6 augustus 2014

Op Paaszondag 1941 ben ik geboren als de middelste van 5 kinderen en kreeg de voornamen Wietze Wolter. Wietze verwijst naar mijn opa van moederskant. Mijn opa heb ik nooit gekend. Hij werd in april 1945 het slachtoffer van oorlogsgeweld op Texel. Ook mijn andere opa heb ik slechts van foto’s en verhalen leren kennen want hij  overleed  ver voor mijn geboorte.

Mijn ouders Johannes Troost en Boukje Donker kwamen in 1933 in Onstwedde wonen en  betrokken  het nieuwe postkantoor op het adres Dorpsstraat 15. Nadat mijn vader vanwege hartproblemen was afgekeurd gingen mijn ouders in de Karskenslaan wonen, in het huis waar mijn broer Hessel en zijn vrouw Trieneke nu wonen.

Na 2 jaar kleuterschool bij juffrouw Beikes ging ik naar de lagere school in de Dorpsstraat, een paar honderd meter van ons huis verwijderd. Van de laatste jaren van de lagere school is mij heel goed bijgebleven dat ik ‘s morgens voordat ik naar school ging ging, bij de familie Eelsing langs ging om gebakken bloedworst  met stroop te eten. De familie Eelsing verloor  in 1942 hun huis door brand en vond tijdelijk onderdak bij ons in de buurt. Door de sociale bewogenheid van mijn moeder was er veel contact met de familie Eelsing. Gebakken bloedworst met stroop vind ik nog steeds erg lekker. Voor de echte leverworst en ook droge worst moet ik ook vandaag aan de dag zijn bij de slager in Onstwedde of directe omgeving.

Na de lagere school volgde de MULO in de Luringstraat, wat op de fiets een ritje van een minuut of 5 was. Er is een bepaald voorval uit de MULO-jaren dat ik nooit meer zal vergeten: op zekere dag  sla ik vanuit de Luringstraat de Dorpsstraat in en zie in de verte aan de rechterkant grote rookwolken en vuur. Ik dacht dat ons huis in de brand staat en ik zak letterlijk door de grond. Even later ontdek ik dat het de kapitale boerderij van boer Wubs naast ons is. Dat maakt het voorval niet minder dramatisch, voor mij wel een heel grote opluchting.
 
Zowel de lagere als de MULO-school verliepen voor mij erg vlotjes en het was dan ook niet verwonderlijk dat de volgende stap de HBS in Stadskanaal was. Als A-klant moest ik toelatingsexamen doen. Dat werd een hele klus in de zomervakantie, vooral de wiskundevakken. Dank zij de hulp van mijn moeder, zelf een HBS-B klant, en de wiskundeleraar van de MULO, is het mij toch gelukt. Na twee jaar had ik mijn volgende diploma op zak. Voordat ik met een studie kon beginnen, moest ik in militaire dienst. Dat avontuur duurde slechts een aantal maanden en ik heb daarna tijdelijke gewerkt bij de Amsterdamsche Bank aan de Grote Markt in Groningen. Zes dagen per week op en neer met de GADO-bus. In die tijd werkte je ook nog op zaterdagochtend. Net toen op de bank dacht dat ze in mij een goede kracht gevonden hadden voor de afdeling Buitenland, begon ik enkele honderden meters verderop aan een  studie Duits. Op woensdagmiddag deed ik enkele uren Russisch als bijvak. Na het behalen van de MO-A akte hield ik het voor gezien. Literatuur was en is niet mijn ding. Ik lees wel graag en veel met als gevolg ruimtegebrek. Een aantal jaren geleden heb ik dan ook een e-reader aangeschaft.

Israël
Als klein jongetje las ik al de krant en had ik veel belangstelling voor het wel en wee in de wereld. De Koude Oorlog en de Sovjet Unie waren week in week uit actueel. Regelmatig schreef de pers over kolchoz of collectieve boerderij, een verschijnsel dat door de ene partij verheerlijkt werd, maar waarover aan de andere kant ook erg kritisch geschreven werd. In het toen zeer socialistische Israël was er een soort equivalent in de vorm van kibboets. Ik wilde uit eigen ervaring wel eens weten hoe het leven in een kibboets was en zodoende ben ik op een gegeven ogenblik per schip van Piraeus (Griekenland) via Cyprus naar Haifa gereisd. Mijn uiteindelijke bestemming was de kibboets Givat Hayim Ihud, in de jaren 30 gesticht door Joden uit Duits sprekende gebieden in Europa. Het was ook de eerste kibboets waar Duitse vrijwilligers welkom waren. Die beslissing was na heel veel praten gevallen en bleef omstreden. De meeste vrijwilligers zoals ik werkten in de citrusboomgaarden. Nog nooit van mijn leven heb ik zoveel citroenen en sinaasappelen gezien en gegeten. Als het weer minder goed was werkten we in de pluimvee, hoofdzakelijk kalkoenen. In de kibboets begon de dag voor iedereen met ontbijt in de gezamenlijke eetzaal. De kinderen, van groot tot klein, brachten de nacht door in slaapzalen, dus niet bij de ouders thuis. Overdag naar school en na schooltijd naar het ouderlijk huis. In die tijd heb ik kennis gemaakt met producten zoals halva,  avocado, kikkererwten en humus. Op de zaterdag  waren we vrij en trokken dan meestal door de velden om in de Middellandse Zee te zwemmen. 

Vanuit mijn belangstelling voor archeologie heb ik vervolgens vier maanden door gebracht op de berg Massada, waar een aantal jaren honderden vrijwilligers onder leiding van beroepsarcheologen bezig geweest zijn met opgravingen.  De berg Masada staat symbool voor de vrijheid. Na de verwoesting van Jeruzalem in het jaar zeventig is een grote groep joodse vrijheidsstrijders, de Zeloten, naar de berg gevlucht om als laatsten  weerstand te bieden tegen de Romeinen. Ons bivakkamp lag aan de voet van de berg en elke morgen was er de lange en niet ongevaarlijke tocht naar boven. In die tijd was de vondst van de bijbelrollen van het nabij gelegen Qumran heel actueel en iedereen die deel uitmaakte van de expeditie hoopte dan ook  op een dergelijke spectaculaire vondst.  
Op weg terug naar Nederland heb ik gedurende twee maanden een baantje als schoonmaker bij het gemeentelijk vervoerbedrijf in Munchen gehad. Dat leverde lekker veel geld op omdat ik bijna gratis in een gemeentelijk Jugendheim woonde en bovendien nachtdiensten moest draaien. Eenmaal terug in Nederland wilde ik na een kort verblijf aan een grote wereldreis beginnen die me naar China moest brengen. Door een ernstig arbeidsongeval van mijn broer Dick, die in Canada woonde, moest ik mijn vertrek een aantal maanden uitstellen.

Zuidoost Azië, China en Japan

Waarom China? In de jaren dat ik opgroeide als schooljongen zag je in de pers als het over China ging, altijd foto’s  met heel veel Chinezen. Of het nu om het bouwen van een grote dam in een rivier ging of de Koreaanse Oorlog, altijd maar weer dat massale aantal. China was voor westerlingen één groot mysterie.  De uitdrukking “het gele gevaar” stamt ook uit die tijd. Dit alles maakte mij erg nieuwsgierig en ik wilde graag uit eigen ondervinding  weten wat Chinezen zoveel anders maakte. Dus ging ik weer liftend op stap. Via het Midden-Oosten kwam ik in India terecht waar ik drie maanden heb rond gezworven. Overnachten deed ik in goedkope hotels of in Sikh tempels waar je op de stenen vloer sliep, het onderdak en het eten waren gratis. Liften was in India erg moeilijk, maar daar bood reizen per trein, derde klas, met wagons  zonder ramen, een goed alternatief. Om in mijn onderhoud te voorzien heb ik in Bollywood (Bombay), het huidige Mumbai, als figurant gewerkt. Dat was niet de eerste keer en ook niet de laatste keer dat ik als figurant werkte. Op de zware markt in Calcutta heb ik een vliegticket gekocht en via een verplichte tussenstop in Rangoon kwam ik een dag later in Bangkok aan of Krung Thep zoals de Thais zeggen
Tijdens mijn lange verblijf in Thailand heb ik een aantal keren Cambodja bezocht, met als grote trekpleisters de ruines van Angkor Wat en Angkor Thom. Een regelrechte sensatie waren de vluchten met een DC-3 van Air Cambodge vanaf de hoofstad PnomPenh naar Saigon, de hoofdstad van het toenmalige Zuid-Vietnam. De oorlog in Vietnam was in die dagen op zijn hoogtepunt en om goed herkend te worden in het oorlogsgeweld moest het vliegtuig op  een hoogte van 400 meter vliegen. Ook de bezoeken aan Vientiene in Laos waren spannend omdat je altijd illegaal de Mekong moest oversteken en dan maar hopen dat de taxichauffeur de bewaakte wegversperringen wist te omzeilen. Vanwege de interne politieke situatie was het niet mogelijk de koninklijke hoofdstad Luang Prabang te bezoeken. Achteraf gezien was een bezoek vanuit Thailand aan de Gouden Driehoek wel het meest opmerkelijke. De Gouden Driehoek besloeg een deel van Thailand, Birma en Laos waar de illegale opiumteelt in handen was van Chinese ex-militairen die eind jaren veertig uit Zuid-China gevlucht waren.

Na bijna een jaar verliet ik Thailand per boot op weg naar Hong Kong om daar een visum aan te vragen voor China.  Tot mijn grote verbazing ontmoette ik op de boot een Japanner die ik jaren tevoren al eens ontmoet had in Duitsland waar hij in Nürnberg studeerde. Tot op de dag van vandaag heb ik nog goede contacten met hem. De laatste keer dat ik hem ontmoette was in januari van dit jaar. De Volksrepubliek China had in Hongkong een vertegenwoordiging die de uitgifte van visa verzorgde. Dat betekende wel drie maanden wachten en zoveel tijd maar vooral zoveel geld had ik niet. Goede raad is duur en ik heb toen de reis vervolgt, ook weer per boot, naar Japan. De bootreis eindigde in Kobe en vandaar ging het liftend via Nagoya naar Tokio. Liften in Japan was niet iets alledaags want je werd telkens bij een treinstation afgezet. Wat een verblijf van enkele maanden had moeten worden, resulteerde uiteindelijk in meerdere jaren.

Nederland

Maart 1973 keerde ik naar Nederland terug met mijn Japanse vrouw en éénjarig zoontje David (Dave). In de tweede helft van hetzelfde jaar ben ik op het Europees  hoofdkantoor van een Japans bedrijf in Amsterdam gaan werken.  Jarenlang was ik er de enige niet-Japanner. Na een dienstverband van 19 jaar, de laatste jaren als directeur logistiek,  moest ik helaas vertrekken. Een financiële afhandeling was daarbij een pleister op de wond. Na mijn echtscheiding ben ik zeven jaar alleenstaand ouder geweest. Via  de creche heb ik mijn huidige vrouw Coby en haar zoontje Edward leren kennen. Oktober 1983 zijn we naar Amstelveen verhuisd en enige tijd later getrouwd. Het is nu juni 2014 en we wonen nog steeds in Amstelveen.

Na mijn ontslag heb ik nog wel enige tijd geprobeerd een baan te vinden, maar dat was gezien mijn leeftijd een moeilijke klus. Op een gegeven ogenblik heb ik dan ook besloten om een eigen bedrijf te beginnen. Ik heb mijn hobby computers gecombineerd met mijn ervaring in de logistiek en het software distributiebedrijf  CD & E Distribution (Europe) opgezet. De functie van een software distributeur kun je vergelijken met die van bijvoorbeeld een auto importeur. Acht jaar geleden is Edward als partner toegetreden. Op mijn zeventigste vond ik het welletjes en nu  ben ik alleen actief op de achtergrond om zo meer tijd te voor hobby's en de vier kleinkinderen.
Dave en Helen hebben twee kinderen, Nestor en Nova en Edward en Nazli ook twee, Efe en Belit. Nestor is de oudste en is in juli zes jaar geworden en Belit is de jongste en wordt in augustus 1 jaar. Al twee jaar zijn wij elke woensdag oppas oma en opa van Efe en sinds kort komt Belit ook mee.

Hobby's
Schaatsen  en wielrennen zijn al mijn hele leven hobbies waaraan ik veel tijd spendeer. Niet alleen om ze te beoefenen, maar ook om wedstrijden te bezoeken, vooral WK’s. De eerste keer dat ik een WK Wielrennen  zag, was op mijn twintigste. Afgelopen januari was ik in Japan voor de WK Schaatsen Sprint en september verleden jaar in Florence voor de WK Wielrennen op de weg.  Dergelijke evenementen gebruik ik ook om andere plaatsen te bezoeken. Door deze combinatie kom ik regelmatig op plaatsen die je normalerwijze nooit zou bezoeken. Eind maart heb ik mijn racefiets weer van stal gehaald en wordt het weer tijd om toerritten te rijden. Zo heb ik verleden jaar  onder andere deelgenomen aan de Bauke Mollema Tocht in Groningen. De Erik Dekker Classic in Hoogeveen staat ook elk jaar op het programma en dichter bij huis de Dam tot Dam Classic en de Gerrie Knetemann Classic.

Amstelveen
Amstelveen telt meer dan 80.000 inwoners waarvan er heel veel buiten Amstelveen werken. Omgekeerd komen er ook veel mensen naar Amstelveen om te werken. Veel nationale en internationale bedrijven zijn er gevestigd. Canon Europe heeft hier al sinds de jaren zeventig zijn hoofdkantoor. Door de ligging tussen Amsterdam en Schiphol,  is Amstelveen een stad met een internationaal karakter. Er wonen niet minder dan 70 verschillende nationaliteiten. Tijdens Koningsdag is aan het internationale karakter veel aandacht besteed. De International School of Amsterdam is al jaren in Amstelveen gevestigd. Van alle buitenlanders is de gemeenschap uit India het grootst, ruim  drieduizend mensen die hun eigen restaurants, supermarkten en zelfs sportzaak hebben. De Japanners komen op de tweede plaats. Amstelveen is van oudsher ook bekend om z’n groen en water in de woonwijken. Overal zie je eenden, meerkoeten en heel veel reigers. Bij de bouw van het sneltramtraject is bedongen dat aan de buitenkanten van de rails een brede rand met bloemen en planten aangelegd en onderhouden zou worden. Amstelveen gaat dit jaar ook meedoen aan de verkiezing Groenste stad van Europa.

Onstwedde

De tijd staat in Onstwedde niet stil en wat mij als fietsfanaat opvalt is de aanleg van heel veel bos met fietspaden. Een paar jaar geleden heb ik met mijn broers Markus en Hessel, als gids, een fietstocht van ruim 2 uur gemaakt en wij bleven daarbij steeds maar een aantal  kilomters van de Juffertoren verwijderd. Volgens recente berichten in de pers zijn er ambitieuze plannen om in de directe omgeving van Onstwedde nog veel meer natuurschoon te gaan aanleggen. Als je dan zo in de directe omgeving van Onstwedde fietst, roept het bepaalde emoties bij mij op en heb ik echt het “back to the roots” gevoel. Voor mij het bewijs dat je geboortegrond heel belangrijk is.

Bij de foto's:
- "Onze achtertuin"
- "Oma met drie kleinkinderen"

Email