- Terug
- Informatieplein
- Straten
- Boelslaan
Boelslaan
Een deel van de straten in Onstwedde draagt de namen van oud-burgemeesters. De Boelslaan kreeg in 1962 zijn naam en is vernoemd naar de eerste burgemeester van Onstwedde. Zo is de Boelslaan genoemd naar Abel Hendriks Boels (1759-1827), die al in de Franse tijd hier maire was. Hij trouwde op 13-05-1781 met Christrina Hardingh.
Abel Boels was erfgezetene op het “erve op de Tije” ook wel “op den Tigge”. Later werd dit het “Erve Boels”. Het tegenwoordige Dorpsstraat 1 en draagt tegenwoordig de naam 'Erve Up ten Thije'.
Boels was landbouwer en kon zijn functie als een erebaan beschouwen; veel werk was er niet verbonden aan zijn ambt en in zijn boerderij kon hij de weinige administratieve zaken afdoen, zodat een apart huis in de gemeente niet nodig was. Enkele jaren was de gemeente Onstwedde ingelijfd bij de gemeente Bourtange, toen praktisch heel Westerwolde behoorde tot grondgebied van die gemeente.
Maar in 1813 werd de gemeente Onstwedde weer in ere hersteld en werd Boels opnieuw maire. In 1814, als de Fransen zijn verdwenen, krijgt hij de titel schout, die men toen voor de plattelandsburgemeesters had bedacht. Deze schout werd door de koning benoemd, terwijl hij tevens secretaris in de gemeente was. Uit de municipale raad (=gemeenteraad), bestaande uit zes leden, die zitting hadden voor drie jaren, werden twee assessoren (=bijzitters; wethouders) benoemd. In 1825 werd de titel schout veranderd in burgemeester, maar dan was ook al spoedig Boels’ opvolger, Harm Jarckes Karskens, in functie. Karskens was tot 1845 burgemeester. Naar hem werd de Karskenslaan genoemd. Op 5 november 1827 is Abel Boels overleden.
Februari 1795
In de strenge winter 1794-1795 kwamen er vanuit het Emsland berichten over rondzwervende soldatenbenden, die afgelegen boerderijen en zelfs kleine gehuchten plunderden. De Onstwedders kwamen bijeen om te bespreken wat hun in een dergelijk geval te doen stond. Afgesproken werd, dat men gezamenlijk de schade zou opvangen als stropende soldaten Onstwedde zouden aandoen.
Eind februari was het al zover. Door het veld naderde een twaalftal Engelse soldaten onder aanvoering van een sergeant het dorp Onstwedde. Zij trokken eerst naar de boerenherberg van Harm Simons Stratingh en gelastten Stratingh om eten en vooral drinken te serveren. De bediening ging blijkbaar te traag en zij zetten hun eis kracht bij door hun geweren leeg te schieten in de zoldering. Stratingh vluchtte en de heren gingen over op zelfbediening.
Nadat zij zich hadden laten vollopen viel hun oog op de boerenbehuizing schuin tegenover de herberg, het erve Boels van Abel Hendrik Boels. In de hoop dat daar wat te halen viel, trok de dronken troep op die boerderij af. Abel Boels kwam juist met paard en wagen terug van de molen. Eén van de soldaten legde aan en schoot Abel Boels door zijn arm. Het paard sloeg op hol en Boels snelde bloedend zijn huis binnen. Zijn huisgenoten hadden de papieren het geld en sieraden bijeengepakt en samen wisten ze door de karnhuisdeur te vluchten. De soldaten drongen binnen en braken het kabinet open, maar papieren, geld en kostbaarheden waren verdwenen. Alles werd doorzocht, maar zonder resultaat. Woedend gelaste de sergeant zijn soldaten de boel in brand te steken. Boels’ knecht was echter in de buurt gebleven en samen met enkele inwoners hadden ze het vee naar buiten gedreven. Terwijl zij achter de schuur beraadslaagden kwam opeens één van de plunderaars om de hoek lopen. De knecht had een zware bijl in de handen en sloeg onmiddellijk toe en verbrijzelde de schedel van de man.
Tegenover de boerderij van Boels stond de smederij van Geert Smid. De smid en zijn volk zagen wat er gebeurde en de smid, die ook klokkenluider was, spoedde zich langs een omweg naar de torenklok en begon de klok te luiden.
De Onstwedders kwamen naar buiten en de rookwolken wezen hun de weg naar de boerderij van Abel Boels. Tegen de hele bevolking wilden de soldaten het liever niet opnemen en met dreiging van hun geweren verdwenen ze in de richting van Smeerling.
De inwoners probeerden nog om de zaak te blussen, maar het hielp niet. Inmiddels hadden zij ook de dode soldaat ontdekt en toen iemand riep: “gooi die kerel in het vuur” werd de daad bij het woord gevoegd en het lichaam in het vuur gegooid. De boerderij van Boels brandde volledig af.
Boels herinnerde zijn kerspel-genoten aan de gemaakte afspraak om de schade gezamenlijk te delen. Erg happig waren de anderen niet, maar toen de dominee er zich mee bemoeide en vanaf de kansel een beroep deed op het geweten van de parochianen, werd een inzameling gehouden. De eerste inzameling waarbij men betaalde naar de grootte van het bezit werd gehouden op 03-12-1795 en bracht 2143 gld 12 st. 6 pl. op. De boerderij werd herbouwd, maar het bedrag was niet toereikend. Zodat op 28-02-1810 (15 jaar later) een tweede inzameling plaats vond en bracht 3093 gld. 0 st. 3 pl. op.
De afspraak om de schade gezamenlijk te dragen leidde er toe dat de “Onstwedder Brandwaarborg Maatschappij” kortweg “O.B.M.” later overgaan in “Univé” werd opgericht.
Bron: Onstwedder straatnamen, hun herkomst en betekenis. Onstwedder erven, bewoning van Onstwedde in 1829 door Harm Luring en Wegwijs, straatnamen en hun betekenis door W. H. van der Ploeg.