Als het eerder donker is
de bladeren gaan kleuren
Er lampen branden, en je mist
de warmte, slechts nog geuren

Blad heel hoopvol en met kracht
zich vasthoudt aan de takken
Beukenoot, kastanjepracht
die takken haast doen krakken

In de grond, verdwaalt voor ‘t oog
de draden van een zwam
Komen traag gevormd omhoog
als jaarlijks monogram

Het is de tijd van rustig aan
het mag, maar hoeft niet meer
De zomer is voorbijgegaan
komt volgend jaar vast weer

Geniet ervan het is toch goed
dat getij' steeds overgaan
De warmte gaat, een koude groet
zo zal het blijven gaan

Totdat de laatste herfst verschijnt
geen jaargetijden tonen
Het licht voorgoed van hier verdwijnt
wij bij Hem mogen wonen

Reageren mag


P. Altena