18 december 2013

Ik ben Albert Meijer en woon al 43 jaren in Hardenberg.
In februari 1947 ben ik geboren. Een goede rekenaar stelt dan meteen vast dat ik nu met pensioen, ja zelfs met Drees ben.
Ik woonde toen op de Barlage, 1e Barlagerweg 5.
Toen was daar nog een zandweg, met een schelpenpad voor de fietsers ernaast. ’s Zomers was dat wel fijn, maar in de winter nogal problematisch.
Het was bij winteravonden bij nieuwe maan een aardedonker pad. In die tijd deden de voorlampen van de fiets het ook nog maar heel matig. En zo gauw je stilstond was het pikkedonker om je heen.
Met sneeuwval moest je lopend naar school.

De kleuterschool was er niet voor mij, want dan had m’n moeder jarenlang  - we waren met acht kinderen – twee keer per dag op en neer naar het dorp moeten fietsen. Dat paste niet in het stramien van een kleine boerin. Van 1953 tot 1959 bezocht ik de Hervormde school waarvan meester Andringa het hoofd was.
Ik vond de juf van klas één ongelooflijk streng, want je mocht ongevraagd niet eens je inktlap van de grond oprapen. (Toch een goede daad!) Misschien moest ze ook wel zo streng zijn, omdat de klas ontzettend groot was. Van een groepsfoto met heel veel klasgenoten kan ik me de helft van de namen niet meer herinneren.
In één van de hogere klassen hadden we “gymnastiekrekenen”. De meisjes gingen dan apart naar het gymnastieklokaal of naar nuttig handwerken, en dan moesten wij, jongens,  rekenen; cijfersommen wel te verstaan. Mijn buurman en ik  - we konden aardig goed rekenen -  maakten van alle keersommen staartdelingen en van alle staartdelingen keersommen. Hierdoor kreeg je de gekste antwoorden. En .. de meester heeft er nooit iets van gezegd.

Eén van de fijnste herinneringen uit die tijd:
Als de ijsbaan open was, werd de middagpauze ingekort en mochten we een uur eerder uit om te schaatsen. Dat vond ik geweldig en ik vermaakte me uitstekend op de ijsbaan en bijna iedereen ging toen nog schaatsen.
Het vervelende daarbij was dat je tussen de middag op school je brood moest eten. Dat vond ik verschrikkelijk. Geef mij maar een bord aardappelen. Maar het extra uurtje schaatsen maakte alles goed.

Na de lagere school ben ik met een paar jongens en een heleboel meisjes naar de Ulo gegaan. Daar vielen in het eerste jaar heel veel af en in klas 2 hadden we een ongedeelde klas, zodat je alle klasgenoten goed leerde kennen. De oude directeur (1959/1960) kwam heel rustig over. Als hij in de middagpauze gestoord was tijdens de maaltijd, dan bleef hij rustig thuis tot de maaltijd met Bijbellezen, psalmzingen en gebed beëindigd was. De jongelui vonden dat geen probleem. Hierna kwam hij naar buiten, klapte drie keer in de handen en mochten we naar binnen. Het laatste jaar hadden we les in de toenmalige nieuwe school aan de Boslaan.  De bakker aan de Luringstraat sloot de tent, omdat er te weinig pennywafels en gevulde koeken over de toonbank gingen, nu zijn klandizie naar een andere locatie was vertrokken.

In 1984 hebben we met een aantal personen vanuit Hardenberg een reünie in Onstwedde georganiseerd. Het ging toen om twee “jaargangen” uit de Ulo-tijd die een heel fijne ontmoeting hadden in een zaal “De Haven”, waar vroeger de zaak van Brakke stond.

Na mijn diploma van de Ulo ben ik naar de kweekschool in Winschoten gegaan.
Het eerste jaar beviel zo goed, dat ik het nog een keer overgedaan heb. Dat heeft me goede vrienden en een fijne klas opgeleverd.

In die periode was er natuurlijk veel meer dan de school alleen.
Ik was gewend om ’s zondags naar de kerk te gaan. Jarenlang heb ik daar een aparte plaats gehad: het plekje boven het orgel, waar je toen net met z’n tweeën kon zitten. Je moest wel wakker blijven, want de afgrond was heel diep.  De preken vond ik wel ingewikkeld en door een opmerking van de dominee dwaalden mijn gedachten vaak af.

Ik ging toen ook naar de catechisatie. We hoefden de Zondagen van de Heidelbergse Catechismus gelukkig niet meer uit het hoofd te leren. Van mijn broers en zussen hoorde ik dat de catechisatie wel fijn was, maar toen ik aan de beurt was, kregen we net een saaie dominee. Dat was jammer.

Ook was daar de knapenvereniging en later de jongelingsvereniging. De vrijdagavond vond ik daarom altijd aantrekkelijk, want dan ontmoette je de bekenden uit Onstwedde, Door de week zag je die niet, omdat ik op de school in Winschoten ging.
Na de pauze kwamen de dames  regelmatig bij ons op bezoek en was er nog een onderwerp of we deden een spel. Die avonden waren het meest gezellig. Toch heb ik daar mijn vrouw niet ontmoet. Daarvoor moest/mocht ik op zaterdag- of zondagavond met een paar kameraden op stap. Na het nodige rondstruinen in de omliggende gehuchten en dorpen, vond ik de vrouw van mijn keuze: Gré (toen Grietje) Brugge, een dochter van bakker Brugge en een nichtje koster Brugge.

Tijdens mijn opleiding heb ik stage gelopen aan de Hervormde school in Onstwedde en op de Holte. Hierdoor heb ik nog heel wat jongere kinderen uit Onstwedde meegemaakt.
Toen  ik in 1969 geslaagd was heb ik nog een jaartje les gegeven aan klas 2 van de Hervormde school. Die “kinderen  van toen” zijn ondertussen de 50 gepasseerd of worden het binnenkort.
De zwangere juf van die klas ging met verlof en kwam na de bevalling “natuurlijk” niet terug.
Aan het eind van het jaar heb ik gesolliciteerd, want ze wilden op school graag een juf terug, omdat het vak handwerken anders in de knoei kwam. Volgens mij bestond de Hervormde school in dat jaar 75 jaar.
In dat jaar  -1970- werd het eerste (buiten)zwembad in Onstwedde geopend. Daar heb ik meteen gebruik van gemaakt om met de 1e groep in één keer  het zwemdiploma A en B te halen.
We oefenden toen – al werd de groep wel steeds kleiner – bij een temperatuur van 12 graden Celsius. Ik was na het zwemmen zo koud, dat ik geen gas meer kon geven op de brommer. Daarom ging ik tenslotte maar op de fiets, en dat was ook beter voor het opwarmen. We woonden toen niet meer op de Barlage, maar aan de Kampweg. (waar m’n jongste broer en z’n vrouw nu wonen).
In datzelfde jaar heb ik in de zomervakantie mijn baard laten staan en die heb ik er nog steeds; wel keurig bijgeknipt en onderhouden.
Ik heb toen een baan gekregen aan de chr. school (voorheen geref.) in Hardenberg –Heemse.
Het was een aftandse school, maar volgens de hoorcommissie zou er spoedig een  nieuw gebouw komen. Dat heeft nog ruim twee jaren geduurd.
Ik begon daar met een combinatie klas 2 en 3, die door de nieuwbouw uitgroeide tot 28 en 17; dus 45 leerlingen. Gelukkig had ik in Onstwedde met 22 kinderen kunnen proefdraaien, anders was ik er onderdoor gegaan. Wat een correctie en dat elke dag maar weer; zelfs in het weekend. Een “oude “ leerkracht adviseerde me op  vrijdag alles op blaadjes te laten maken en er in het weekend de kachel mee te stoken. Maar dat durfde ik niet.

In 1971 zijn Grietje Brugge en ik getrouwd in de Hervormde kerk in Onstwedde. We gingen meteen in Hardenberg-Heemse wonen.
Al vrij vlot werd onze zoon René geboren. Terwijl we volop genoten van ons kind kwam er een minder fijne periode, want mijn vrouw werd ernstig ziek. Na een zware operatie en een paar manden revalidatiecentrum is ze wel weer opgeknapt, maar niet weer  dezelfde energieke vrouw geworden als voorheen. Ze moest sindsdien kalm aan doen en zichzelf wat ontzien.
Een paar jaar later hebben we een eigen huis gekocht en besloten dat we niet gingen verkassen naar een andere plaats. De omgeving van Hardenberg is prachtig. Dat merk je aan de vele vakantiegangers, die in de zomermaanden juist naar de campings in Hardenberg komen. Nu denk je misschien dat bijna 40 jaar aan dezelfde school eentonig is, maar dat was in dit geval niet zo.
Ik begon aan een school met 130 leerlingen, dat liep door de nieuwbouwwijk op tot 350 en zakte weer af tot 85 leerlingen in de laatste jaren. Hierdoor heb ik heel wat collega’s zien komen en gaan. Bovendien heb ik in bijna alle klassen/groepen lesgegeven. (alleen niet aan de jongsten). Meestal had ik de oudste kinderen en mocht helpen bij het kiezen van een passende school in het voortgezet onderwijs.
40 jaren heb ik voor de klas gestaan en toen vond ik het welletjes. Er stonden ook al jonge leerkrachten op de stoep die mijn baan graag wilden overnemen.
In 2009 – ik was toen 62 – ben ik er mee gestopt.  En dan kun je het wat rustiger aan doen. Al hoewel ……
’s Morgens ontbijten we rustig met de krant op tafel. Soms drinken we er ook al een kopje koffie bij. Mijn vrouw en ik houden dan “werkbespreking” en verdelen de taken.
Verder wist de kerk mij wel te vinden en mocht ik meteen ouderling worden. (Dat was ik ook al een paar keer eerder geweest). Dat werk doe ik met plezier.
Meteen na mijn afscheid ben ik een vogelcursus gaan volgen en probeer nu al een paar jaar vogelaar te worden. Graag vertoef ik met kijker en al langs het water.
Bij mijn afscheid kreeg ik van de kinderen een geschikte (‘k had hem zelf gekozen en laten aanmeten) mountainbike. Hiermee cross ik via Rheeze, Diffelen door de bossen met zandwegen, sloten en modder naar Ommen en soms naar de Lemerlerberg; en weer terug.
En in de 1e “vrije “winter heb ik met heel veel andere 55 + een bridgecursus gevolgd. Ik speel nu 2 keer bridge in de week; 1 keer  thuis voor de lol en het oefenen; en 1 x in de competitie.
Verder lees en puzzel ik ook graag. Schijnt de zon, dan ga ik naar buiten: werken in de tuin, wandelen, fietsen of gewoon zitten lezen.
Eens in de twee weken gaan we op woensdag naar Amersfoort, om op onze kleinzoon te passen. Het is dan opa- en omadag.

Kom je nog wel eens in het dorp zul je misschien vragen.
Het antwoord is: Ja, in het begin van ons huwelijk kwamen we minstens elke maand een weekend, omdat we dan ouders en schoonouders bezochten. Na het overlijden van de ouders komen we minder in Onstwedde of de Mussel.
Toch heb ik 3 broers en een zus met aanhang in Onstwedde wonen. Van Gré woont een broer en een zus met aanhang in de Mussel. Voor de meeste verjaardagen komen we bijelkaar en dat is in elk geval al 11 keer. Verder zijn er nog de familie-reünies; dus we zijn het Groningerland echt niet vergeten. Maar terugkomen, nu we met pensioen zijn?? nee, dat doen we vast niet.

Van de inwoners uit Onstwedde weet ik steeds minder, omdat ik de jonge generatie niet ken.

Ik herinner me nog heel goed dat we in Onstwedde een groot jubileum vierden. -Ik geloof dat het in 1995 was- de hervormde school bestond toen 100 jaar en de reünisten zijn ook meteen de leden van de kerk. Op zo’n reünie komen vaak dezelfde personen af.
Wat is het dan fijn om “oude” bekenden weer terug te zien. Sommigen herken je zo, omdat ze nauwelijks veranderd zijn, anderen mogen hun naam noemen en dan nog kun je ze meteen  niet plaatsen. Het is ook een groot verschil als je van pijpenkrullen, bijna sluik haar hebt gekregen en als een vroegere forse, blonde kuif nu vervangen is door een kaal hoofd. Zo’n reünie is fantastisch, maar ook vermoeiend als je allerlei anekdotes ophaalt.

Vriendelijke groet vanuit Hardenberg,

Albert Meijer

e-mail