17 december 2014

Enig tijd geleden werden wij door Bé Wilzing benaderd om iets over Onstwedde op de nieuwe website “Onstwedde.info” te schrijven.

Ik heb inmiddels een aantal verhalen van oud-Onstwedders gelezen zoals van mijn broer Wietze, van Derk Tipker; Elze Kruiter; Klaas ten Have en ook van Geert Renkema. Geert woont in Emmen en die ken ik via onze PGE kerk en had lovende woorden over hun tijd dat ze in Onstwedde hebben gewoond. Het toeval wil dat mijn echtgenote Hilly en ik recent dezelfde fietstocht rondom Onstwedde hebben gemaakt waarover Wietze schrijft. Wij hebben vanaf Stadskanaal de “Stroomdal route Groningen-Zuid” (=Westerwolde) gefietst. Het was prachtig weer en er waren veel (electrische) fietsers onderweg.

Ik ben geboren op 2 maart 1945 en precies 2 jaar later werd mijn broer Hessel geboren. Hessel woont in Onstwedde aan de Karskenslaan, samen met zijn echtgenote Trineke. Mijn oudste broer Dick is getrouwd met Jantje Lantinga en woont in Edmonton Canada. Hier woont ook onze enigste zus Janny en haar man Jim. De middelste broer Wietze woont in Amstelveen. Ik ken maar één oma en die woonde in Haren. Wij woonden aan de Dorpsstraat no.15, wat destijds dienst deed als Postkantoor.

Allereerst  even dit.
De lovende woorden over Onstwedde vind ik  kort samengevat ook terug in hetgeen de anderen over Onstwedde schrijven. Ik ben het dan ook helemaal eens met degenen die zich er voor inzetten om Onstwedde niet los te koppelen van Westerwolde. Dergelijke streken halen politici uit, die met deze schaalvergrotingen willen scoren ongeacht van welke (democratische) partij ze ook zijn en er maling aan hebben wat de lokale bevolking van hun onzalige ideeën vindt en of de indeling wel logisch is.

Mijn school tijd.
Na 2 jaar kleuterschool van juffrouw (Rikie?) Kruiter (dochter van old Geert Tais van de Höfte ). Deze school (Rehoboth) stond bij de Hervormde kerk, waar nu de parkeerplaats is.
Over de lagere school zou ik wel en boek kunnen schrijven, zoveel is daar over te vertellen en met name over de periode 4e en 5e klas!!! Juffrouw Havinga was onze juf van klas 1 en 2. Haar favoriet wapen was een liniaal. In klas 3 hadden we meester Raven, die toen in de kost was bij (Harm kontje) en Fientje Huisman. Juffrouw Ellen was daar ook in de kost. Meester Raven legde wel eens iemand over de knie. In klas 4 en 5 hadden we meester Frouws!!! Hier was onder meer de kaartstok een probaat orde middel. In de 6e klas hadden we (boven)meester Walsweer. Hij rookte shagjes van het merk: “De rijzende dood” en je keek de hele dag tegen zijn vieze peuken aan. Wellicht dat ik daarom nooit begonnen ben met roken.
In 2012 hadden we voor het eerst een reünie met  al onze klasgenoten, die nog in leven zijn. Niet iedereen was er, toch was het een goede een gezellige dag.

Na de lagere school, 1 jaar MULO  gedaan.
Daarna heb ik in 2 jaar de LTS te Winschoten afdeling brood-banketbakker bezocht.
Een mooie tijd vond het creatieve van het vak erg leuk, maar er uiteindelijk later niets mee gedaan.

Mijn jeugdtijd  in Onstwedde.
Vanaf mijn 4e t/m 14e jaar was ik veel bij onze overburen Harm en Dientje Wilzing. Ik mocht daar graag zijn en kon al vrij snel al het boerenwerk doen. Albert Wakker uit de Glethe was er knecht en ’s zomers ook Harm Nobbe.
De mooiste tijd was voor mij altijd de hooi– en  oogsttijd. Het “binderen” ging  eerst met 3 paarden voor de binder en later met de Ferguson (20 pk) ervoor. Ook het inhalen van het koren  met name met de trekker was een feest voor me. Als 13-14 jarige reed je al met twee wagens vol  korenschoven (keurig recht opgebouwd) overal heen.
Harm Wilzing rookte heel veel en bijna iedere ochtend haalde ik 2 pakjes Caballero op bij vrouw Wubs ( de vrouw van Jan Wubs ein-aarm; de fietsenmaker)  
Harm Wilzing was een paardenliefhebber en had dan ook goeie paarden om mee te fokken. We gingen naar allerlei paardenkeuringen, waar mannen in mooie witte tenues  de paarden lieten draven, met een stukje gember in hun achterste om de staart mooi hoog te houden. Destijds was heel bekend de familie Mellema uit Finsterwolde. Nanne Sterenborg en zijn zoon Geert  hadden  ook altijd goeie paarden. Je had 3 categorieën: stam, ster en model merries.
Op een zaterdag moest ik een keer op zijn paarden passen daar er twee  drachtig waren en er ieder moment een veulen geboren kon worden. Als het paard met de voorbenen begon te krabben moest ik Abel Michels roepen. Toen Harm en Dientje ’s avonds terug kwamen stonden er twee prachtige merrie veulens bij hun moeders.

Een tragisch gebeuren blijft me altijd bij. Ik denk dat ik 10-11 jaar was toen in het najaar op de hoek van de Dorpsstraat en de Havenstraat (door een bietenauto) de paarden gemend door Albert Wakker, zittend op een lorrie, “op de loop” gingen en voor het huis van stelmaker Wilts (Jan Poed) een man (dhr.Mulder )werd aangereden en is ter plekke of in de stelmakerij  overleden. Het was mijn  eerste kennismaking met een overleden persoon.
 
Harm Wilzing was ook de man die mij heeft leren fietsen. Hij had een stok aan mijn fiets (van Wietze) vastgemaakt en hield mij al fietsende net zolang vast tot ik niet meer omviel. Op de Holte had ik het fietsen dan ook onder de knie.

Een voorval dat ik ook nog wel even kwijt wil , is het volgende.
In Onstwedde had je, en heb je nog veel kerkelijke mensen en destijds hoofdzakelijk: Hervormd; Gereformeerd of Christelijk Gereformeerd. Mijn ouders waren Gereformeerd/Afgescheidenen. Iedereen ging zo ongeveer naar zijn eigen kerk en school en van enige samenwerking was totaal geen sprake. Op een zaterdagmiddag ging Harm Wilzing met mij fietsen en we gingen naar een neef of achterneef. Tijdens hun gesprek zei die man tegen hem: Wat most doe altied met dat ofgeschaain jong (wat moet je altijd met dat afgescheiden jong) waarop Harm  Wilzing zei: Als jij dat nog een keer zegt kom ik hier nooit weer. Hij  pakte zijn  fiets en zei: kom mejong wie goan verder fiets’n. Ik ga maar niet vertellen wie die neef of achterneef was.    

Vanaf mijn 11e-12e jaar hielp ik ’s zaterdags bakker van Dam. Harte (Prummel) was een schoolkameraadje, vandaar. Zaterdagochtend ’s hielp ik Trijntje( met haar bakfiets) met het bezorgen in het dorp o.m. de Dorpsstraat, Boslaan, Tuinlaan etc. ’s Middags ging ik met Abel mee. We hadden dan de route: Höfte-Kieberg-Wessinghuizen-Streek-Achterholte-Tange en Alteveer. We hadden ieder onze eigen adressen. Ik kwam niet op adressen met kwaaie honden en Abel had adressen waar veel te praten viel en de koffie klaar stond (o.m. Ootje Smit naast boer Aike Smit) Abel ventte met een Volkswagen kever; die huurden ze van Wubbe Lutjeboer (fietsenmaker) uit de Havenstraat.

Het gebeurde wel eens dat we op Achterholte vast kwamen te zitten en dan moesten we met een paard of een trekker uit de blubber getrokken worden.
We waren (bijna)nooit voor acht uur ‘s avond thuis. Wie echter nog veel later was, was bakker Gerrit Hilgenga. Die had ook de route Tange-Alteveer.

Als wij terug gingen naar huis stond altijd zijn bakkerskar (met lichtje) en paard ergens halverwege. Zowel Abel (verongelukt) als Trijntje zijn jong overleden.  
                                             
Wietze vertelde iets over de grote brand in de schuur van boer Wubs (Jan Karsten-Wubs naast ons huis. De brand die ik mij herinner is het afbranden van de Katerborg/Paterborg vlak bij de Hervormde Kerk en wat vroeger wellicht het huis van de pastoor/pater was.
     
Mijn werkzame periode.
Op mijn 16e ben ik beginnen te werken. Eerst (een blauwe maandag bij een bakker in Assen en daarna ruim 2 jaar bij een bakker  in Appingedam, waar ik ook in de kost was. Ik had daar een bakkerswijk en iedere morgen reed ik op de bakkersbakfiets door Appingedam. Vaak had ik ‘s middags nog een route naar klanten die veraf woonden. Ik ging in die tijd naar de Bakkersvakschool in Groningen en was na 2 jaar banketbakker/kok. Je liep stage bij bakkers in Groningen en veelal in (muffe) kelderbakkerijen. Vanaf die tijd dacht ik, dat wordt het niet. Na 2 jaar Appingedam ben ik tot mijn diensttijd in Musselkanaal bij bakker Luursema (later Volkerts) gaan werken. In de avonduren volgde ik een opleiding(OBAO) die toegang gaf tot een L.T.S. lerarenopleiding. Ik wilde bakkerijleraar worden en zou daarvoor naar Wageningen gaan.
Toen ik in Musselkanaal werkte had ik een brommer. Iedere ochtend ging Detmer Oosterveld op zijn motor mij voorbij. Tot 4 december 1963-1964. Op die ochtend ging hij me vlak voor Mussel voorbij, toeterde even….. en 1 kilometer verder lag hij op de weg onder deken en was al overleden. Een jongen van 18-19 jaar. In een tijd van circa twee jaar zijn toen in totaal vijf jonge jongens uit Onstwedde op de motor of brommer verongelukt. 

Terwijl ik nog in Appingedam werkte kreeg ik voor het eerst verkering met mijn huidige vrouw Hilly Boels. Hilly woonde toen nog op de Vosseberg. Haar zuster Aly woont ook in Onstwedde en is getrouwd met Wubbe Maarsingh.       

Vanaf augustus 1965 tot januari 1967 ben ik in militaire dienst geweest. Ik zou en moest van de instanties kok worden en na veel gezeur kreeg ik mijn zin en werd toen ingedeeld bij de cavalerie. Ik werd seiner-lader op een Centurion tank. Het was best wel een  mooie tijd, maar ook wel weer fijn om er uit te zijn. Ieder jaar in november huren wij met nog vier stellen een weekend huisje en ouwehoeren wat over vroeger en drinken daar ook op. Altijd gezellig. Vanaf 1992 houden we met hele peloton om de 3-4 jaar een reünie. Dit jaar was dat bij ons. Ook dit is altijd gezellig. Het bijzondere van deze club is dat ook de meeste dames elkaar van 1966/1967 kennen en… dat er nog niemand gescheiden is.   

In mei 1967 kreeg ik een baan als kwaliteitscontroleur bij Carels en Ambro bakkerijen te Amsterdam en Amstelveen. Later ook nog bij Vermaat in Haarlem. Hilly is in augustus 1967 ook bij Carels komen werken en kreeg een baan als filiaalhoudster van een winkel in de Zeilstraat en later in/op de Minervalaan. Ik heb in die tijd het merkbrood King-Corn zien opkomen en na een aantal jaren ook weer zien verdwijnen. Via een beroepentest werd duidelijk dat ik totaal niet geschikt was voor leraar en ben dan ook een andere richting ingegaan.

We zijn  op 21 november 1967 getrouwd en direct in de Zeilstraat gaan wonen. In 1969 is onze zoon Johan (Johannes Markus) geboren en in 1983 onze dochter Marieke (Marleen Rikste). Johan, zijn vrouw Ina en hun kinderen Joran (Johannes Markus,16) en Sharon(14) wonen in Sleen. Marieke, haar man Pascal en hun zoontje Miga (2) wonen 900 meter bij ons vandaan. Op de bijgevoegde foto’s staat de hele familie.

In 1973 ben ik als kwaliteitsanalist gaan werken bij Bekebrede te Dedemsvaart en van 1974 bij Bensdorp te Bussum. Hier heb ik 3 verschillende functies gehad; eerst kwaliteitsanalist, daarna verpakkingskundige en vervolgens chef bedrijfsbureau TD. In mijn Bensdorp tijd (onderdeel van Unilever) ben ik aan een bedrijfskundige opleiding begonnen en na zes jaar deze studie ook afgerond. Achteraf gezien waren de Bensdorp jaren mijn mooiste jaren. Veel geleerd (kunnen leren) bij een groot concern.
In 1979 zijn we naar Almere verhuisd. Hilly is bij de gezinsverzorging gaan werken en ik werkte al bij Bensdorp. Zoals al gemeld werd Marieke in 1983 geboren en in 1986 zijn we naar Emmen verhuisd.

In mei 1986 kwam ik in dienst van Norit (toen nog Purit) Klazienaveen. De eerste jaren als chef bedrijfsbureau Technische Dienst en de laatste 10 jaar als inkoper. Vanaf 1988 heb ik vijf jaar lang één avond in de week in Heerenveen (namens het ROVC) lesgegeven in het vak Bedrijfsvoering. Eind december 1986 zijn we verhuisd naar Emmen en 1995 zijn we verhuisd naar ons huidig adres: Herenstreek 74 7885 AV Nieuw Dordrecht.   

Met pensioen
In augustus 2008 ben ik gestopt met werken. De laatste jaren doe ik wat diaconaal vrijwilligerswerk voor de kerk( PGE) en ben schuldhulpmaatje. Hilly is contactdame voor de kerk en is voorzitter van Passage Angelslo. Ieder maandag passen Hilly en ik op onze jongste kleinzoon Miga van 2 jaar. Het is een vrolijk kind dat graag bij zijn oma (en opa) is. Hij heeft hier de ruimte en mag graag buiten zijn en naar een boerderij hier in de buurt gaan om naar trekkers; vrachtwagens; shovels etc. te kijken.

Tot slot
Naast familie in Onstwedde hebben we regelmatig contact met een ”Onstwedder vriendenclub”. Deze club is bijna 25 jaar geleden opgericht. Johannes en Martha Huitsing uit Nieuw-Weerdinge (thans) Onstwedde waren de initiatiefnemers. De anderen zijn Harte van Dam en Martje Everts-Lukens; Rudy en Lien Enkelaar; Jurrie en Jilly Bleker; Chris en Elza Kiel en Lex en Nina Enkelaar. We komen twee keer per jaar bij elkaar en Onstwedde is een hot item.     

Onstwedde is en blijft een mooi dorp. We waren bij het feest van “Het mooiste dorp van Groningen” en gaan (de laatste jaren regelmatig naar Onstwedder Gaarv’n. Er is de laatste vijftig jaren heel wat veranderd en bijgebouwd in Onstwedde. Ik weet nog dat de Boslaan en ook ons huis aan de Karskenslaan is gebouwd. We keken vanuit ons huis aan de Dorpsstraat naar Achteres. Er stond nog geen enkel huis. Aan de voorkant stond de boerderij van Harm en Dientje Wilzing (waar nu Bé Wilzing woont met Harry als buurman) en daarachter niets. Vind het nog steeds jammer dat die prachtig mooie treurwilg die naast de boerderij  stond ook verdwenen is. Er liep een weg van stelmaker Draadjer (de Achterweg) achter de Gereformeerde school langs naar stelmaker Wilts. Aan beide kanten van die weg had je weilanden van Harm Wilzing en Bessembinders. De koeien dronken uit een wel (drink-koele) en het heeft me altijd verbaasd dat daar nu huizen staan, zo nat en drassig was de bodem. Het Spiek, een zijtak van het Mussel-A (Old Daip) bestaat niet meer en liep langs het huis van Kloas en Griet Wilzing waar later Jan Wilzing (Jan Boukje) woonde en nu Johannes en Martha Huitsing wonen.Er was een voetbalveld; waar je niet kon voetballen, er was eerst ook geen voetbalclub. Wij voetbalden achter het huis van Jo Huitsing of bij Derk (Leutje Derk)Huitsing.            

Groeten,
Markus Troost

E-mail