04.05.2013 Martinushoeve

“Aufmachen!! Sofort !!! Aufmachen, hab’ ich gesagt!!!”   

….In het holst van de nacht van de 21e op de 22e juli 1944 is het boerderijtje op de Vosseberg N° 21 door de S.D. omsingeld. Niemand kan er meer in of uit. Dat is ook precies de bedoeling, want de getergde S.D. wil nu eindelijk bij de bewoners een antwoord krijgen op de vraag: “Wo befindet sich der Heinrich?  Waar is Hendrik?” Hendrik, de zoon/broer die politieman was, dezelfde Hendrik die nu in het verzet zit. Hendrik, die vast en zeker één van de drijvende krachten is geweest achter de overval op het distributiekantoor in Slochteren, eerder op de avond.

De familie Haan staat op een kluitje bijeen in de woonkamer van de kleine Boerderij. Geweren zijn op hun gericht. Enkele soldaten hebben intussen al huiszoeking verricht: geen spoor van die vervloekte “Bruder Heinrich” te vinden. Goed, dan maar drie broers in zijn plaats …..  Harmannus krijgt toestemming om z’n jas nog even van boven te halen. Vier man gaan met hem mee, door de schuur waar een trap naar de zolder leidt. Als hij de trap opgaat wordt hij door één van de SD-ers zonder directe aanleiding door het hoofd geschoten. Het viertal keert grijnzend terug in de woonkamer.

Hebben ze het in de kamer niet gehoord? Ze hebben er in elk geval niet iets dramatisch bij gedacht. “Woar is ons Mans? Of huift dei om zien astmoa toch nich mit?”vraagt moeder Martje Haan-Blok hoopvol bezorgd. Wanneer de Duitsers het huis verlaten en naar de auto gaan, krijgt moeder Martje een antwoord vol duivels sarcasme toegefluisterd. “Nein, der kriegt nimmer wieder Asthma!”……


Uit: Schoenen met lusjes, mei 2005.

Toen Marianne van Dam en Hans Braakhuis ongeveer twaalf jaar geleden de boerderij op de Vosseberg wilden kopen, was het de makelaar die hen het verhaal vertelde van de tragische gebeurtenis die zichdaar toen zo’n vijfenvijftig jaar geleden had afgespeeld. Niet afgeschrikt door het verhaal van toentertijd, wonen ze er nu alweer meer dan een decennium lang en nog worden ze regelmatig herinnerd aan de voormalige bewoners van het pand. Want aan de voorkant van hun huis, daar hangt een marmeren herinneringsplaat. Hendrik Haan heeft de plaat laten maken ter nagedachtenis aan Harmannus, in de tijd dat Martinus - één van de gebroeders Haan - nog op de boerderij woonde. Toen Martinus was overleden en de boerderij werd verkocht, is de plaat er afgehaald en uiteindelijk bij iemand in de schuur beland. Op een dag kwam iemand de plaat weer tegen, waarop die bij de dochter van Henk Haan terecht is gekomen, die vervolgens contact op nam met Marianne en Hans. Nog zonder dat de dochter het hoefde te vragen riep Marianne zelf al uit dat die plaat vanzelfsprekend op de muur van de boerderij hoorde, en na overleg met Hans is dat ook precies wat er is gebeurd. Zo nu en dan komen er nog wel eens familieleden of andere bekenden van de familie Haan kijken. Zo ook een man uit Jeruzalem, die toentertijd stage liep bij de huisarts, wie de gebeurtenis sterk had aangegrepen.

Het verhaal is Marianne en Hans niet in de koude kleren gaan zitten, en de familie Haan heeft daarmee op hun een indruk achtergelaten. Toen op een dag een oude bekende van de familie uitsprak dat Martinus het prachtig had gevonden, als hij wist dat op zijn oude erf nu shetlanders rondliepen, waren Marianne en Hans er gelijk uit wat voor naam hun stal moest dragen: “de Martinushoeve.”

Naast shetlanders lopen er nu vooral veel honden op het erf. Marianne en Hans zijn nadat ze in een half jaar tijd het hele huis hadden verbouwd, begonnen met de bouw van een hondenpension. Op het moment dat wij hun bezochten hadden ze wel veertien logeetjes, naast hun eigen zes honden van hun favoriete ras; de friese stabij. De dieren zijn vooral overdag Marianne’s werk en Hans is werkzaam in de metaalsector. Ze komen oorspronkelijk uit Hillegom en Lisse, waar ze begonnen met één hond, daarna nog één, en nog één, en voor ze het wisten hadden ze ineens een stabijkennel. Echter, hun huis daar moest plaatsmaken voor een snelweg, en na een dagje bij een kennis in Ter Apel te hebben doorgebracht wist Marianne bij thuiskomst Hans precies te vertellen wat ze wou. Vanaf toen zijn ze hele woensdagen naar het noorden afgereisd op zoek naar een mooie boerderij, en zo zijn ze op de Vosseberg terechtgekomen.

Terwijl we bij hun heerlijk in het zonnetje op het terras zitten, beseffen we heel goed waarom ze dit plekje hebben uitgekozen; wat een mooi huis en uitzicht. Maar het blijft vreemd als je denkt aan het drama waarmee dit verhaaltje begon, als je bedenkt dat er ooit een groep Duitsers het huis omsingelde, en dat er daarbinnen koelbloedig iemand is neergeschoten. We willen graag nog een kijkje nemen op de plek des onheils, maar de trap zit er niet meer en heel precies weet Marianne ook niet hoe het toen was.

4 mei is het dodenherdenking. Dan herdenken we bij het monument alle Onstwedder oorlogslachtoffers, en dus ook Harmannus Haan. Toen Klaas Meijer eind jaren ’80 telefonisch contact had met Henk Haan, vroeg Henk of ’t goed was dat hij samen met zijn neef Henk Haan een haag van coniferen zou planten achter het 4-mei gedenkteken.

“Ter herinnering…?”    
 “Opdat wij niet vergeten”, zei hij.

Lees het verhaal over Harmannus Haan in Schoenen met Lusjes.