Onderduikersplek op Dorpsstraat 63

Bij de interne verbouwing van het pand Dorpsstraat 63 zijn werklieden gestuit op een onderduikersruimte uit de oorlogstijd. Deze bevindt zich op de zolderverdieping, direct achter de voorgevel van het huis.

In de oorlogsjaren werd het pand bewoond door Roelof en Wendelke Lantinga – Lutjeboer en hun kinderen Egbert, Henderkien (Henkie) en Geert. Roelof Lantinga was timmerman en hij heeft eigenhandig de onderduikersplek gemaakt. Hij metselde een extra muur op zolder, een meter achter de voorgevel. In het plafond van een inloopkast in de slaapkamer maakte hij een luik. Via dit luik kwam de onderduiker op zolder in de smalle ruimte zonder ventilatie of licht. Hij kon er liggen en zitten.  De inloopkast is inmiddels afgebroken. De onderduikersplek is nu via een ladder te bereiken.
 
Roelofs kleindochter Ada Keizer-Lantinga ging, samen dochters, twee kleinzonen en met Chonda Luring een kijkje nemen bij de onderduikersplek. Ada had veel verhalen gehoord over deze plek. De naam van de onderduiker was Leendert Gelling. Deze jonge, pasgetrouwde man kwam uit Hoogezand en zijn schuilnaam was Ome Joris. Door zijn verzetswerk op het gemeentehuis in zijn woonplaats was hij daar niet meer veilig en moest hij onderduiken.

Zowel Ada als haar tante Henkie Leeuwis-Lantinga (89 jaar) hebben veel informatie kunnen geven over de oorlogsjaren op Dorpsstraat 63. Chonda Luring zal er een verhaal van maken, dat t.z.t. beschikbaar komt op deze website.  

Foto 1: Ladder in de slaapkamer naar de onderduikersruimte.
Foto 2: Smalle ruimte op zolder waar Leendert Gelling ondergedoken heeft gezeten. 

Foto's: Chonda Luring