• Terug
  • Nieuws
  • Kan het noorden dan gerust adem halen?
16 oktober 2015

De regering heeft het niet aangedurfd een stap te zetten naar de eindberging van radioactief afval omdat het duur is. Opslaan diep onder Borssele of Petten is een goede optie.

De regering wil het probleem van de opslag van radioactief afval doorschuiven naar toekomstige generaties. Ik heb een ander voorstel, want de vervuiler moet immers betalen. Stoppen met kernenergie en het afval dat er nu is opbergen op de minst onveilige manier, namelijk boorgaten op 4 tot 5 kilometer diepte.

Omdat de regering draagvlak belangrijk vindt, komen er twee plaatsen in aanmerking. In de buurt van de kerncentrale Borssele in Zeeland en bij Petten in Noord-Holland, want daar zijn centrales in bedrijf en die garanderen draagvlak.

Minister Melanie Schultz van het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft op 30 september het Nationaal Programma radioactief afval gepubliceerd. Niet omdat de Nederlandse regering dat wil, maar omdat de Europese Commissie (EC) dat eist. Voor de berging op lange termijn komen volgens de minister met name zoutkoepels en kleilagen in het Noorden in aanmerking.

Plannen schrappen
Het gaat om zeven zoutkoepels: Ternaard in Friesland, Pieterburen en Onstwedde in Groningen, Schoonlo en Gasselte-Drouwen in Drenthe, gevolgd door de minder zekere zoutkoepels Hooghalen en Anloo in Drenthe. En om kleilagen in het zuiden van Friesland rond Terwispel, Steggerda, Sneek en Bantega. Maar daar is geen enkel draagvlak voor. Dus stel ik voor die plannen te schrappen. Gelukkig noemt minister Schulz in een bijzin ook berging in diepe boorgaten, waarmee ze aansluit bij de internationale belangstelling voor deze optie, met name in de Verenigde Staten. Het gaat hierbij om een boorgat van 5 kilometer diepte, waarbij containers met hoogradioactief kernafval in de onderste 2 kilometer komen, waarna de rest van het boorgat wordt opgevuld met beton en asfalt.

Het Amerikaanse overheidsorgaan Nuclear Waste Technical Review Board (NWTRB) stelt dat de benodigde technologie ontwikkeld en beschikbaar is via de gas- en oliewinning. Op 3 kilometer diepte zijn geen grondwaterstromingen en daardoor geeft een diep boorgat, in vergelijking met een opslagmijn op 700 meter diepte, een betere afscherming. Bovendien kost berging in diepe boorgaten slechts 15 procent van berging in een opslagmijn.

Te weinig kerncentrales
Dat het goedkoper is, komt de regering goed uit, want die stelt de afgelopen jaren herhaaldelijk dat er in Nederland te weinig radioactief afval is om een ondergrondse berging economisch aantrekkelijk te maken. In feite gaf de regering hiermee aan dat er te weinig kerncentrales zijn. Er zijn in Nederland echter geen nieuwe kerncentrales gepland.

Bovendien bleek vorige maand dat er in het fonds voor de eindberging 68 miljoen euro zit, terwijl 2 miljard euro nodig is. Om het tekort aan te vullen, zijn er drie mogelijkheden. De eerste is dat de exploitant van de kerncentrale Borssele het verschil bijpast. De tweede mogelijkheid is samen met andere landen radioactief afval opslaan, eventueel ook in Nederland.

Honderd jaar
Minister Schultz noemt deze mogelijkheid, maar kiest voor een derde. Het gaat om meer dan honderd jaar uitstel van de opslag, opdat genoeg rendement behaald wordt over het geld dat opzij gelegd is. Tot dan blijft het radioactieve afval bovengronds bij de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA) bij Vlissingen. De rest van deze eeuw zou de opslag in de noordelijke ondergrond boven de markt blijven hangen.

Omdat berging in diepe boorgaten een stuk goedkoper is, zou dat een goed alternatief kunnen zijn, is mijn conclusie. Laten we het onderzoek dat nodig is voor dit alternatief doen op de plekken waar toch al onderzoek gebeurt naar kernenergie en waar draagvlak is, dus bij Borsele en Petten. Het Noorden, met de zoutkoepels en kleilagen, kan dan eindelijk gerust adem halen.

Herman Damveld uit Groningen is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie.

Bron: DvhN