- Terug
- Nieuws
- LOSSE FLODDERS: Natje en droogje voor Naks
LOSSE FLODDERS: Natje en droogje voor Naks
Jan Luring (1906-1998) was tijdens de oorlogsjaren lid van de Luchtbeschermingsdienst en voorzag zijn ondergedoken buurjongen van eten en drinken.
Aan het begin van de oorlog woonde Jan Luring (toen 34 jaar) met zijn vader Harm Luring bij zijn oudtante, weduwe Harmke Bessembinders-Hubbeling, op Dorpsstraat 20. Jan was lid van de Luchtbeschermingsdienst. (1) Af en toe had hij wachtdienst en beklom dan de trap in de toren van de grote kerk. Vanuit de galmgaten waren met planken uitkijkposten gemaakt om te kijken of er vijandelijke vliegtuigen naderden. Opletten was het wel! Vlak voordat de kerkklok zou slaan, moest je zorgen dat je even beneden was! (2)
Vader Harm Luring overleed in juni 1940. Jan bleef bij zijn tante Harmke in huis wonen. Naast hen, aan de zuidkant, woonde de familie Wubs. Buurman Jan Wubs had maar één arm en werd Jan Ainaarm genoemd in het dorp. Hij was fietsenmaker van beroep. Ondanks zijn beperking kon hij zijn vak uitstekend beoefenen. Zijn vrouw had een tabakswinkeltje. Naast hun huis stroomde de Spiek, een waterstroom van zo’n anderhalve meter breed. (3) Die ging onder de Dorpsstraat door, maar was aan weerskanten een open watergang, die verder ging naar de Mussel-A. De buren hadden onderling goed contact.
Toen in 1943 buurjongen Geert Wubs, postbode van beroep, een oproep kreeg om te werken in Duitsland, dook hij onder bij buurvrouw Harmke. Op de zolder was een schuilplaats gemaakt en daar vond Geert Naks, zoals de bijnaam van Geert Wubs was, een veilige plek om uit het zicht te blijven van de moffen en hun aanhangers. Jan zorgde ervoor, dat Geert zijn natje en droogje kreeg, daar op zolder. Jan was zelf al ouder dan 35 jaar en had dus geen oproep gekregen voor de Arbeitseinsatz. Gelukkig maar! Hij werkte op de boerderij van zijn broer Harm, die in de zomer van 1939 zijn vrouw verloor en achterbleef met drie kleine kinderen.
Eind ’44 kwamen er veel Lüneburgers in het dorp wonen. Ze werden verplicht ingekwartierd. Wie een kamer van zijn huis niet permanent gebruikte, diende deze ter beschikking te stellen aan deze gevluchte NSB’ers. Niemand zat op zulke ongenode gasten te wachten, maar dat was niet belangrijk volgens de heersende macht. Bij broer Harm en de kinderen aan de Brink 15 kwamen ook Lüneburgers in de voorkamer wonen. Het waren de Rotterdamse havenarbeider Jan Sirton en zijn vrouw Gré. Hun dochter Alie was gehuisvest op de boerderij van Abel en Zwaantje Huiges in Smeerling. Regelmatig maakte Jan even een praatje met het echtpaar Sirton. Het waren aardige mensen.
Maandag 17 april 1944 was een feestelijke dag voor Jan en zijn familie. Hij trouwde met zijn grote liefde Geertje Mulder. Ze bleven eerst samen bij tante Harmke wonen. Een paar maanden na de bevrijding werd daar hun dochter Harma geboren.
Met dank aan Harma Stuut-Luring voor de informatie.
Foto: Dorpsstraat met v.l.n.r. de woningen van Jan en Willemina Huiges-Halmingh, Harmke Bessembinders-Hubbeling en fam. Jan Wubs
P.S. Jan Luring woonde na de oorlog tot zijn overlijden aan de Hardingstraat 2.
(1) De Luchtbeschermingsdienst was een Nederlandse organisatie, opgericht in 1939, als maatregel om de burgerbevolking te beschermen tegen de gevolgen van luchtaanvallen.
(2) Nadat de kerkklok door de Duitsers op 11 maart 1943 was gestolen, was er een velg van een vrachtwagenwiel in gehangen, die als kerkklok diende.
(3) De huidige Spijcklaan is ernaar vernoemd.
Hebt u ook nog een bijzondere herinnering, klein of groot, aan de jaren ’40-’45 in Onstwedde? Voor de rubriek Losse Flodders ontvangen we die graag via de mail: redactie@onstwedde.info
Lees meer over Losse Flodders