• Terug
  • Nieuws
  • Jan en Diny Bouwers: Een leven vol liefde en inzet
11 juli 2025

Jan en Diny Bouwers zijn voor een nieuwe 'Over de vloer bij' geïnterviewd door Nina Smid van Onstwedde.info.

Aan de rand van het dorp, in een huis waar de tijd vriendelijk lijkt te zijn geweest, wonen Jan (87) en Diny (86) Bouwers. Een warm stel met een rijke geschiedenis, die begint in de jaren '50 – tussen jeugdclubs, boerenerven en een toekomst vol plannen.

Ze ontmoetten elkaar op achttienjarige leeftijd via de jeugdclubs van de kerk. Jan woonde in Klazienaveen, Diny in Nieuw-Amsterdam. Tijdens gezamenlijke bijeenkomsten in Coevorden sloeg de vonk over. “We waren allebei achttien,” glimlacht Jan. En dat is te merken, want meer dan zestig jaar later praten ze nog met twinkelende ogen over elkaar.

Jan groeide op als zoon van een kleine boer en droomde ervan om zelf ook boer te worden. Hij volgde een landbouwopleiding, maar de boerderij zat er niet in. Zelfs een avontuur naar Argentinië lonkte even – ware het niet dat zijn kameraad op het laatste moment afhaakte. Jan besloot het roer om te gooien en meldde zich bij de politie in Amsterdam waar hij werd aangenomen op bureau Singel. “Een prachtige tijd,” noemt hij die jaren in de hoofdstad. “Ik weet nog goed dat we een melding kregen van een gewonde vrouw. Toen ik naar boven ging om te kijken wat de situatie was bleek ze te moeten bevallen. Mijn collega die al meer ervaring had zei gewoon: ‘Nou, dan helpen we toch even?’ En daar stond ik dan, jonge agent van twintig, ineens bij een bevalling.”

In Amsterdam konden ze geen woning vinden, dus vertrokken Jan en Diny naar Klazienaveen, waar ze tijdelijk achter bij oma woonden. Uiteindelijk kwam Jan terecht bij de politie in Onstwedde. Het begin van een lange, roerige maar ook mooie periode. Ze woonden achtereenvolgens aan de Oldehof, de Luringstraat en nu op hun geliefde plekje in het dorp, waar ze “met grote tevredenheid” wonen.

Jan maakte veel mee in zijn politietijd – soms zwaar, zoals verkeersongelukken, maar ook spannende momenten. Zo was er die ene nazomerse avond dat Jan vanuit bed hoorde dat er iets niet pluis was. Jan hoorde het geluid van de motor van een grote Amerikaanse auto; dat is vreemd. Hij wist precies van iedereen in het dorp in wat voor auto ze reden, en deze auto zat daar niet bij. Er stapte een grote man uit, vanuit het slaapkamerraam kon Jan horen dat hij bij de buurvrouw aanbelde om de weg te vragen. Eenmaal terug bij zijn auto liep hij opnieuw terug naar de buurvrouw, deze keer om te vragen naar een glas water. “Foute boel!” zei Jan. De buurvrouw was die avond alleen thuis, daar waren Jan en Diny van op de hoogte. Jan schoot zijn broek aan, rende op blote voeten naar buiten, en trof daar een grote kerel die de buurvrouw vasthield. “Diny, breng mijn pistool!” riep hij onderweg nog. Zo vlot als ik het pistool van Diny kreeg wou die kerel mijn pistool afpakken. Het werd een worsteling, waarop Jan snel het pistool weggooide. Uiteindelijk wist Jan met zijn handigheid de man de deur uit te werken. Diny, kordaat als altijd, had ondertussen het pistool weer in elkaar gezet en sloeg de man neer met de kolf. “Twee, misschien drie keer,” zegt Jan. Achteraf bleek het een gevaarlijke man – een deserteur uit het Nederlandse leger die over was gelopen naar het Indonesische leger, met een flink strafblad. De zaak haalde zelfs de Telegraaf.

Na zijn tijd op straat werkte Jan bij de recherche, de laatste jaren heeft hij besteed aan het opsporen van vrouwen in de illegale prostitutie. “Van Amsterdam tot Brussel,” vertelt hij. “Ik heb het werk altijd met plezier gedaan.”

Maar Jan had meer passies. In 1970 kwam dokter Meppelink bij hem met het idee om samen een manege op te richten. En zo geschiedde. Het begon met de oprichting van Rij- en Ponyclub Onstwedde Alteveer. Later leidde Jan de vergadering waarin de Stichting Manege werd opgericht. Door deze stichting is de huidige manege tot stand gekomen. Hier is hij jarenlang penningmeester van geweest, en ook een tijdje voorzitter. Ook begeleidde hij mensen met werkstraffen. Die werden geleverd door de reclassering – "de één werkte harder dan de ander", lacht hij. Maar het leverde de manege veel op: onderhoud, schilderwerk, schoonmaak. "Soms wel 1000 uur in een jaar."

Vrouw Diny heeft ook nooit stil gezeten. Al tijdens de vakanties nam ze altijd al het werk aan wat er te doen was, zoals bessen plukken en bieten rooien. Na de huishoudschool kwam ze aan het werk in een winkel waar ze tot aan haar trouwen toe heeft gewerkt. Ondernemen heeft haar altijd al aangetrokken. Hierdoor begon ze met een eigen winkel in Onstwedde, waar voornamelijk producten op huishoudelijk gebied te koop waren. Het is mooi uitgegroeid. Zo is er ook onder andere nog even een winkel voor groente- en bloemen geweest - “later zijn we alleen met kleding doorgegaan. Ik heb het tot mijn 65e gedaan en altijd met plezier.”

Daarnaast waren Jan en Diny nauw betrokken bij de kerk. Jan was jarenlang scriba en voorzitter van de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk. Diny leidde er de club. “We waren altijd betrokken.” Een druk leven, geven ze zelf toe, maar eentje vol betekenis en inzet. En nog steeds zijn ze op hun plek. “Het was altijd al de bedoeling om op zo’n plek terecht te komen,” zegt Diny.

Foto: Jan en Diny Bouwers (eigen collectie)