• Terug
  • Nieuws
  • Gert Sterenborg voorloper techniek
28 augustus 2020

Nederlandse akkerbouwers verwachten binnen vijf jaar een of meer precisielandbouwtechnieken toe te passen. Dit blijkt uit een onderzoek van Rabobank Food & Agri Research. Akkerbouwer Gert Sterenborg uit Onstwedde (GR) is een voorloper en weet als geen ander wat er de voor- en de nadelen van zijn.

Al jaren geleden verdiepten de ouders van akkerbouwer Gert Sterenborg uit Onstwedde zich in de mogelijkheden van precisielandbouw op hun akkerbouwbedrijf. In 2006 besloten ze om gps op vier trekkers te installeren. Later liet de familie met een drone foto’s maken van hun percelen. Ze schaften een NIR-sensor (Near Infra Red) aan om nauwkeuriger te kunnen bemesten op 300 hectare gangbare landbouwgrond (150 hectare zetmeelaardappelen, suikerbieten (75 hectare), uien (12 hectare) en granen voor de pluimveetak (40.000 Nieuwe Standaard-kippen)).

„Zonder enige twijfel”, zegt Gert Sterenborg, die nu drie jaar in een maatschap zit met zijn ouders, „hebben wij profijt van de moderne preciezere wijze van het telen van onze gewassen. We zaaien onze suikerbieten met hulp van gps variabel in omdat we schralere zandgronden én daarnaast humusrijke gronden hebben. Op armere plekken zaaien we minder omdat er minder vocht en voeding beschikbaar is. Op rijkere gronden zaaien we dichter bij elkaar in.”

Met de sectieafsluiting voorkomt de familie dat er stukken dubbel bemest worden. Met de NIR-sensor zorgen ze er voor dat de mest egaler op het perceel terechtkomt. „Na het bemesten kunnen we kijken wat de voedingstoestand van de bodem is. In combinatie met de behoefte van het gewas en de NIR-sensormetingen kunnen we plaatsspecifiek kunstmest toedienen gedurende het groeiseizoen.”

Af en toe gebruikt de teler een hoge-resolutie-hoogtekaart of een Iris-bodemscan om meer zicht te krijgen. „Een bodemscan kunnen we niet op alle percelen doen omdat het nogal prijzig is. Je betaalt er 140 euro per hectare voor. Het is echter wel het geld waard. Het is een prima hulpmiddel om goed zicht op de kwaliteit van de grond te krijgen.”

Bron: Veldpost