23.10.2019 Hemd van het lijf met Wim Scheper

Medewerker Rie Strikken van de leukste krant in de regio vraagt elke week een inwoner van de Kanaalstreek en Westerwolde het hemd van het lijf.

In aflevering 88 is het de beurt aan conciërge Wim Scheper uit Onstwedde.

Als na de middagpauze in Ubbo Emmius Onstwedde het stof is neergedaald, de rust weergekeerd en de lessen zijn hervat, ruimt conciërge Wim Scheper de uitgiftebalie op. Hij schenkt koffie in voor uw verslaggever en voor zichzelf.

Onderweg naar een kantoor op de eerste verdieping klampt een verlate leerling hem gehaast aan met de vraag of hij haar absentiebriefje wil afgeven aan docent X. “Hij is niet in zijn lokaal en ik moet naar de tandarts.” Wim Scheper neemt het papiertje met een kwinkslag aan: “Is die handtekening van jezelf?” De leerling, gespeeld verontwaardigd: “Nee, echt niet meneer.” Halverwege de trap signaleert hij een groepje van vijf leerlingen met afwijkend gedrag: “Hey hey hey, wat moet dat daar?”

Wim Scheper heeft duidelijk alles onder controle.

In het kantoor aangekomen rondt Jan Roeland zijn werkzaamheden af. Roeland is voorzitter van MFA De Bast in Onstwedde, waarin het Ubbo Emmius gevestigd is. Bij het verlaten van de ruimte zegt Roeland, wijzend op Scheper: “Het is een gouden vent, die Wim.”

Nog voordat we hebben plaats genomen wijdt Wim Scheper uit over vingerknelbeveiligingen, MIVA en noodverlichtingsplannen. Uw niet technische verslaggever trapt op de rem: “Even van voren af aan Wim.”

Wanneer ben je geboren?
“Op 22 februari 1969. In Onstwedde. Het was een strenge winter met een dikke poeste wind. Er lag 80 centimeter sneeuw. Ze hebben hier met tractors de weg vrij moeten maken.

Ik ben de jongste van vier broers, na mij kwam nog een zusje. Mijn moeder was huisvrouw. Ik heb heel veel respect voor haar, hoe ze in haar eentje vijf kinderen heeft grootgebracht. Ze leeft gelukkig nog. Eenentwintig jaar geleden is ze hertrouwd met Bé. Ik ben blij voor haar en blij met mijn “stiefvader”. Ze zijn super goed voor elkaar.

Mijn oudste broer is in 2012 overleden. Dit heeft een grote impact gehad op mijn leven. Ik denk nog iedere dag aan hem. Bijna wekelijks ga ik naar de begraafplaats, even kletsen tegen mijn broer, even schelden. Sigaretje roken en dan ga ik weer.

Plezier in werk
Ik ging naar de christelijke professor M.J. Langeveldschool, hier in Onstwedde. Daarna deed ik installatietechniek op de LTS in Pekela. Dat ging vier jaar lang super. Totdat een docent zei: ‘Wim, jij kunt wel meer, maar dan moet je boeken lezen.” Dat werd niks. Ik heb een gruwelijke hekel aan lezen, heb van mijn leven nog nooit een boek uit gelezen. Ik kon bij Velgsib aan het werk. Na dertien mooie jaren ben ik afgekeurd vanwege een slijtage aan de rug, er zijn drie tussenwervels weg. Een specialist zei dat dat komt omdat ik veel te jong, toen ik nog lang niet volgroeid was, te zwaar werk moest doen, met dikke stenen slepen en zo.

Na twee jaar hoorde ik via via dat er bij de Baldakijn school in Stadskanaal een vacature kwam. Ik schreef een brief en een dag later was ik aangenomen als conciërge.

Daar heb ik met mega veel plezier gewerkt. Ik deed er van alles: de catering, glazen wassen en vloeren in de was zetten. Dat schoonmaakwerk was eigenlijk net te belastend voor mijn rug, maar die klussen smeerde ik een beetje uit.

Ubbo Onstwedde
Vijf jaar geleden werd ik gevraagd door het Ubbo om hier in Onstwedde te komen. Het was een aanlokkelijk voorstel, ik kon bij wijze van spreken lopend van mijn huis naar het werk. En hier is ook minder schoonmaakwerk, dat is beter voor mijn rug.

Ik heb het aangenomen, maar ben op de Baldakijn nog steeds kind aan huis. Als er wat te vieren is dan ben ik erbij. Altijd nog dikke mik met Henk Mik, de directeur, en andere voormalige collega’s.

Het werk hier is nog veelzijdiger dan het op de Baldakijn was. Er is een mooi, jong team. Ik ga het tweede uur alle vijftien klassen bij langs om de absenties op te nemen. Ik ga over de in- en verkoop. Alle dagen rij ik wel even naar de Coop, hier vlak achter, of naar slager Hemmen. Waarom ik dat niet laat brengen vraag je? Dat kost drie euro per keer! Nou, daarvoor kan ik wel gauw even op het fietsje springen hoor.

Zelf klussen
De meeste klussen doe ik zelf. We hebben pas in de zomervakantie een technieklokaal verbeterd. Dat ging met subsidiegeld wat is binnengehaald door Anne de Vries (relatiemanager bedrijven Ubbo Emmius R.S.) Er komt hier zelden een extern bedrijf over de vloer: ‘ons Wimpie kin alles zulf.’ Nou ja, het meeste. Ik heb contacten met heel veel bedrijven, iedereen kent me. En ik ken iedereen. Als ik wel een keer iemand nodig heb dan komen ze direct.

Ja, ik ken alle 254 leerlingen. Wie hier niets te zoeken heeft die komt er niet in. Pas nog hing hier in de aula opeens jeugd die ik niet kende. Ik vroeg wat de bedoeling was. Bleek dat ze uit Stadskanaal kwamen om hun vrienden af te halen. Het was droog, dus die heb ik gezegd dat ze mooi buiten konden wachten.

Mijn dag begint meestal om 07.00 uur. De wasmachines en vaatwassers ruim ik uit, die draaien zo'n tien keer per dag, ik maak de hekken open en zorg dat er koffie en thee is.

Op ouderavonden zorg ik voor de catering. Soms gaat het alarm af, dat gebeurt toch gauw tien keer per jaar. Pas nog, om 01.00 uur. Dan ga ik met mijn Maglite er op af. Nee, ik ben nooit bang.

Ach, en ik woon ook ja vlakbij school, kan er zo even naartoe. Ik maak heel wat kilometertjes. Wat dacht je hoeveel stappen ik maak op een dag? Vijftienduizend gok je? Meer. Twintigduizend? Meer. Ik heb een week lang een stappenteller gebruikt. Gemiddeld maak ik dertigduizend stappen per dag! Voor mijn rug is dat goed. En ik ben gewoon een druk baasje, kan niet best stil zitten.

Onstwedder Boys
Ik speel in mijn vrije tijd bij de Onstwedder Boys, in het 35+ team. Waarom niet bij 50+? Ach man, zo’n oud kereltje ben ik nog niet. Of je dat wel moet opschrijven? Ja hoor, kan me niks schelen. Ze weten wie het zegt. Ik kan met iedereen goed opschieten. Om de week heb ik bardienst. In het verleden heb ik kaboutervoetbal opgezet en onder andere de F-junioren getraind. Was altijd lachen met die jonkies. Dan vroeg ik: ‘Hoe gaat het met je moeder? Hoe het met je vader gaat dat kan me niet zoveel schelen.’

Ik ben voorzitter van de supporters commissie, mijn vrouw is secretaris. Truus en ik zijn in 1996 getrouwd. Wij hebben twee jongens, Berjan van tweeëntwintig en Gerko van twintig.

Rust
Truus en ik hebben een volkstuintje. Ik zorg dat ie om komt en met ons beiden onderhouden we hem. Zaaien, planten, schoffelen. We verbouwen lekkers en hebben mooie bloemen. Ik ben er soms graag alleen. Dan hoor ik de vogeltjes fluiten en geniet van de stilte.

In de vakantie vind ik dat ook heerlijk. We komen al vijfentwintig jaar op het Loozerveld.

Dat is een kleine boerencamping. Daar ga ik elke dag vissen. De rest van het jaar gun ik me er geen tijd voor, maar in de vakantie werp ik elke morgen en elke avond een hengeltje. Mijn vrouw zit dan lekker een boekje te lezen. En verder mooi de hele dag rustig aan. Beetje met twintig man onder een boom siësta houden. Of met ons beiden winkelen in een stadje. De kinderen vonden het ook mooi. Ze komen elk jaar nog een paar dagen. We leven daar bij de dag. Afgelopen zomer had een boer het druk met hooien. Dat zagen wij. Toen zijn we spontaan met een paar man die boer te hulp geschoten. Na afloop kregen we bij hem ham en bier, hartstikke gezellig.

Wat mijn plannen voor de toekomst zijn? Gezond oud worden met een mooi oald wief: Truus is zes jaar ouder dan ik. Handig, met het oog op lekker vroeg AOW!

En ik hoop opa te worden, dat lijkt me zo leuk.

Maar zover is het nog lang niet. Goede gezondheid voor het hele gezin is het belangrijkste. En ik wil dit prachtige werk nog graag lang doen. Ik merk wel dat ik een dagje ouder word. Pas kwam er een F-je van vroeger op me af. Dat was nu een lange slungel. Hij zei: “Wim, de groeten van mijn moeder. Het gaat goed met haar. Hoe het met mijn vader gaat wil je toch niet weten. Moi.”

Bron/foto: Kanaalstreek