15 mei 2025

Als je de keuken binnenkomt bij Otto Wolfs, dan valt één ding gelijk op: overal staan zelfgemaakt voorwerpen. Van huisjes, vogeltjes op takken tot zelfs een klok, allemaal gemaakt van hout. En dat is geen wonder, want Otto kan alles maken van hout. Daarom was hij ook de uitgelezen persoon voor het leiden van een hobbyclub. En dat doet hij al 51 jaar!

Van de boerderij tot voor de klas
Otto begon zijn leven 75 jaar geleden op de boerderij in Boven Alteveer. Vader en moeder hadden nog een ouderwets boerenbedrijf, dus voor de kinderen was het de gewoonste zaak van de wereld om de handen uit de mouwen te steken en mee te helpen op de boerderij. “Ik was altijd aan het werk”, vertelt hij. “Koeien melken, kanten zichten, aardappels rooien en alles wat er maar voorbij kwam. Het heeft ongeveer tot mijn 13e of 14e geduurd voordat wij de eerste trekker op boerderij kregen. Voor die tijd gebeurde alles nog met de drie paarden die wij hadden.”

Toch werd deze boerenzoon geen boer. Hij haalde zijn onderwijsbevoegdheid en stond op zijn 21ste al voor de klas. “Sommige leerlingen op de MAVO waren maar drie jaar jonger dan ik!” De eerste twee jaar, zo rond 1971-1972, gaf hij les op de basisschool in Oude Pekela. Daarna werd hij leraar in Onstwedde, maar liefst 40 jaar lang, tot 2013. En ondertussen had Otto niet één onderwijsbevoegdheid, hij had er zelfs zeven! Voor de leerlingen van de examenklas betekende dit dat ze soms wel 18 uur per week les kregen van dezelfde leraar. Hij gaf handenarbeid, tekenen, godsdienst, maatschappijleer, natuur- en scheikunde en biologie en was daarnaast ook nog mentor.

Die eerste onderwijsbevoegdheid bracht de hobbyclub op zijn pad. “De heer Oort was directeur van de Zonnehof. Die wilde graag voor de bejaarden een hobbyclub oprichten en hij vroeg hiervoor subsidie aan zodat er een betaalde kracht aangenomen kon worden. Maar de vereiste was dat deze kracht over een handenarbeid bevoegdheid beschikte.” De oplossing kwam in de persoon van Otto Wolfs. En zo vond op 5 september 1974 de eerste bijeenkomst van de Bejaarden Hobbyclub plaats. 

Van hot naar her
“Ik ben gestart met twee vrouwen en zes mannen, in de school in het handenarbeidlokaal. Maar in die tijd moesten de bejaarden een TBC vrij verklaring hebben, want men was als de dood dat mensen ziek werden. Dat hadden deze personen niet, dus we konden niet langer gebruik maken van de school. Daarom werd er in de Zonnehof een aparte ruimte gebouwd, speciaal voor de hobbyclub. Hier hebben we dertig jaar gezeten. De meerderheid van de leden waren mannen, maar in alle jaren zijn er ook vrouwen van de partij geweest.”

Omdat de Zonnehof dichtging, moest de hobbyclub op zoek naar een nieuwe ruimte. Die vonden ze in de Bolster. In een prachtige grote zaal konden ze zeven jaar lang terecht. Daarna werd de ruimte in gebruik genomen door De Zijlen. Dus moest de hobbyclub alweer op zoek naar een nieuwe locatie. “Gelukkig konden we weer terug naar de Zonnehof. Eerst in een kleine ruimte en later een grotere zaal.” Maar na zes jaar werd de locatie toch te duur. “We hebben toen bij MFA De Bast gevraagd of ze plek voor ons hadden.” Die was er wel. Sindsdien is de hobbyclub gevestigd in de werkruimte van de conciërge, nu alweer 8 jaar lang.

Maar wat doet men daar nu allemaal op de hobbyclub? Otto vertelt: “Mensen doen aan figuurzagen en timmeren, maar in het verleden deed men ook wel aan leer bewerken. Nu is het vooral nestkastjes en voederhuisjes maken. Soms nemen de leden ook wel dingen mee van huis waar ze mee bezig zijn, zoals het repareren van een bezemsteel of andere dingen. En er worden ook wel bijzondere voorwerpen gemaakt, zoals een laarzenknecht, knikkerbak of sjoelbak. Iedereen heeft zo zijn eigen bezigheden en ik ben beschikbaar voor hulp en advies. Ik weet van tevoren eigenlijk nooit wat we gaan doen, mensen brengen van alles mee van huis. En als ze niet weten wat ze moeten doen, dan weet ik nog wel wat.”

En uiteraard gaat het ook om een stukje gezelligheid. “We drinken altijd een kopje koffie met elkaar. We proberen de contributie zo laag mogelijk te houden, Iedereen betaalt €2,50 per bijeenkomst. Omdat leden vaak zelf materiaal van huis meenemen, hoeft de club minder aan te schaffen en blijven de kosten laag. De hobbyclub is alleen gedurende de wintermaanden, van 1 september tot 1 mei ongeveer. Dat zijn zo’n 30 bijeenkomsten per jaar, altijd op de maandagmiddag. Omdat we in De Bast zitten, moeten we wel rekening houden met de schoolvakanties. In de lente wil iedereen weer in zijn eigen tuintje aan de gang, dus dan is er geen club.”

Verandering
Is er dan in de 51 jaar dat de hobbyclub bestaat niets veranderd? “Ja, er is één ding wat mij opvalt: Vijftig jaar geleden waren de mannen bezig met figuurzagen, timmeren en hout snijden. Op dit moment varieert de leeftijd van de deelnemers tussen de 60 en de 95 jaar. En de ouderen zijn nog steeds aan het timmeren en figuurzagen, maar de jongeren gebruiken een lintzaag en ander elektrisch gereedschap en schroeven alles! “

Het moge duidelijk zijn; Otto is nog lang niet klaar met hobbyen. “Als er iets kapot is, dan kijk ik altijd eerst of ik het zelf kan maken.”

Interview door Gerda Nijenbrinks Onstwedde.info

Foto: De hobbyclub geleid door Otto Wolfs (eigen collectie Otto Wolfs)