• Terug
  • Taikens & Toal
  • Wat wonen we in een prachtige, inspirerende streek !
9 mrt. 2022

 

 AFL. 77:  WAT WONEN WE IN EEN PRACHTIGE, INSPIRERENDE STREEK !


Rond 2006 mocht ik enkele jaren lid/voorzitter zijn van de jury van de ‘Knoalster Dialectwedstrijd’. Die werd jaarlijks in maart (dialectmaand) gehouden. Prachtige verhalen en gedichten hebben we in die tijd mogen beoordelen. Dat ze veelal in ons eigen woongebied speelden en in onze eigen streektaal waren geschreven, maakte ze daarbij nog mooier, indringender. Ik heb ervan genoten, dat zeg ik u bij dezen.

De voorbije dertien jaar ben ik bezig geweest om mijn werkkamer en vooral mijn (grote) bureau op te ruimen. Als dertien jaar u wat aan de lange kant lijkt, moet ik u zeggen dat de hoeveelheid nieuw materiaal dat soms in een week binnenkwam, vaak groter was dan het aantal paperassen en aanverwant dat ik diezelfde week had opgeruimd. Tja, Klaas Meijer was zijn hele leven al een persoon met een “bewaarderige” instelling en dat zal in de avond van z’n leven waarschijnlijk ook niet meer echt anders worden.
Hoewel ……..
In een ultieme poging tóch iets meer orde in de chaos in mijn kamer te scheppen, ben ik de afgelopen week ‘s wat rigoreuzer dan normaal te werk gegaan. Tot mijn verrassing kwam daar ineens vanachter een stapel historie-boeken een klein boekje uit (ws.) 2006 tevoorschijn. “Met Schrijvers en Dichters op pad” heette ’t en ’t zijn de prijswinnende inzendingen – in onze eigen streektaal !! – voor een wedstrijd die het Regionaal Cultuur-plan Oost-Groningen indertijd had uitgeschreven naar aanleiding van een literatuurroute door de Veenkoloniën en Westerwolde.
Als ik het boekje openklap is de eerste tekst die me onder ogen komt, het gedicht dat de ‘1e prijs volwassenen’ kreeg toegekend. “De dreihouk Smeerling en Terwupping” heet ’t en is geschreven door …….. – nota bene – Harma Waalkens-Timpener uit Vlagtwedde.
Nou jaaaaaaaa ……… Harma Timpener. Dezelfde Harma die opgroeide in het achterste gedeelte van de Dorpsstraat; het gebied zeg maar, waar u nu al zo’n 50 jaar Ocrea en Jeugdsoos ‘De Boerderij’ aantreft. Dezelfde Harma Timpener die ik ooit het cijfer 11 gaf voor haar meer dan formidabele werkstuk geschiedenis in de 4e klas Mavo. (Ik had het uitmuntende  werkstuk van een klasgenoot al met een 10 gewaardeerd, maar Harma’s werkstuk was absoluut nóg beter. Dus …….). Harma Timpener, die kennis en gevoel zo steengoed wist te combineren.
Harma’s prijswinnende gedicht over haar vroegere en onze huidige woonstreek wil ik u in deze aflevering van ‘Taikens & Toal’ voorleggen. Als eerbetoon aan Harma, aan ons prachtige woongebied en aan ons aller Grunneger toal. Want dat we die taal mogen, nee sterker nog : moeten koesteren staat buiten kijf. Leest u het indringende artikel in de ‘Tijdgeest’-bijlage van dagblad ‘Trouw’ van 19 februari j.l. er maar ’s op na. “Kinst doe t wel verstoan ?” is de vraag die in grote letters op de omslag wordt gesteld.
Die vraag geef ik bij dezen door aan de volgers van deze rubriek die het Gronings nou niet zo erg goed beheersen, maar zich in ons woongebied toch best wel happy voelen. Lukt ’t begrijpen u niet direct, dan niet opgeven s.v.p. Gewoon doorgaan en na enige tijd komt u vast en zeker tot de door-en-door Groninger conclusie:”t Kon minder !”

DE DREIHOUK SMEERLING EN TERWUPPING                       
                                 - door Harma Waalkens-Timpener


De drijhouk Smeerling en Terwupping
zörgt as beschaarmd dörpsgezicht
mit zien overdoad aan kleuren
veur een machteg evenwicht.
 
As k jank noar ruumte
In mien kop en om mie hin
den begun k mor te bozzelen
en te sjaauwen tot k nait meer kin.

Den bin k stoadeg aan beland
bie t vergangen schelpenpad.
Gain geknisper under de vouten
allènt d’ Oa wait van de houd en de raand.

Terwupping of Smilke, woar zol k wezen.
k Doal oaf noar aander laand.
Waaiden òfriggeld deur bomen
goud verschoel deur d’hoge raand.

Raintje Vos was heer en meester
vrouger, op Roege Baarg en Meulenpoal.
As kind luip k hier al te fantaseren
vleddermoezen en witte wieven goan mit mie aan d’ hoal.

k Heb weer ruumte, k loop dammee trug
in dit schilderwaark mit aal zien pracht.
De Meesterschilder loat mie vuilen
dat dizze dreihouk altied op mie wacht.

Bent u in uw gedachten met Harma meegelopen ? En heeft het wandelen in ‘de driehoek’
u goed gedaan ? Mooi zo. Dat was ook de bedoeling.
Als de dag dan bijna voorbij is, kunt u de eventueel overgebleven gaatjes in uw gemoed misschien nog een beetje navullen met het gedichtje van Frea Wessels – Mulder uit Onstwedde, dat ik in hetzelfde ‘Schrijvers & Dichters’-boekje tegenkwam. Dit gedicht is in ABN geschreven. Zie dat maar als gebaar van respect richting de eerder genoemde doorzetters, die hun kennisniveau van het Grunnegs dagelijks pogen te versterken.

AVOND                              
        - door Frea Wessels – Mulder

    Het loopt tegen de avond,
    de lucht kleurt van blauw naar rood.
    Samen wordt dit paars en terstond,
    zie ik een rij bomen langs de sloot.
    De bomen tekenen donker af tegen de prachtige lucht,
    vol van kleur met een warme gloed.
    Vanuit mijn hart ontsnapt een zucht,
    hiervan te kunnen genieten doet een mens goed.

Geert en ik zijn van mening, dat we zó het komende voorjaar vol enthousiasme tegemoet kunnen gaan. Gaat u mee ?

N.B. Onze hartelijke dank gaat uiteraard uit naar Harma en Frea voor hun fijne en creatieve bijdrage aan deze aflevering.

© Geert Schreuder (de ‘Taikens’) en Klaas Meijer (de ‘Toal’)