• Terug
  • Zo was 't
  • Onstwedders van geboorte, maar soms “… van Duytschen bloed…”
31 augustus 2017
Afl. 126 – 31-08-2017

Dat (streek)geschiedenis mijn favoriete hobby is, zal u de afgelopen 125 afleveringen van deze rubriek allicht duidelijk zijn geworden. Als zo’n rubriek echter een tijdje met vakantie is, heb je (eindelijk) ’s wat meer tijd om ook aan enkele meer privé-elementen van die hobby wat achterstallige zorg te besteden. Eén van die elementen betreft de genealogie, de geslachtskunde, of zo u wilt: het onderzoeken van je stamb(o)om(en).

Dat doe ik eigenlijk al vanaf m’n 9e levensjaar. Bij mijn oma Meijer-Knigge op de tuinbank gezeten, ondervroeg ik haar grondig over het familie-wel &-wee van weleer. Wat zij vertelde, schreef ik met een potlood in een zelfgemaakt kladblokje. Mijn zakgeldniveau was immers niet van een hoogte, dat ik een of ander chique notitieboekje zou kunnen kopen. We hebben ’t wel over begin jaren (19)’50, hè!
M’n opa was niet zo’n prater, maar toen ik hem ooit ’s vroeg waar de Meijers heel lang geleden vandaan waren gekomen, zei hij kortweg: ”Aargens uut Duutsland leuf ik.” Meer kreeg ik er niet uit.
Toen ik jaren later met m’n aantekeningen van toen, het Rijksarchief in Groningen bezocht, kwam ik met mijn stamboom tot 1767. In het kerkarchief van de Lutherse Gemeente van Nieuwe Pekela stagneerde de zoektocht helaas. Geen nadere gegevens meer te vinden.

Wie schetst mijn verbazing toen ik een tijdje geleden puur toevallig stuitte op de website van een dame uit Blaricum. Zij had een stamboom gemaakt, waarin niet alleen mijn “stapel-bet-overgrootvader” voorkwam, maar ook 3 van zijn jongere broers. Geboren in “Lipscherland” in ... Duitsland... Nou dan!
Voordat u iets gaat denken in de geest van: ”Zozo, en dizze import-Onstwedder wil ons om de vattien doage vertellen hou t hier vrouger in Onstwedde was? Loat hom mor gaauw noar zien Lippege stamlaand truggegoan. Kinne zien vrougere ‘Landesgenossen’ wat over vrouger vertellen! In t Duuts”, wil ik nog graag iets toevoegen.

Weet u wie ik in dat geslachtsregister ook tegenkwam? Vast niet. Een nazaat van de jongste broer van mijn voorvader (mijn achterachterachterachterneef dus) was namelijk Arend Meijer, in de jaren (19)‘30/’40 garagehouder in Onstwedde, op de hoek van de Luringstraat en de Dorpsstraat. De foto van vandaag is o.a. daarom gekozen. Een andere reden was de (zoveelste) constatering, dat de bewuste hoek er ruim een halve eeuw geleden behoorlijk welvarender uitzag dan de prutshoek van de laatste 10 jaar...

                                     ********
De onverwachte vondst van mijn Duitse ‘roots’ (=oorsprong) bracht me tot enig aanvullend nadenkwerk over andere Onstwedder familienamen. Meer dan eens heb ik in deze rubriek beweerd, dat er vanuit de Middeleeuwen, - maar ook in de eeuwen daarna -, talrijke verbindingen zijn geweest tussen het Duitse Ems-/Münsterland en Westerwolde/ Onstwedde. Alleen al de legende van de rijke juffer uit het Emsland, die de Onstwedder Juffertoren liet bouwen geeft dat bv. duidelijk aan.
Maar er is meer, veel meer.
Ik som u hieronder als afsluiting van deze aflevering enkele familienamen op uit ons dorp/onze regio, waarvan de oorsprong met (vrijwel 100%) zekerheid in ons Duitse buurland vast te stellen is. Ik heb geen bewuste keuzes gemaakt en alleen al daarom is ’t natuurlijk bij lange na geen volledige lijst. ’t Is deze keer niet meer dan een indicatie. In elk geval zal het zingen van de 2e regel van ons Nederlandse volkslied voor mensen met de hierna volgende achternamen vanaf nu een diepere betekenis krijgen. Denk ik…

Bodewitz – Hier zeggen de laatste 2 letters van de familienaam eigenlijk al genoeg: de ‘tz’-uitgang kennen wij immers niet; die is typisch Duits.
De Bodewitzen in ons dorp e.o. stammen dan ook af van ene Johann Georg Bodewitz, die ca. 1700 woont in het dorpje Kleinern in het Edertal (iets westelijk van Kassel).

Bulder – Is een Nederlandse verbastering van het Duitse beroep ‘Böller’ (= stierenhouder). De oorsprong van de Bulders ligt in Niederlangen (vlak over de grens bij Ter Apel). Zoon Harm Hindricks Bulder vestigt zich door z’n huwelijk met erfdochter Willemtien Alberts Buntckens in 1675 in Wollinghuizen. Ze hebben 3 zoons:

  1. Bulder – Eén zoon (Frerik) gaat, na het vrij vroege overlijden van z’n pa,  verder op de ouderlijke boerderij onder de naam Bulder.
  2. Huls – Eén zoon van stamvader Bulder trouwt met de erfdochter op “t Huls”. Hij moet daarom volgens het oude Westerwoldse erfrecht de naam van z’n vrouw aannemen. Maar uiteindelijk is en blijft hij, net als de Bulders, “van Duitsen bloed”.
  3. Meijer – (en dan met name de Vlagtwedder/Hebrechter/Wollinghuizer Meijers). Stamvader hiervan is de oudste zoon van bovengenoemde Bulder. Hij zoekt kennelijk het avontuur en huurt nieuw ontgonnen/te ontginnen land van de Stad Groningen in Vriescheloo. Hij wordt dus pachtboer (= ’meijer’) en houdt daaraan z’n nieuwe familienaam over.

Halmingh -  In afl. 106 van deze rubriek heb ik u de zeer waarschijnlijke verbinding tussen Helminghausen/Mettbruch en dit geslacht al uit de doeken gedaan.

Hazelhoff – De oorsprong van dit geslacht ligt in de omgeving van Dortmund. Een telg van die familie (Derck) komen we rond 1625 tegen als “veldscheerder (=kapper) en chirurgijn” bij de soldaten die in de Bellingwolderschans, het huidige Oudeschans, gelegerd zijn. Derck wordt later borggraaf (= plm. meesterknecht) op de Wedderburcht. Een dik boek vol namen van nazaten van Derck ziet in 1992 het licht.
(Hoe klein de wereld is blijkt bv. uit het feit, dat een nazaat van Derck inmiddels al een serie jaren als burgemeester van de Gemeente Bellingwedde zetelt tegenover die oude Wedder Burcht van haar “opklap-bet-overgrootvader”: Janneke Snijder-Hazelhoff).

Van der Heide – Bij deze uitgebreide familie past enige terughoudendheid. ’t Is wat mij betreft niet zeker dat ze allemaal dezelfde stamvader hebben. Een groot aantal stamt echter met zekerheid af van Friedrich Willems van der Heide, geb. 1782 in Halle, een stad in de buurt van Leipzig. In 1824 behoren Friedrich en z’n gezin tot de eerste bewonners van (de Onstwedder) Mussel.

Knigge – Alweer zo’n naam, die bij ons helemaal niet (meer) buitenlands/Duits over komt.
Als je die familienaam echter in de 18e eeuw in de regio Veendam/Wildervank en later in Nw. Pekela tegenkomt, is een eerste aanwijzing dat ze verknocht te zijn aan de Lutherse (van Duitse oorsprong) kerkgemeenten. Nader speurwerk in de archieven voert vervolgens terug op de Knigge-stamvader Hendrik Geerts Knigge, die rond 1730 vanuit Hannover in Duitsland naar Wildervank emigreert.

Meijer – Arjan (Hzn.) Meijer en wijlen z’n oom Harm (van de O.B.M./Univé-verzekeringen) deden diepgaand onderzoek naar de wortels van veel Onstwedder Meijers. Zij ontdekten o.a. dat de stamvader van hun geslacht “de soldaat Johann Heinrich Meijer” (* 1733) uit het Duitse Holle (bij Hannover) is. Hij was huzaar in het “Nederlandse” leger, dat toen geleid werd,  – op verzoek van onze stadhouder Willem IV -,  door de hertog van Braunschweig. Uiteraard nam die toen heel wat soldaten uit zijn eigen regio mee.
Of Johann Heinrich nou het legerleven zat was, of “gewoon” hopeloos verliefd werd op Trijntje Willems van Onstwedder Holte, weten we niet. Misschien vonden ze Holle en Holte ook wel mooi bij elkaar passen... Hoe dan ook: Johann verlaat het leger en wordt koopman. Hij en Trijntje zweren elkaar in 1766 in de Martinikerk in Groningen eeuwig trouw en zorgen via hun 7 kinderen voor een talrijk nageslacht.

Moed – Hoewel deze familienaam uiterlijk gezien niet direct op een Duitse oorsprong wijst, wordt ’t anders wanneer we een eindje in de familiegeschiedenis duiken. We komen dan rond 1875 de overgrootouders van Geert (‘Pinto’) Hidding z’n vrouw tegen: Heinrich Johann Moed & Lucretia Thürkôw. Als je nu alleen al kijkt naar de schrijfwijze van de voornamen en naar de familienaam van mevr. Moed…, dan hoef je niet verder te vragen. Heinrich Joh. was trouwens schipper van beroep en kwam uit de omgeving van Weener, net over de grens. Zijn zoon Jan was koopman in onze regio. Samen met z’n vrouw Antje Bouwland zetten ze liefst 15 kinderen op deze wereld; 15 kinderen die bovendien allemaal op oude dan wel op stokoude leeftijd zijn gestorven.

Roskamp – De familienaam Roskamp (oorspronkelijk mogelijk: Rosskamm) komen we vanaf ca. 1800 in onze streken tegen. Met zekerheid liggen er verbindingen met het Ostfriese Mühlenwarf (bij Weener).

Strockmeijer/Ströckmeijer – De schrijfwijze van deze familienaam, - zeker als er ook nog een Umlaut (= die twee stipjes) op de letter o staat -, geeft de Duitse oorsprong al aan.
De stamvader van “onze” Strockmeijers komen we rond 1700 tegen als Hermann Heinrich Struckmeijer. Hij woonde hoogstwaarschijnlijk in Oppendorf, iets ten noorden van Hamburg. Zijn vrouw droeg geen familienaam. Zij staat te boek als “Maria Magdalena”.

Thürkôw – Tot 50 jaar geleden woonde deze familie achterin de Dorpsstraat. De schrijfwijze van de naam doet haast wat Pools aan. Het voorgeslacht komt echter uit de buurt van Rostock in noordelijk Duitsland. Een klein dorpje in die regio heet nog altijd Thürkôw.
De oudste Thürkôw die we konden vinden was Christian Thürkôw (ca. 1670), stadssecretaris en burgemeester van Gnoyen in Duitsland. Via Assen is een familietak in Onstwedde beland.

Waarsing – Hoewel ‘Erve Waersinck in Laude’ al ca. 1600 in oude stukken voorkomt, ligt het redelijk voor de hand dat dit geslacht in elk geval banden heeft met Ost-Friesland. Wie vanaf Leer (over de oude B 70) naar Emden rijdt, komt bv. voorbij Warsingsfehn, een veenkolonie die daar is gesticht na de vloed van 1717.

Wakker -  Helaas is het gesprek dat ik zo’n 25 jaar geleden had met de bewoner van het oude ‘Wacker Erve’ in Dörpen (bij Bellingwolde net over de grens) niet tot een afronding gekomen, maar ’t is vrij zeker dat er verbindingen zijn tussen de Duitse Wackers en de Groninger/Onstwedder Wakkers.

N.B.-1:  Met veel dank aan onze dorps-/streek-genealoog Geert Wilts.
N.B.-2:  Enne... troost u: met ingang van de volgende aflevering zal ik mijn historie-verhalen in deze rubriek aanzienlijk inkorten! Waarvan akte.

© Klaas Meijer (k.meijer@onstwedde.info)