk kon verzuipen.
Omstreeks 1962 vond Geert Volders Azn. de prachtige vuurstenen bijl die u vandaag op de foto ziet. Het is een exemplaar uit de nadagen van de zgn. Trechterbeker-cultuur (in ons gebied rond 2.500 v.Chr.). Het begin van deze cultuurperiode was tevens de start van het boerenbedrijf als middel van bestaan. Daarvoor waren de voorouders vooral jagers/verzamelaars. De bijl van vandaag is waarschijnlijk nooit echt als bijl gebruikt. Voor handgebruik (zonder steel) is hij (iets) te groot en te zwaar. Gelet op z'n ouderdom heeft de bijl echter vast en zeker al lange tijd in het boerenhuisje van Gherd en Aijcko gelegen. Een heel eenvoudig huisje met “muren” van takken en leem en een rieten dak.
Als gezegd was ANGST de bepalende factor bij de offerande aan de ‘widde wieven’. ANGST voor het oprukkende veenmoeras en daardoor ANGST voor het teloorgaan van het geliefde woon- en levensgebied. Ik heb de afgelopen jaren de bijl van de foto een aantal keren mogen lenen van de fam. Volders om ‘m te gebruiken voor een rondleiding in de kerk-met-de-Juffertoren. Als u dat een beetje vreemd vindt, kan ik u bij dezen uit de droom helpen.
Vrij kort nadat de eerste bewoners rond het jaar 800 na Chr. vanuit Duitsland onze streek weer herbevolkten, werd ook het Christendom hier gebracht. Eveneens vanuit Duitsland. En ziedaar: hemels-breed een kilometertje vanaf de plek waar ooit twee prachtige stenen bijlen uit ANGST als offer in het oprukkende veenmoeras werd gegooid, kwam Onstweddes eerste kerkje te staan. Een klein en heel eenvoudig, houten kerkje, zonder toren, maar in elk geval een bouwwerk waarin vanaf het begin voor één woord geen plaats was : ‘angst’.
U vat ‘m?
Houen zo, zou ik willen zeggen.
• N.B.: Als u het hele verhaal over Gherd en Aijcko nog ’s wilt lezen, dan verwijs ik u naar aflevering 3 (d.d. 1 augustus 2012) van ‘Taikens & Toal’.
Tenslotte wil ik de fam. Volders hierbij hartelijk bedanken voor het af en toe mogen lenen van hun mooie en inspirerende prehistorische vondst.
© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)