Afl. 123  - 11-05-2017 :  EEN  LAAT-MIDDELEEUWSE  “URN”  uit  WESSINGHUIZEN

Afl. 123 - 11-05-2017 : EEN LAAT-MIDDELEEUWSE “URN” uit WESSINGHUIZEN

Als je wat aan iemand belooft dan moet je dat ook doen!” Dat was één van de grondregels waarmee ik in mijn opvoeding vroegtijdig ben geconfronteerd. Helemaal terecht.
Aan het eind van een 2-tal afleveringen in de rubriek ‘Taikens & Toal’ (rechtsonder op deze website), getiteld: “Over Jan, n urn en n professor” beloofde ik u ruim een jaar geleden, dat ik in deze ‘Zo was ‘t’-rubriek op die urn(en) van Wessinghuizen terug zou komen.
Bij dezen los ik die belofte in. ’t Werd ook tijd ……

Het mooiste aan het verzorgen van deze rubriek is vanaf het begin, - in 2012 -, geweest, dat er regelmatig mensen reageren. ’t Betreft dan zowel oud-dorpsgenoten “ergens in den lande” als Onstwedders van nu. Vaak komen ze met aanvullende gegevens, soms met een oude foto dan wel een krant(enknipsel). Vrijwel altijd betreft ’t echter een verrijking van van de gegevens in het Onstwedder Historisch Archief en van mijn persoonlijke kennis.
Zo benaderde mevr. Abelien Reiling-Wilzing uit Emmen mij naar aanleiding van het zopas genoemde ‘Taikens & Toal’-verhaal met het verzoek een schenking aan het Streekhistorisch Centrum in Stadskanaal te willen regelen van een kinderurn die in haar bezit was (zie de foto).
Die urn zou gevonden zijn door haar grootvader, Hidde Bessembinders uit Wessinghuizen.
Wanneer was niet exact bekend, maar ’t moest geweest zijn rond de tijd dat prof. Van Giffen in Wessinghuizen uitgebreid archeologisch onderzoek had gedaan. Dat was in 1927.
Die urn, waarin nog de as van het gecremeerde kind zou hebben gezeten, had vervolgens jarenlang op de schoorsteenmantel van haar ouderlijk huis in Smeerling gestaan. De as was er helaas op enig moment door een overenthousiaste schoonmaakster uit gewassen.

De urn-in-kwestie zag er fraai uit, dat dient gezegd. Hoewel mijn parate kennis omtrent prehistorische voorwerpen niet bijster groot is, kwam toch direct enige twijfel bij mij boven toen ik de urn in handen kreeg. Iets té klein, iets té mooi vond ik ‘m. Toen ik uit mijn boekenkast het verslag, mét diverse afbeeldingen, van de opgravingsresultaten van prof. Van Giffen opdiepte, werd ik alleen maar in die twijfel gesterkt.
Dus ….. op weg naar de echte kenners, de experts; in het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis. (Even terzijde: als u mooie prehistorische bodemvondsten uit ons noorden wilt zien, moet u daar ’s een keer een bezoek brengen; een aanrader).
Dr. Ernst Taayke van het Depot bracht heel snel 100 % duidelijkheid. “Dit is absoluut geen urn, meneer Meijer. ’t Gaat om een drinkbeker voor licht bier uit het eind van de 15e eeuw, ergens tussen 1450-1500. Hij behoort tot het zgn. ‘Siegburgs steengoed’, dat wel zo’n 500 jaar achtereen een ontzettend goede naam heeft gehad. Siegburg ligt in Duitsland in de buurt van Bonn. Ook in het kasteel van Coevorden zijn indertijd vergelijkbare drinkbekers gevonden.”

Nou jaaaaaaa ………..
Weg prehistorische bodemvondstverhalen. Een (stapelbetover)opa van opa Bessembinders lustte gewoon graag af en toe een biertje en heeft zich daarvoor op enig moment een hem passend bekertje aangeschaft c.q. cadeau laten doen. Die ouwe Wessinghuizers, hè ! Die lustten ‘m wel …..
Proost !

Hoe dan ook: sinds april j.l. staat de drinkbeker van de foto in één van de expositie-kasten van ‘De Oude Stelmakerij’ in Sellingen, het Westerwoldse onderdeel van het Knoalster Streekhist. Centrum. Daar kunt u ‘m bewonderen en nog ‘s overpeinzen, waarmee ú de historie van Onstwedde/van Westerwolde eventueel zou kunnen verrijken ……….

Voor de diepgaand geïnteresseerden onder onze rubriek-bezoekers voeg ik nog enkele technische details toe.
- De beker is gedekt met een ijzerhoudend laagje met zoutglazuur. Dat was normaal bij dit soort aardewerk. Er werd bij een temperatuur van ca. 1.000 ° C. zout in de bakoven gegooid. Dat zout verdampte en sloeg dan neer op het baksel.
- Het voetje van de beker is een zgn. knobbelvoet, die tijdens het boetseren werd gevormd met de vingers.
- De ribbeltjes op de beker zijn erop gemaakt tijdens het ronddraaien van de pottenbakkersschijf.

© Klaas Meijer