15-11  Telgnpad

15-11 Telgnpad

Een foto uit 1973. Veertig jaar geleden genomen zeg maar. En, zoals op zoveel plekken in ons aloude dorp, is nauwelijks herkenbaar waar we zijn.
Nou heb ik het antwoord natuurlijk eigenlijk al in de (Grunneger) titel van deze rubriek verraden, maar vlot herkennen ? Nou, nee.
Links zien we een schuurtje staan, dat een laatste herinnering vormt aan de tijd toen het grote gezin van Jarke Eefsting daar op de hoek van de Luringstraat en de Tellingerweg in een oud maar o zo karakteristiek boerderijtje woonde. (Voor de nog-niet-begrijpers onder onze website-bezoekers : ‘Tellingerweg’, zo staat in het Nederlands op het straatnaambordje van het vroegere ‘Telgnpad’).
Rechts zien we het huis waar de familie Geert Veldhuis indertijd z’n domicilie had. Daarnaast, zo herinner ik me nog, woonden de Van der Heides en de familie Bé de Vries (fam. de Rooy ook nog een tijdlang).
Een uitermate landelijk “straatje” was ’t waar zij woonden. Die aanhalings-tekens staan er niet voor niets, want om heel eerlijk te zijn: ‘t was helemaal geen straatje. ’t Was eigenlijk niks meer dan een zand- en puinpad, dat uitmondde op z’n zand- en puin-soortgenoot, de Duinweg. ’t Is dan ook absoluut niet verwonderlijk, dat de Onstwedder volksmond nooit verder kwam dan de kortweg-aanduiding ‘Telgnpad’.

Bij het neertikken van afleveringen voor deze rubriek komen soms vragen bovendrijven, waarvan je je afvraagt waarom je ze niet eerder aan jezelf gesteld hebt. Zo ook hier. Bijvoorbeeld deze vraag: “Waaróm heet deze weg eigenlijk Tellinger-weg ?” De vraag die daaruit automatisch voortvloeit: “In heel veel Onstwedder straatnamen zijn stokoude historische (familie)-benamingen verwerkt. Zou dat ook hier gebeurd zijn ?”
Het antwoord op de laatste veronderstelling kan ik gauw geven. In Onstwedde heeft nl. nooit iemand met de naam Telling gewoond. “Ja maar…., misschien hebben de gemeentelijke straatnaamgevers hier wel net zo’n joekel van een blunder uitgehaald als rond 1990 met de Jensinghelaan. Er is immers ook nooit een Onstwedder familie geweest, die ‘Jensingh’ heette. Die straat had Tensinghelaan moeten heten. Ze hebben gewoon zonder een goeie leesbril op de neus in de oude stukken gekeken, de sufkoppen.”

Mensen, ik haal u vandaag uit de droom. Het woord “telling” is gewoon een foute vernederlandsing van het Groningse “telgn”. Dat komt van “telgen”, een woord dat we anno nu nog wel gebruiken in de betekenis van “afstammeling, nazaat”.
Als je deze betekenis doortrekt naar de bomen- en plantenwereld kom je op “loot” of “scheut”, “jong boompje” als u wilt. Kijk en nou zijn we er precies.
De Tellingerweg, het oude ‘Telgnpad’, heet zo omdat ’t in oude tijden een boerenlaantje was met hier en daar wat jonge boompjes, telgen van die eiken reuzen die je elders in en rondom ’t dorp veelvuldig tegenkwam.

Enkele weken geleden mocht ik u de glorieuze ontwikkeling van de Achterweg tot Boslaan-anno-nu schetsen. In de voorbije dertig jaar is ook van het oude ‘Telgnpad’ een moderne Tellingerweg geworden. Een straat met nieuwe, royaal gebouwde woonhuizen, met een tennisbaan, een voetbalveld en een verwarmd zwembad om de hoek. ’t Is zelfs een belangrijke verkeersader, de aanlooproute voor het verkeer uit de Onstwedder nieuwbouwwijk naar elders. En ik voorspel u: als Onstwedde straks weer woningen moet gaan bouwen in het nieuwe Heideweg-plan om de bevolkingsgroei op te vangen, dan zal op de plek waar de Tellingerweg op de (Verlengde) Luringstraat uitkomt een grote rotonde verrijzen om de verschillende verkeersstromen in goede banen te leiden.
Naar ik heb begrepen zal op die nieuwe rotonde dan ook een tweede diamant geplaatst worden, een kleintje deze keer. Een ‘telg’ van die andere zeg maar ……….

© Klaas Meijer