15.01.2014 Truus Veldhuis

Toen ik afgelopen zomer op bezoek was bij mijn vriendin Harma Huiting, kwam ik daar Bé Wilzing tegen, die vroeg of ik een verhaaltje wilde schrijven voor de Onstwedder site voor de rubriek: ‘Hoe is het met…’. Ik aarzelde, maar vond het een eer dat ik gevraagd werd en het leek me leuk om eens wat herinneringen op te halen en te kijken op de site. Dat zag er erg interessant uit. Ga ik vaker op kijken. Als echte Onstwedder dacht ik natuurlijk: “Waar moet ik over schrijven?”, maar achteraf viel dat blijkbaar toch wel weer mee. Ik had toch al wat ervaring met herinneringen ophalen de laatste tijd, want afgelopen oktober werd ik 50 en dan komt je hele leven voorbij in een mooi lied en een collage.

Ik ben Truus Veldhuis, geboren (1963) en getogen in Onstwedde. Jongste dochter van Jacob oftewel Job (weet even niet hoe je dat op z’n Gronings schrijft) en Truus van de 1e Barlage 4. Ik groeide op op het platteland en de liefde voor de natuur en de dieren heb ik van mijn vader en moeder meegekregen. Ik weet nog hoe ik vaak genoot op een mooie zonnige dag, liggend in het weiland tussen de paardebloemen en starend naar de strakblauwe lucht met op de achtergrond het zachte geluid van een overkomend vliegtuigje (dat laatste had natuurlijk niets met de natuur te maken, maar toch………)

Naar school
Ik heb met plezier de lagere school doorlopen. Eerst nog twee jaar in de Dorpsstraat, waar nu de C-1000  is gevestigd en later naar de supermoderne Prof. Langeveldschool aan de Landlaan. Wat waren we trots op onze nieuwe school met de palissade van houten palen op het plein. Ook deze school is alweer gesloopt. Ja, de tijd gaat hard. Afgelopen zomer zag ik voor het eerst de grote nieuwe school aan de Boslaan. Alle leerlingen op 1 school. Dat was toen nog niet mogelijk. Ik zat in een leuke klas en herinner me o.a. juffrouw Ellen (kreeg een keer een keiharde tik tegen mijn oor, omdat ze vond dat ik de punten op de ij te groot had gemaakt, ja, ja, dat waren nog eens tijden) en meester Luring, Hummel en de net gekomen meester Renkema. Ik vond dat toch de leukste schooltijd, want je zat natuurlijk zes jaar lang met hetzelfde groepje in 1 klas. (Het toeval wil dat ik na het schrijven van dit verhaal werd gebeld door een oud-klasgenoot of ik zin had in een reunie in het voorjaar van 2014. De meesten worden dit jaar 50 natuurlijk. Ontzettend leuk!! Daar heb ik zin in). Daarna haalde ik mijn MAVO-diploma in Onstwedde en deed vervolgens de HAVO (Ubbo Emmius Lyceum) in Stadskanaal. In Groningen volgde ik de opleiding tot directie-secretaresse. Geen leuke tijd en per dag vier uur in de bus, maar ik heb er wel 4 hele leuke vriendinnen aan over gehouden. We zien elkaar al bijna 30 jaar 2 à 3 keer per jaar ergens halverwege Nederland of bij iemand thuis en ondernemen gezellige dingen samen.

Na de opleiding wist ik even niet wat ik wilde en vertrok toen voor een jaar naar Engeland om als au-pair in Londen te gaan werken. Dat was in het begin erg zwaar, daar ik in een Joods gezin terecht kwam met strenge regels rondom de Sabbath, verschillende soorten bestek etc. en ik voelde me echt een buitenstaander. Gelukkig vond ik een nieuw gezin met een Peruaanse vrouw en een Joodse man, waar het minder streng aan toe ging. Ik heb in dat jaar heel veel geleerd. Er waren nog geen mobieltjes en email, dus je werd best wel op jezelf teruggeworpen. En ook daar heb ik een hele goeie vriendin aan over gehouden, waar ik elke maand mee wandel ergens in Nederland. Weer of geen weer. We hebben in die 27 jaar in totaal al honderden kilometers gelopen en leren Nederland zo wel kennen. Ook was ik aanwezig bij Live Aid, een enorm spektakel tegen de honger in Afrika in het Wembley stadium, met grote namen als Queen, Paul McCartney, Phil Collins, David Bowie, U2, Dire Straits etc. Tegenover mij zaten Prins Charles en Prinses Diana. Een dag om nooit te vergeten.

Toch aan het werk
Toen moest ik toch wel aan het werk en tijdens een logeerpartij bij mijn zus, die destijds in Barneveld woonde, zag ik een vacature bij het Dienstencentrum van de Gereformeerde Kerken in Leusden (dorp ten Zuidoosten van Amersfoort). Daar werd ik aangenomen en ik woon er nu alweer 28 jaar, dus langer dan dat ik in Onstwedde heb gewoond. Maar het bevalt nog goed. Dicht bij het bos en vrij dicht bij de Veluwe + met de auto in 2 uur in Onstwedde. In 1999 wilde ik wat anders en werd aangenomen bij ICCO in Zeist als secretaresse op de afdeling Communicatie, gevestigd in een mooi oud pand bij Slot Zeist. ICCO is een organisatie op het gebied van Ontwikkelingssamenwerking, gefinancierd door de overheid en de Europese Unie. Minder bekend dan bijvoorbeeld Oxfam Novib, omdat ICCO (met Protestants Christelijke identiteit) vanaf de zestiger jaren met de kerken had afgesproken niet op de particuliere markt aan fondsenwerving te doen i.v.m. het scheiden van geldstromen van de staat en de kerk. In 2003 besloot ICCO te gaan ‘samenwonen’ met de Protestantse Kerk Nederland – PKN (en dus ook Kerk in Actie) in Utrecht en kwam ik o.a. weer terecht bij oud-collega’s op de afdeling Communicatie & Fondsenwerving. Heel apart.

Er is de laatste tijd veel kritiek op ontwikkelingssamenwerking en het nut daarvan. Heel begrijpelijk. Vooral nu de crisis aan de gang is en er in Nederland zoveel schrijnende gevallen zijn in de ouderen- en gehandicaptenzorg en er steeds meer mensen zijn met oplopende schulden. Maar ik weet dat er ook hele goede dingen gebeuren en dat er steeds meer gezocht wordt naar andere manieren van samenwerking. ICCO focust zich steeds meer op Nederlandse bedrijven, die samenwerkingsverbanden aangaan met bedrijven in het Zuiden om te komen tot een win-win situatie. Om economiën te versterken met de nadruk op zelfredzaamheid van mensen. Daarom zie je tegenwoordig o.a. veel meer Fairtrade artikelen in de supermarkten. Maar soms is het toch noodzakelijk om mensen puur te helpen overleven in de vorm van Noodhulp. Bij rampen en oorlogsgeweld is er dringend behoefte aan water/voedsel, dekens, medicijnen en sanitaire voorzieningen. Kerk in Actie en ICCO zijn daarom lid van de SHO - giro 555, de Samenwerkende Hulporganisaties, die met lokale partners zoekt naar oplossingen, zoals onlangs op de Filipijnen. In 2010 heeft ICCO al haar projectenwerk gedecentraliseerd naar 8 regionale kantoren in de wereld. Daar wordt gewerkt met lokale mensen, die weten wat er speelt en waar behoefte aan is. Dat had wel gevolgen voor ons kantoor in Utrecht en veel mensen moesten op zoek naar ander werk. Ook ik werd voor de helft ontslagen, maar gelukkig vond ik een halve baan bij PKN, zodat mijn full-time baan behouden bleef tot nu toe.

Thuis
Vorig jaar zijn mijn partner en ik, na een relatie van 18 jaar, in goede harmonie uit elkaar gegaan. Dat is heftig en verdrietig + erg wennen. Op de één of andere manier heb je het gevoel dat je je leven weer een beetje moet opbouwen. Maar met alle lieve mensen om mij heen lukt dat al aardig en biedt het ook weer kansen om andere dingen te ondernemen en nieuwe mensen te ontmoeten. Gelukkig kom ik nog vaak in Onstwedde. Mijn broer Jan en schoonzus Petra wonen in ons ouderlijk huis. Daar ben ik heel blij mee, want het is ‘s zomers heerlijk om op het ‘Ol Stee’ te zijn. Soms gaan ze een paar dagen weg en passen wij op de dieren. Ze hebben nu een ezel en daar ben ik gek op. Lekker de hele dag buiten zijn, een stukje Stroomdalroute pakken of door het dorp fietsen en kijken wat er nu weer allemaal veranderd is. De laatste keer viel me op dat de Boslaan heel anders was, best vreemd, maar wel heel mooi. Favoriet is om op een mooie avond in augustus te fietsen naar het Metbroekbos en dan terug door ‘de heuvels’ van Ter Wupping met uitzicht op de korenvelden (hebben wij helaas niet) in de gloed van de ondergaande zon.

Als dochter van een stadse (mijn moeder kwam uit Rotterdam/Den Haag) en een oer-Onstwedder had ik soms te maken met twee verschillende ‘culturen’. Niet dat ik daar last van gehad heb, want van beide heb ik dingen geleerd en ze meegenomen in het verdere verloop van mijn leven. Ook bezocht ik landen in Azie en Afrika en andere verre oorden, maar als ik in Onstwedde ben, voel ik me weer thuis. Dat heerlijke nuchtere en die droge humor waar ik zo van hou. Ja, ik verheug me alweer op de zomer, (moet stiekem wel toegeven dat ik echt een zomermens ben wat Groningen betreft) dan ga ik weer eens naar het Theehuis op de Smeerling, ook zo’n lekkere plek. Kopje koffie op het terras en maar genieten van het uitzicht en de mensen. Ik weet het zeker: Onstwedde zal altijd in mijn systeem blijven.

Bij mij thuis hangt de Groningse tekst: ‘Nait soez’n, mor doun’, een mooie uitdrukking waar ik af en toe naar kijk, als ik het gevoel heb even te veel te soez’n.

Tegen de Onstwedders zou ik willen zeggen: Geniet van jullie dorp en het feit dat jullie niet elke dag in de file hoeven te staan. Denk daar maar eens even over na.

Al het goede toegewenst!

e-mail