De Lijnackerslaan heeft iets te maken met een "seecker lijnacker" op de "Grootte Oerde" gelegen, volgens een akte uit 1655. Blijkbaar waren er toen nog lijnakkers (letterlijk linnenakkers = vlasakkers). Het vlaszaad werd ook wel lijnzaad genoemd. Uit dit zaad werd lijnolie geperst. Maar in een rapport uit circa 1835, dat de burgemeester aan de gouverneur des konings uitbrengt, staat, dat er geen vlasverbouw meer plaats vindt in de gemeente. De vlasakkers behoren dus al sinds onheuglijke tijden tot het verleden.  De grootte Oerde was een zandrug naast de boerderij Kerklaan 23. Het laatste deel van de grootte Oerde werd in de jaren 1920/1930 afgegraven.

Bron: Wegwijs, straatnamen en hun betekenis door W.H. van der Ploeg
 

 

Lijnackerslaan