Het gat dat steeds weer dan ontstaat
wanneer de kerstsfeer ons verlaat
Het eten saam’ geschieden is
de borden leeg staan op de dis

Nog even zitten voor de afwas
denkende aan wie er niet was
D’ oude glans niet meer dan spiegeling
door de kou, een winterwandeling

De lucht zo helder onbewolkt
terug bij huis, dat is ontvolkt
Het wachten op, ‘k ben toch benieuwd
hoe ook dit jaar zich oudt en nieuwt

Dat is het gat wat nooit zal wennen
één ding wil ik nog bekennen
Het denken aan die fijne tijden
kan ik me nu al om verblijden

Tot ook dat gewaande feest
er wederom weer is geweest
Daar omheen ligt dus dat gat
waarin de kerst zijn plaatsje had

Ik wens u een heel gelukkig nieuwjaar


P. Altena