• Terug
  • Nieuws
  • De heer C. v.d. Wilde
17 juni 2015

Ik ben geen Onstweddenaar noch een Groninger maar een geboren en getogen Delfshavenaar (Rotterdam).

In de jaren 1940 en daarna werden door de gezamelijke diaconiën vakanties georganiseerd, zo kwam ik in 1941 en 1942 in Friesland terecht en in 1943 werd het Onstwedde voor de periode van de zomervakantie. Het liep echter een klein beetje anders, op 29 juni 1945 ging ik pas weer terug naar Rotterdam. Dit alles hield verband met het grote bombardement van 31 maart 1943 waarbij Delfshaven voor een groot deel in de as werd gelegd.

In Onstwedde kwam ik terecht bij de familie Huisman aan de Dorpsstraat nummer 9.
Doordat alles anders ging dan gepland ging ik in september naar de Mulo bij de heer Hageman, toen een drie klassenschooltje aan de Luringstraat, schuin tegenover de Christelijk Gereformeerde kerk, tegenover de familie Wever. De heer Wever was in het dorp de klompenmaker.

Mijn belevenis in Onstwedde is snel te vertellen, de MULO werd niets doordat de heer Hageman met zijn collega moesten onderduiken, dit betekende dat de MULO ophield te bestaan. De wankele pogingen die er zijn gedaan om nog iets door te laten gaan zijn snel gestopt, met één leraar drie klassen en diverse vakken waarin les in gegeven moest worden liepen snel dood.

Zelf bezochten wij de Gereformeerde kerk bij dominees J.F. Scholten. Met zijn zoon heb ik nog wel omgang gehad.

Ook waren er van mij twee neven in Onstwedde. Mijn oudste neef hield verblijf bij een boer op Dorpsstraat 1, zijn broer zat heel achteraf bij een keuterboer, namen herinneren wordt een hele opgave.

Het dorp bestond toen uit niet veel meer dan vier straten, de Dorpsstraat, dan een weg die naar Stadskanaal liep en het verlengde hiervan liep naar Vlagtwedde (Hardingstraat/Havenstraat red.). De Luringstraat begon bij de Dorpsstraat richting Pekela.
In de Dorpsstraat bevonden zich wat middenstanders, op de hoek een kroeg en daarnaast een smederij. Dan verder in dat rijtje een boekhandel en schoenmaker.
Onze buurman op nummer 7 was de notaris, daarnaast de Gereformeerde kerk en pastorie, de andere buurman was een wagenmaker.
Aan de achterkant liep de achterweg (Tigge, red.) en verder was het weiland, daar liep nog wel een weggetje dat uitkwam bij de Christelijke Gereformeerde kerk.

Mijn leven bestond uit wat helpen in de tuin bij de familie Huisman en verder was ik regelmatig te vinden bij boer Wubs, school was er niet meer.
Ik was een eenling. Om daar niet teveel over te zeggen: bij de herenboeren was ik niet welkom, wel ben ik eenmaal benaderd door een jongen maar helaas was die van een verkeerd merk, namelijk een NSB zoon. Met wie ik mij dan nog wel wat bemoeide was Henk Scholten, de dominees zoon.
Verder bestond mijn leven uit het bezorgen van melk en eventueel andere etenswaren bij de boeren vandaan, dat regelde ik niet zelf maar ik werd er op uit gestuurd. Zo kwam ik bij een keuterboer Jaap Velthuis, na de bevrijding kwam hij in het dorp met een voor mij vreemde man die mij wel kende, deze man was een ondergedoken jood uit het dorp.
De bevrijding verliep wel geruisloos, het zal rond negen uur in de ochtend zijn geweest dat er vijf Duitsers liepen, bij de brug vond een kort vuurgevecht plaats want daar kwamen de Duitsers de Poolse stoottroepen tegen. Enige dagen later waren er de Canadezen, deze waren gelegerd op een terrein achter het dorp, achter de lagere school en dorpskroeg, volgens mij was daar tevens de begraafplaats.

Op 29 juni 1945 keerde ik terug naar Rotterdam.

Jaren later moest ik ervaren (ca. 1985) dat ik kennelijk het dialect nog feillloos verstond, ik heb toen zonder enig probleem met de koster staan praten terwijl mijn vrouw er geen letter van verstond. Ik sprak het dialect als een geboren Groninger en dat is kennelijk wel opgeslagen in de grijze massa.

Dat ik nog ooit die kant op kom is onmogelijk, ten eerste mijn leeftijd en ten tweede een slechte gezondheid.

Een hartelijke groet,

C.v.d. Wilde

E-mail


De redactie ontving het volgende van Chonda Luring:
Dankzij de informatie van H. Luring sr. en J. Hids kon ik Chris van de Wilde uitsluitsel gegeven over de namen van de gastgezinnen van zijn twee neven, die in de oorlogstijd ook in Onstwedde verbleven. Kees Torenvlied werd destijds opgenomen bij boer Geert Hids, weduwnaar met kinderen, aan de Dorpsstraat 1. Jan Torenvlied was opgenomen bij Willem en Wendelke Hensens aan de Esweg 9.