5 februari 2014

Moi dorpsgenoten,

mijn naam is Geert Tipker, mij werd gevraagd een paar regels te schrijven voor de rubriek: "Hoe is het met?". Ik sol zegg'n: goud!

Ik ben geboren 26- 12-1937 in de olle boerderij van Huiges aan de Hardingstraat 1. Zoon van Jogie Tipker, overleden 1946 en Diene Brakke, overleden 1956. Broer van Derk, Hennie en Mijme.
Opgegroeid vnl. op het adres Dorpsstraat 66, mijn speelterrein lag globaal tussen de zaak van Heije Wubs en het Onstwedder wandelbos (Mieghommelbos).
Mijn vriendjes waren Heino en Hendrik Drenth, Heije Wubs en Kobus Huisman, de laatste is op zijn 11e, met zijn ouders geëmigreerd naar Canada. Met Hendrik (en Tietie) heb ik nog altijd contact.
De molen van Wubs heeft in onze jeugd een belangrijke rol gespeeld, de inslag door bliksem, de brand, daarna de draaiende wieken en de afbraak, wij hebben het als kinderen allemaal gezien. Ook het wandelbos was bij ons favoriet.

Na de lagere school aan de Dorpsstraat en  de MULO aan de Luringstraat ben ik op 17-jarige leeftijd in dienst getreden bij de Koninklijke Marine. Na mijn militaire vorming in Hilversum, ben ik in het Marinehospitaal in Overveen opgeleid tot ziekenverpleger.
Bij de marine wordt dit een ziekenpa genoemd en heb als zelfstandig verpleger respectievelijk gediend aan boord van het duikwerkschip Hr.Ms A 906 en de onderzeeboten Hr.Ms Zwaardvis en Hr. Ms Walrus. Op de Zwaardvis was ik tevens voorduikroerganger, je had drie roergangers aan boord, één voor de helling, de tweede voor de diepte en de derde was de horizontale roerganger. Op een onderzeeboot moest je van alle markten thuis zijn.

Bij de marine heb ik 1.5 jaar in Ned. Nieuw Guinea gediend, vnl. gewerkt op het eiland Biak in een ziekenboeg aan de wal. Later kreeg ik daarvoor het Nieuw Guinea herinneringskruis en de veteranen speld.
Hier heb ik ook belijdenis gedaan in de Evangelische Christelijke Kerk van Biak.

Doordat er bij de marine in de rangen geen doorstroming was ben ik later terecht gekomen bij de Douane in s'-Heerenberg, Zevenaar en Bergh autoweg.
Na 12 jaar ben ik door bevordering doorgestroomd naar de Inspectie Omzetbelasting in Haarlem en heb daar tot en met mijn 40e dienstjaar gewerkt.

Ik ben op mijn 58e als Hoofdcommies van s'-Rijksbelastingen met de Vut en later met pensioen gegaan. In mijn 36e dienstjaar werd ik door de koningin beloond met een lintje, Ridder in de orde van Oranje Nassau.

Ik heb daar nooit om gevraagd, maar ik was er wel blij mee, minder mooi vond ik het, dat mijn collega werd beloond met een eremedaille in goud, omdat hij minder verdiende, maar hij had wel hetzelfde gedaan.

Ik woon al bijna 40 jaar in Haarlem en ben getrouwd met Zwaantje Scholtens uit Jipsinghuizen. We zijn dit jaar 50 jaar getrouwd en we houden nog steeds van elkaar. We hebben twee  kinderen, Johan en Hester. Tevens ben ik de trotse opa van 4 kleinkinderen.

In ons kerkelijk leven zijn we grotendeels bij het oude gebleven, hoewel ik ook tijdens mijn marinetijd best wel eens heb gefreewheeld.
In de toenmalige Gereformeerde Kerk, ben ik 7 jaar diaken en 14 jaar boekhouder geweest. We zijn nu lid van een PKN kerk, maar zijn ook fervente kijkers van de EO en Hour of Power, we kijken wel met zorg naar de vergrijzing in onze kerk. Fijn vinden we het, dat er in onze kerk ruimte is voor diverse meningen.

Als hobby beweeg ik me veelvuldig in de veteranenwereld, ben medeoprichter geweest van een marine zeemanskoor en al 17 jaar penningmeester van de Algemene Vereniging van Oud Marine personeel, afdeling Amsterdam e.o.

Nog altijd heb ik een grote band met Onstwedde, daarom ben ik met de redactie aan het uitzoeken of het op mijn 60e jaar geschreven jeugdverhaal iets voor de site van Onstwedde is. Veel oudere Onstwedders zullen de verhaaltjes herkennen en met interesse willen lezen.

Ik wens U allen veel zegen en gezondheid en besluit met een "Moi Uneswido"!

Haarlem, januari 2014,
Geert Tipker.

E-mail