• Terug
  • Nieuws
  • Ze voelen zich thuis in Onstwedde
21 december 2013

Sinds een aantal weken huizen er twee Heremietibissen in de omgeving van Onstwedde.

De twee Heremietibissen die sinds enkele weken in Westerwolde zijn neergestreken zijn kennelijk nog niet van plan te vertrekken. Vrolijk scharrelen ze rond in de omgeving van Onstwedde.

De Heremietibis of Kaalkopibis (Geronticus eremita) is een ernstig bedreigde vogel uit de familie van de ibissen en lepelaars. Hij komt nog slechts voor in Zuidwest-Marokko en Turkije. Deze twee jonge vogels komen van de Konrad Forschungsstelle in Grunau Oberösterrreich(Oostenrijk). Hun ouders leven in gevangenschap. Diverse Europese landen, waaronder Oostenrijk, fokken met deze vogels om ze weer in het wild uit te zetten. Deze twee vogels, die de namen:  Romeo & Fridolin hebben gekregen, zijn letterlijk de verkeerde kant opgevlogen. In plaats van naar het zuiden te gaan gingen ze naar Nederland. Zolang het een zachte winter blijft, hebben ze kans hier te overleven. Een van de vogels heeft een zendertje op de rug, zodat men precies kan volgen waar het dier naar toe gaat.

Tot in de zeventiende eeuw kwam deze ibis voor in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk en ook in Spanje, Noord-Afrika en West-Azië. Mede door de intensieve jacht is hij erg zeldzaam geworden; de soort broedt alleen nog op enkele plekken in Marokko en Turkije. In 1940 waren er in Marokko nog 38 kolonies en in 1953 leefden er aan de Eufraat ook nog zo’n 1300 vogels, maar deze aantallen zijn drastisch teruggelopen. In Syrië is deze ibis vrijwel volledig uitgestorven. In 2009 leven nog ongeveer 500 vogels in Marokko. In dat jaar geeft Albert II van Monaco veel geld uit aan bescherming van de ibis.

Onder meer in Oostenrijk probeert men de vogel weer uit te zetten. Dat wordt bemoeilijkt doordat de jonge vogels geen aangeboren neiging hebben om in de winter naar het zuiden te vliegen. Zij leren dat normaal gesproken van de ouders. De trek is echter noodzakelijk, omdat in de Alpen ‘s winters te weinig voedsel te vinden is. Door de vogels met de hand op te voeden, zien zij een mens als ouder. Als deze met een ultralight vliegtuigje in de herfst richting zuiden vliegt, vliegen de jongen mee en kunnen zo leren waar rust- en voederplaatsen zijn.

De Heremietibis wordt zo’n 70 tot 80 centimeter groot. Hij is grotendeels zwart met een paarse gloed op de vleugels. De vleugels en staart zijn lang, de lange rode snavel is omlaaggebogen. Achterop zijn kop en nek heeft hij een kuif en kraag van lange veren. De naaktroze kop is kaal met lange zwarte nekveren. Juveniele vogels hebben een donkere kop, een grijze snavel en grijze poten.

De kaalkopibis broedt op steile kliffen en rotsen. Het nest bestaat uit stro en gras en ligt in een spleet in de rotsen. In maart of april worden 2 tot 4 blauwachtige, bruin gespikkelde eieren gelegd. Beide ouders broeden in 27-28 dagen de eieren uit. Ook zorgen beide ouders voor de jongen, die nog 46-51 dagen in het nest blijven. Heremietibissen zijn geslachtsrijp op een leeftijd van 5 tot 6 jaar.

Het voedsel van de heremietibis bestaat uit insecten, wormen, amfibieën, reptielen en kleine zoogdieren.

Bron en Fotoreportage: Westerwolde Actueel