Het land ligt nu bewerkt, geploegd
gezwoegd de plicht gedaan.

Daar waar eerst niets was
zaad gezaaid, bemest
dan rest slechts wachten.

Op zonnekracht die komen gaat
als ‘t koren opkomt uit de grond.

En straks verrijkt door regen
verzettend tegen weer en wind
gedwee gestaag doch krachtig.

De aren prachtig uit doen groeien
om uitgegroeid weer afgemaaid
het graan als loon voor arbeid.

Het land in rust doen wederkeren
klagend om kou die kil komen zal.

P. Altena