7 nov. 2012

Lang niet iedereen in het dorp zal weten dat we een zowel Europees als Wereld Kampioene in ons midden hebben. Wij weten het wel, en daarom vonden we het tijd ook haar eens een bezoekje te brengen. Hiervoor moesten we naar de Hörn, waar Marije Rademaker en haar vader wonen. Aan de keukentafel in de mooie landelijke keuken kregen we op de laptop te zien waar Marije nou precies zo goed in is. Prachtige foto’s van paarden in de wei komen voorbij, maar als je ze nog eens goed bekijkt in verhouding tot het gras en de omheining, zie je toch dat er iets bijzonders aan de hand is. Ze zijn namelijk klein.     

Minipaarden
Wie een klein beetje verstand van paarden heeft ziet aan de bouw dat het niet om kleine pony’s gaat, maar echt om miniatuur versies van grote paarden. Toch verschillen ze ongetraind en met wintervacht op een afstandje niet zoveel van de shetlandpony’s in het land ernaast, maar van april tot en met september tijdens het showseizoen wordt het verschil duidelijk.     
Strikte voerschema’s en veel trainen zijn van groot belang om een goede kans te maken op een prijs. Ieder paardje heeft zijn eigen voerschema, waarbij ze soms wel twee kilo haver krijgen op een dag, verdeelt over vijf tot zes voerbeurten. Bij een paardenkenner valt de mond hiervan open, want een groot paard begint bij twee kilo haver van de energie flink te stuiteren, maar de kleine paarden zetten het juist veel meer om in energie om spieren te ontwikkelen. Naast het voeren is Marije ook veel aan het trainen, want tijdens een show moet een paardje soms wel twintig minuten stilstaan, en als je dat niet oefent dan heb je tijdens een show wel een probleem. Daarnaast moeten ze leren om in een bepaalde houding te staan, zodat hun lange nek mooi naar voren komt.     

Van groot, naar kleiner, naar mini    
Toch verliest Marije ondanks het wedstrijdelement nooit uit het oog dat ze werkt met levende dieren. Ze besteed er veel aandacht aan om te zorgen dat de dieren er plezier in houden, dat ze zich kunnen ontspannen en paard kunnen blijven voelen.     
Ze hebben overigens niet altijd minipaarden gefokt. Ze zijn juist groot begonnen, met het fokken van  dressuurpaarden, vervolgens overgestapt naar welshpony´s en uiteindelijk met nog een maatje kleiner belandt bij de minipaarden.  Inmiddels hebben ze er alweer vijftien en is er één onderweg.
Het leuke is dat Marije tegen het einde van de draagtijd van de merrie gewoon rustig door kan slapen. Er hangt namelijk een webcam in de stal, waarop mensen over de hele wereld de merrie kunnen volgen. Zodra er dan iets lijkt te gebeuren wordt Marije wakker gebeld en kan ze er op tijd bij zijn.
De paarden blijven toch bijzonder om te zien, en het is dan ook grappig om te weten dat ze eigenlijk deels ontstaan zijn uit shetlanders die voor shetland-fokkers niet stevig genoeg gebouwd waren. De wat ‘smallere’ en voor het oog luxere shetlandpony’s werden gekruist met kleine volbloeden, wat uiteindelijk dus heeft geleidt tot een echte paardenuitstraling.      

Shows
Ze hebben nu dan een tijdje rust, maar vanaf april dan gaan Marije en haar vader weer verschillende shows bij langs. Deze shows duren vaak hele weekenden en zijn helaas vaak in het buitenland. Gelukkig hebben ze dan wel altijd oppas die het hele weekend op de achtergebleven pony’s komt passen, want ze kunnen maximaal zes meenemen op hun speciaal omgebouwde paardenvrachtauto.
Tijdens zo’n show verkoopt Marije de ene keer een minipaard en de andere keer loopt ze tegen eentje aan waar ze zelf wel belangstelling bij heeft. Zo komt er binnenkort een hengst over vanuit Amerika, waarmee ze zelf weer verder wil fokken.  Dan moet haar vader weer in de baan om een stalletje bij te bouwen.

Blauwe ogen    
Voor we weggaan nemen we zelf nog een kijkje in de stallen. Marije vertelt nog hoe braaf deze dieren zijn, en dat stralen ze inderdaad ook uit. Bij één van de laatste stallen stuiten we op nog iets bijzonders: een van de minipaarden heeft namelijk blauwe ogen. Dit was toch wel heel bijzonder om te zien. Hierop gaan we naar huis en zeggen we in de auto tegen elkaar dat het toch wel erg jammer is dat de shows bijna alleen in het buitenland zijn, want anders was zo’n show zeker een bezoekje waard…….