Afl. 66 - 04-12-2014:  TUSSEN ‘DE BAST’ en ‘DE BOLSTER’: ‘DE PIT’

Afl. 66 - 04-12-2014: TUSSEN ‘DE BAST’ en ‘DE BOLSTER’: ‘DE PIT’

De afgelopen maand mocht ons aller dorpswebsite www.onstwedde.info z’n 100e  sponsor verwelkomen. Best wel een resultaat om een beetje trots op te zijn. Er blijkt o.a. uit, dat deze website in een behoefte voorziet en dat ook de ondernemers in het dorp en de omliggende regio de waarde ervan inzien.
Dat diezelfde ondernemers er met hun sponsorschap met name voor zorgen, dat onze website  financieel kan blijven draaien, zal niemand verwonderen. Ondanks de inzet van een klein legertje aan onbetaalde vrijwilligers, zijn de kosten van het on-line en up-to-date houden van een website immers aanzienlijk.
Bijna hetzelfde wisselwerkingsverhaal geldt trouwens voor bijv. de reclame-borden langs het voetbalveld, de advertenties in ‘De Schakel’ en de akties van de Handelsvereniging zoals de Sinterklaas-intocht en de feestelijke straatverlichting.
Middenstand en dorpsaktiviteiten vinden elkaar kennelijk – en gelukkig ! – tot wederzijds voordeel.

In 1829 moet de hoofdmeester van de Hervormde kerkschool in ons dorp een rapport maken naar aanleiding van een overheidsenquête over de algemene toestand in Onstwedde . Als antwoord op vraag 11: “Welke Fabryken, Trafyken (=handel en bedrijven) of Handwerken worden in uw kerspel (=dorp) gedreven ?“ geeft meester aan dat er toentertijd “…..geene Fabryken of Trafyken worden hier gevonden, maar de handwerkers zyn de navolgende; als: Schoenmakers, Kleermakers, Kuipers, Timmerlieden, Stelmakers, Wevers, Bakkers, Smeden en Molenaars.”
Welwel. ’t Mag dan een rapport zijn van bijna 200 jaar geleden, handel en nijverheid stellen niet echt veel voor. Bij een volgende vraag worden als ‘middelen van bestaan’ dan ook slechts “…Landbouw, Veeteelt, Turfgraveryen, Byenteelt en Handwerken….” genoemd. Handelslui blijken een bijzaak.
Als je deze beroepsaktiviteiten afmeet aan de lijst van winkels en ondernemingen in Onstwedde, die ik u in januari/februari j.l. in deze rubriek opsomde, dan is ’t in ons dorp de afgelopen 2 eeuwen – laten we zeggen – ‘bepaald niet slecht’ gegaan.

De foto + de titel van het verhaaltje van vandaag zijn bedoeld om daarop een beetje in te haken. Constateren dat ’t de afgelopen eeuwen ‘bepaald niet slecht’ is gegaan, is namelijk wel aardig maar je koopt er in de (nabije ?) toekomst niks voor. “Zo was ‘t” is immers wezenlijk iets anders dan “Zo wordt ‘t”………..
O.a. de groei van onze mobiliteit, de groei van het doorsnee-gezinsinkomen, de snelle ontwikkeling van het on-line-shoppen, heeft ertoe geleid dat we gemakkelijker ‘buiten de dorpsdeur’ inkopen doen dan voorheen. Gelukkig heeft iedereen daarin zijn/haar vrijheid, maar ………..
Een gezonde dorpse samenleving – en Onstwedde wil daarvoor toch graag model blijven staan ! – staat en valt met inzet, met betrokkenheid, met interesse in en zorg voor elkaar. Een jaar of tien geleden noemde ik dat ’s een SO-SO-samenleving: SOlide & SOlidair.Daarbij hoort ook het oog voor onze eigen middenstand, die nog altijd natuurlijke hartelijkheid en vanzelfsprekende service hoog in z’n vaandel heeft staan. Die vind je niet op internet !!

We hebben in de Boslaan twee waardevolle gemeenschapsgebouwen staan: ‘De Bast’ en ‘De Bolster’. De eerste leidt onze jeugd deskundig binnen in de doolhof van eisen, die een moderne samenleving stelt. De tweede biedt woon –  en uitgebreide zorgmogelijkheden aan dorpsgenoten in de herfstfase van hun leven.
En de grote groep tussen – pak weg – 20 en 70 jaar ?
Tja….. Daarvoor hebben we eigenlijk geen mooi gebouw, dat specifiek op hen en hun wensen is gericht. Daarom dacht ik, dat ’t niet zo’n rare gedachte zou zijn om het complete (winkel)centrum van ons dorp uit te roepen tot hún terrein. De betekenis van zowel de naam ‘Bast’ als ‘Bolster’ is letterlijk: ‘beschermende schil’; in dit geval voor onze ouderen en onze jongeren. De voortgang, de verdere groei moet echter worden bereikt door de kern van de boom, de vrucht; door de pit.
Ik stel daarom voor om het winkelgebied van ons dorp uit te roepen tot ‘De Pit’, het “gebouw” waar de aanstormende jonge generatie en – ik noem ’t maar : - de vader & moeder-generatie in woord en daad kunnen laten zien, dat zij begrijpen hoe je een klein dorp levend houdt. Hoe je elkaar nodig hebt om kwaliteit te kunnen waarborgen.
‘De Bast’ en ‘De Bolster’ en ‘De Pit’, natuurlijker kan ’t toch haast niet ?

Een jaar of 10 geleden had het Onstwedder Archief een mini-expositie in de bibliotheek. In één van de vitrines lag toen een 100 jaar oude zgn. ‘polsmof’, oorspronkelijk uit een boerderij in de Höfte. Als zo’n ‘polsmof’ (een grote, dubbele handschoen) ’s winters in gebruik was, zaten er twee handen in die naar elkaar op zoek waren. En als die twee elkaar gevonden hadden ? Ha, dan was de kans op een verkleumd gevoel heel snel over !!

© Klaas Meijer