- Terug
- Taikens & Toal
- De scheidsrechter in de turfkist
De scheidsrechter in de turfkist
No. 6 - DE SCHEIDSRECHTER IN DE TURFKIST
Eltjo – ‘Pluuster’ – Lutjeboer van Holte 3 handelt al sinds het eind van de 2e Wereldoorlog in vee, oud ijzer en nog zo ’t een en ander. Maar Eltje is vooral een Onstwedder en daarbij een club-mens in hart en nieren. Zo onlosmakelijk als zijn familienaam al meer dan honderd jaar verbonden is aan ons dorp, zo vast is Eltjo’s relatie met het sociale gebeuren in zijn woonplaats.
Zo staat hij bijv. rond 1970 samen met Henk Boels en Jan Bosscher borg voor de lening die moet worden afgesloten om een onbewoonbaar verklaarde woning aan de Dorpsstraat 93 te kunnen kopen. Er zijn namelijk plannen om een eigen Onstwedder jeugdsoos te realiseren en daar steek je – in Eltjo’s optiek bijna vanzelfsprekend – je nek voor uit, ook financieel.
De Ocrea-boerderij / Jeugdsoos ‘De Boerderij’ is inmiddels al ruim 40 jaar het levendige bewijs dat hij (en de anderen) toen over visie beschikten. Maar dit laatste is een zijspoor. We willen ’t namelijk over voetbal hebben, voetbal in Onstwedde eind jaren (19)’40. De v.v. Onstwedder Boys bestaat nog niet, in Onstwedde wordt gespeeld onder de naam Voetbalvereniging ‘Onstwedde’ (opgericht 23-04-1947).
Het veld ligt aan de Wessinghuizerweg, naast de boerderij van Kars Horlings (nu: Smith Ranch) en is een studie waard : ’t loopt in de lengte behoorlijk af richting de Dorpsstraat. Da’s fijn als jouw speelhelft op de bult ligt en de bal uit eigen beweging het vijandelijke doel al opzoekt, aanmerkelijk minder leuk als je na een afmattende eerste speelhelft, steeds naar boven moet klimmen. Dan kun je flink “achter de puist” komen …..
Het basishonk van de club is café Heikens, de plek waar het huidige eetcafé Gerak is. De royale gelagkamer wordt in die jaren nog verwarmd met een grote turfkachel in het midden van de zaal. Dat je daarvoor ook een maxi-turfbak nodig hebt, zal iedereen snappen. Weet iedereen trouwens anno 2012 nog wat ‘turf’ is ?*
‘Onstwedde’ heeft op die zaterdagmiddag 3 april 1948 juist z’n thuiswedstrijd achter de rug. De gezichten van spelers, bestuur en supporters staan niet al te vrolijk, want de ‘pot’ van vandaag tegen Wildervank is jammerlijk verloren gegaan. Het spel van de Onstwedders is weliswaar niet al te geweldig geweest, maar scheidsrechter Horlings uit Pekela heeft voor diezelfde Onstwedders ook een behoorlijk negatieve duit in het zakje gedaan. Zeg maar gerust: hij bakte er niks van ! Daarnaast heeft hij zich tegenover enkele bestuursleden al vóór de wedstrijd zeer laatdunkend uitgelaten over “…..dat idiote veld in Onstwedde”.
Als bestuur en supporters dan ook café Heikens binnenstappen, zijn ze verre van goedgemutst. Begrijpelijk, zo denken wij heel nuchter.
De glazen schuimend bier staan nog maar net op de tafel, of daar stapt – tot ieders stomme verbazing – scheidsrechter Horlings de gelagkamer in.
“Zo, een lekkere pils wil er ook bij mij wel in, dacht ik.” - “O joa, dochst doe dat dij pils die wel smoaken zol ? Doe most ja wol n dikke ploate veur de kop hebben”, reageert Eltjo ad rem. - “Natuurlijk wel. Hoezo niet ?”
- “Nou de menaaier woarops doe onze jonges de daze om doan hest is ja te gek veur woorden, man. Moust ja aaiglieks n pak op de pokkel hebben.”
- “U bedoelt met ‘onze jonges’ die ploeg die met een soort hotsknotsbegonia-voetbal heeft geprobeerd een totaal onverdiende overwinning uit het vuur te slepen ? Laat me nou asjeblieft niet lachen. ‘Onze jonges’ waren gewoon een stel ruige roppers van het ergste soort en ’t was niet meer dan logisch dat ik daardoor regelmatig tegen hen moest fluiten. Enne… met uw dreigementen maakt u me niet bang, hoor. Daar word ik alleen maar blij van !”
- “Oooo. Zoooo. Zo dinkst doe d’r over. Nou, wie wazzen van mainen das doe ain anti-‘Onstwedde’-serenade-op-de-flòide tegen onze jonges instedaierst hast. Mannoman, ’t was ja bie de wilde knienen of zoas doe flootst.”
- “Daarin verschillen we dan heel duidelijk van mening. Bovendien zou ’t best ’s zo kunnen zijn, dat je op zo’n hopeloos, zo’n waardeloos voetbalveld als jullie er op na houden beter konijnen kunt houden dan erop te voetballen. Ik zal de KNVB er in mijn rapport op wijzen, dat voetballen op zó’n veld in deze tijd ècht niet meer kan.”
- “Ooooooh ! Dát bist doe ook nog van plan ? Ons t voetballen onmeugelk moaken ? Doe smerege, rötterege mieskaster.”
Voor hij erop verdacht is, heeft Eltjo de scheidsrechter een flinke optater verkocht. Deze raakt daardoor volledig z’n evenwicht kwijt en belandt ruggelings in de grote, vrijwel lege turfkist. Eltjo bedenkt zich niet, gooit het deksel dicht en neemt pontificaal plaats op de kist. Hij voegt de nu totaal verbouwereerde scheids door de open handvatsgaten aan de zijkant toe, dat hij er pas weer uit gelaten zal worden als hij heel nederig z’n excuses heeft aangeboden, excuses voor z’n slechte fluiten, voor z’n hatelijke woorden, voor z’n provocerende gedrag in het algemeen.
’t Duurt maar even of er komt een timide klopsignaal uit de kist. De sterk verfrommelde Horlings biedt z’n excuses aan. Of ’t welgemeend is geweest ? Even later verlaat hij het café, een aantal bruine turfvegen nog op z’n roodaangelopen gezicht.
Eltjo en een groep bestuursleden hebben ’t geweten. Korte tijd later komt er een brief van de KNVB, die meedeelt dat Eltjo levenslang geen bestuursfunctie in het voetbal zal mogen bekleden en dat enkele andere, bij het incident betrokken bestuursleden, resp. 1 en 5 jaar zijn geschorst. Bovendien mag Eltjo zelfs z’n gezicht een aantal jaren niet meer op het Onstwedder voetbalveld vertonen.
Eltjo zit er niet erg mee. In zijn ogen is hij met zijn actie in het strijdperk getreden voor het Onstwedder voetbal, voor zijn club en heeft hij daarmee de gerechtigheid gediend. Basta.
Met het voetballen in Onstwedde is ’t gedaan, want 2 maanden later, in juni 1948 keurt de KNVB het Onstwedder voetbalveld af voor competitievoetbal. Pas als, - o.a. na een succesvolle dorpsactie waarbij de auto met de toenmalige minister-president De Quay tot stoppen werd gedwongen -, in 1963 een nieuw voetbalveld op ‘De Boskamp’ in gebruik kan worden genomen, kunnen de Onstwedder Boys weer blijk geven van hun kunnen.
Er bestaan – gelukkig ! – geen turfbakken meer. Maar de scheidsrechters van Nederland mogen zich desalniettemin als gewaarschuwd beschouwen. Onrecht wordt in Onstwedde niet getolereerd ! Toen niet, nu niet !!
* een turf is een gedroogd, rechthoekig stuk veen, dat eeuwenlang als brandstof diende.
© Klaas Meijer / Geert Schreuder