• Terug
  • Nieuws
  • Afvoer monument weloverwogen besluit
5 augustus 2013

Het afvoeren van de gemeentelijke monumentenlijst van de boerderij op Dorpsstraat 1 in Onstwedde is volgens wethouder Jan Bessembinders van de Gemeente Stadskanaal een weloverwogen besluit: “Het pand staat inmiddels vijf jaar leeg en wordt al tien jaar nauwelijks onderhouden. Het verpaupert meer en meer. Er is van alles gedaan om het te verkopen, ook door de nieuwe eigenaar, maar elk initiatief knapt af op die monumentenstatus. Dat is een belemmering om er wat van te maken. Daarom hebben wij een half jaar geleden gezegd: we voeren het van de lijst af.”

Bezwaar
Het Cuypersgenootschap heeft inmiddels bezwaar aangetekend. De landelijke monumentenorganisatie is verbaasd over de ontwikkeling: ‘Met de sloop gaat niet alleen een waardevol gebouw verloren. Wij zijn van mening dat het besluit onjuist en slecht onderbouwd is. Het kan niet zo zijn dat een eigenaar kan verzoeken om zomaar een pand te schrappen uit het register omdat het niet past in de plannen. Door het simpelweg schrappen van een status wanneer een eigenaar of koper daartoe verzoekt vervalt de geloofwaardigheid van het monumentenbeleid van de gemeente Stadskanaal.’

Libau
De gemeente had advies ingewonnen bij Libau (de monumentencommissie). Dat orgaan betoogt dat de waarden die ooit aanleiding zijn geweest om het pand aan te wijzen tot gemeentelijk monument nog steeds aanwezig zijn, maar het college legde dat advies naast zich neer. De eigenaar zegt dat er een koper is die wil het pand slopen om ruimte te maken voor nieuwbouw.

Monumentaal
Bessembinders: “Het enige wat nog monumentaal is, is het voorhuis. Aan de schuur is al zoveel verbouwd dat die status daarop niet meer van toepassing is. Wij ontkennen de cultuurhistorische waarde voor het dorp niet. Zo’n monumentenstatus is leuk en aardig, maar als dat tot gevolg heeft dat het slechter en slechter wordt moet je iets. De plannen van een mogelijke koper zijn ons niet bekend. Als die besluit tot sloop dan is dat jammer, maar het zij zo.”

Bron: De Kanaalstreek