Afl. 116 – 09-02-2017 : TER  MAARSCH  -  deel 1

Afl. 116 – 09-02-2017 : TER MAARSCH - deel 1

’t Is de kleinste van de zgn. essenzwermdorpen rond Onstwedde, maar wel een met een rijke geschiedenis. Een geschiedenis, die zonder twijfel voor een niet gering deel op het zakelijk inzicht en het doorzettingsconto van de bewoners mag worden geschreven.
We hebben ’t over de familie Maarsingh, in elk geval sinds ca. 1440 woonachtig  op ‘Ter Maerse’, later geschreven als: Ter Maars(ch). In die familie is de voornaam Aike (eertijds in de oud-Westerwoldse variatie ‘Aycko’) eeuwenlang de meest gangbare geweest. Volgens de kenners (uit diezelfde familie) een heel toepasselijke naam, omdat Aycko staat voor aike(boom),‘eikenboom’. U weet wel zo’n robuuste boom, die eeuwenoud kan worden, een stamomtrek kan krijgen van wel een meter of 12 (zie de foto bij deze aflevering) en een hoogte van meer dan 30 meter. Met name in een coulissenlandschap (zoals wij dat in Westerwolde ook kennen) doet zo’n eik ’t erg goed.
Binnen de familie doet nog altijd het verhaal de rondte, dat de Maarsinghs zouden afstammen van de Vikingen, de Noormannen. Op de Maarsingh-familiedag in 2015 deelden Alwin Maarsingh en Koos Bernd Vos, beiden kleinkinderen van dominee Berend Maarsingh, ons mee dat daarover geen enkele twijfel meer kon bestaan. Integendeel. Die afstamming was “gewoon” zonneklaar. In het oorsprongsgebied van de Vikingen, Scandinavië, is immers de alombekende Zweedse meubelgigant Ikea direct verwant aan de Maarsinghs. Dat kun je heel gemakkelijk herleiden uit de naam Ikea: dat is niks anders dan een letter-variatie op de Maarsinghs-naam Aike ………
Niet voor niets is vorig jaar een Maarsinghs-herinneringssteen onthuld aan de voet van een dikke Maarsinghs-‘Aike’ (=eik) aan het Oude Kerkpad tussen Ter Maarsch en de Markeweg.
Zo kan blijft een belangrijk element uit de legendes, die rond de Maarsingh-familie bestaan, ook in de toekomst levend blijven.ª¹

Om niet verder aan die legendevorming bij te dragen: ’t lijkt erop, dat de allereerste die zich op Ter Maarsch vestigde iemand is geweest uit het Onstwedder Loug, het dorp. Mogelijk is ’t iemand geweest, die zich het ongenoegen van de Addinga’s op de Wedder burcht op de hals had gehaald en daarom maar zo ver mogelijk van die roofridders vandaan ging wonen. Anderzijds moet je enige bewondering hebben voor het lef dat die allereerste Maarsingh heeft gehad. ’t Was namelijk wel een zéér eenzame plek waar hij zich rond het jaar 1400 vestigt. Zeg maar gerust:”in the middle of nowhere”. We kunnen ons zo’n plek  anno 2017 nauwelijks meer voorstellen. Ter Maarsch zelf lag weliswaar op een zandrugje (zo’n 6 mtr. boven NAP), maar aan de zuid- (richting Drenthe) en aan de westkant (richting Pekela/Veendam) lag een onafzienbaar veenmoeras. Veenhuizen als verbinding met Onstwedde-dorp bestond nog niet. Het Pagediep (‘Poggen-daip’, ‘kikkersloot’), - zo’n 2 meter diep en een bovenbreedte tot 20 (!) meter -, slingerde zich vanuit Drenthe door het Ter Maarsche gebied. Verzakkingen in de huidige Onstwedderweg geven nog altijd aan waar dat oude Pagediep die weg kruiste.
In een oud geschrift lezen we, dat “…….ter Marse, een eenzame hoeve aan den olden weg in de gouwe Trenthe ……” is. Gelegen in de provincie Drenthe dus, een gebied waarin trouwens heel Westerwolde rond het jaar 1000 wordt gesitueerd.
De “olde weg” is ruwweg het Oude Kerkpad ª², het pad dat nog altijd de binnendoor-verbinding vormt tussen Ter Maarsch en Onstwedde. Helaas zijn bijv. de Duunbaarg en de Piepkebaarg, die tot het midden van de vorige eeuw langs die route lagen, verdwenen.

Toch waren de Maarsinghs niet de eersten die zich aan de boorden van het Poggendaip vestigden. Diverse vondsten hebben aangetoond, dat in de prehistorie (vanaf ca. 10.000 v. Chr.) groepen jagers/verzamelaars regelmatig hun kampement hebben opgeslagen aan de oevers van dat riviertje. En waarschijnlijk heeft zich rond 2.000 v. Chr. al de eerste, bescheiden landbouwaktiviteit in en rond het huidige Ter Maarsch ontwikkeld.
Vrij kort daarna rukte het veen echter van alle kanten snel op. Ter Maarsch werd van een uitsteeksel aan Westerwolde meer en meer tot een eiland. Een eiland van waaruit geen contact meer met anderen mogelijk was. Offerbijlen, die in het oprukkende veenmoeras werden gegooid om de moerasgeesten gunstig te stemmen, hielpen niet (zie hiervoor o.a. aflevering 3 van de rubriek ‘Taikens & Toal’ op deze website). Er bleef niets anders over dan weg te wezen. Liever vertrekken dan in eenzaamheid wachten tot je ook door het veen werd opgeslokt…….
Het Ter Maarsch-gebied kon een reeks van eeuwen in kille eenzaamheid wachten op andere, op nieuwe bewoners.

Die kwamen. Maar dan zijn we intussen al na het jaar 800, in de Middeleeuwen, beland.
Zoals gezegd, ‘Ter Maerse’ behoorde niet tot de eerste gebieden waar nieuwe kolonisten verschenen. Daarvoor lag ’t té zeer in een uithoek. Er waren andere gebieden in het Westerwoldse die eerder aantrekkelijk waren. ’t Zou uiteindelijk tot de 13e à 14e eeuw duren aleer de stamouders van de Maarsinghs zich vestigden op de zandrug tussen de maersen/marschen (= laaggelegen hooi- & weidegronden). Het Pagediep speelde daarbij, - als gezegd -, een zeer bepalende rol. Zulks ondanks het hoge ijzeroer-gehalte van het water, hetgeen voor opbrengsten uit de akkerbouw nou niet bepaald bevorderlijk was.

In een gezegelde brief uit 1488 komen we de eerste bewoner met de familienaam ‘Ter Marse’ tegen. Jammer voor al die mooie (fantasie)verhalen over eikenbomen die in hun standvastigheid model zouden staan voor de voornaam Aike, die eeuwenlang bij de Maarsinghs zo geliefd is gebleven. De allereerst bekende Maarsingh heette “gewoon” Else, Else ter Marse.
Maar daarover meer in de volgende aflevering, deel 2 van ‘Ter Maarsch’.
 
ª¹ : Er lopen – voorzover mij bekend – op dit moment nog 7  Maarsingh-nazaten met de voornaam ‘Aike’ in Nederland rond, waarvan 5 in onze regio: 1.) in Ter Maarsch; 2.) in Veenhuizen (Azn.); 3.) in Vledderveen (Hzn.); 4./5.) in Stadskanaal: Aike “LTO” (JHzn.) en Aike “Bibliotheek” (Rzn.); 6.) in Lelystad; 7.) in Spijk (RAzn.).
ª² : Of de Maarsinghs vroeger nou zo weinig in het kerkzakje deden of dat een of andere vreemde wandelaar ’t “gewoon” verloren heeft, maar het enige dat één van onze dorpsgenoten die er af en toe op uit gaat met z’n metaal-detector kort geleden langs het Oude Kerkpad in Ter Maarsch vond, was een koperen cent uit 1872 ……….

N.B. Met dank aan dhr. Albert Migchels (Barkhoorn) voor het mogen gebruiken van het verhaal van prof.dr. Henny Groenendijk (voorm. Prov. Archeoloog van Groningen). Dat verhaal komt voor in Migchels’ uitgebreide Maarsingh-genealogie, ‘Mijn Oma Margrietha’, die in 2004 het licht zag.
 
© Klaas Meijer