10.09.2015 Jan Streuding 3/3

Het verhaal van Jan Streuding is opgeknipt in drie delen. Hieronder leest u het laatste deel.

Lees hier deel één
Lees heer deel twee

Gezien het feit, dat de toekomst van het strovervoer er somber uitzag, heb ik gesolliciteerd op een administratieve baan. Garage Wubs in Musselkanaal werd mijn eerste werkgever. Zo verdiende ik daar ook m’n eerste centen en hoefde ik niet steeds een beroep te doen op mijn ouders.
Als je merkt dat je in de juiste werksector bent ingestroomd, wil je je vanzelfsprekend ook verder daarin bekwamen. Het Praktijkdiploma Boekhouden en het diploma Moderne Bedrijfsadministratie haalde ik vrij vlot binnen. Misschien juist daardoor kwam ik erachter, dat het verzorgen van de administratie van een garagebedrijf toch niet echt mijn ding was.
Ik solliciteerde bij de Twentsche Bank in Musselkanaal, waar ik beroepshalve al regelmatig kwam. Ik werd direct aangenomen door de directeur de heer Buss, de vader van A.B. Buss die later jarenlang hoofd van de Hervormde School in Onstwedde zou zijn.

Toen ik verkering kreeg met Tally Sjoordema kon ik er – heel listig van mij – in overleg met de afdeling personeelszaken van de Twentsche Bank voor zorgen, dat zij bij het filiaal in Winschoten kon komen werken. Zo werden we elkaars geliefden en collega’s, zij ’t nog een beetje op afstand. Dat werd al iets gemakkelijker toen ik naar de Nutsspaarbank in Oude-Pekela overstapte en ’t was helemaal gepiept toen de Twentsche Bank mij binnen een jaar na m’n vertrek benaderde met de vraag of ik niet terug wilde komen. En wat dacht je wat ? Mijn nieuwe werkplek werd ...... Winschoten. De naam ‘Twentsche’ was verdwenen en we gingen verder als Algemene Bank Nederland (ABN). Ik haalde toen m’n studieboeken weer uit de kast en bekwaamde me o.a. in hypotheken, kredieten en opties. Het oprichten van een nieuw filiaal in Winschoten-Zuid bracht tegelijk voor mij een benoeming als filiaalhouder mee. Tally en ik woonden intussen ook in Winschoten.

Via een medewerker van de toen erg bekende transportonderneming Van Gend & Loos kwam ik zo rond m’n 30e in het bestuur van de Winschoter Uitvaartvereniging terecht. Misschien denken jullie wel, dat ik voor zo’n bijbaan toen toch nog wel een beetje jong was. Dat zou kunnen. Misschien ben ik daarom ook 40 jaar bij ‘die club’, van liefst 12.000 leden, gebleven, eerst als secretaris, daarna als penningmeester en als voorzitter.
Op een gegeven moment doemde het idee op om een crematorium in Winschoten te bouwen. Cremeren raakte immers steeds meer in, om het een beetje platweg te zeggen.
Het binnenhalen van de nodige vergunningen was niet gemakkelijk. De Gemeente Winschoten was al de eerste die moeilijk deed. ”Hebben jullie hiervoor wel de financiering rond ?” Ik herinner me nog hoe wij de betrokken ambtenaar heel ad-rem de mond snoerden. ”Vragen jullie dit ook als bijvoorbeeld C & A hier een nieuwe vestiging wil openen?”
Na nog wat strubbelingen met een landelijke club onder leiding van oud-politicus Ed Nijpels, hadden we toch alle vergunningen bij elkaar en kon het Winschoter Crematorium in gebruik worden genomen. Mijn volgende bijbaantje: lid van de directie, was een feit. In diezelfde periode was ik trouwens ook nog een tijdlang directeur van ‘Tiedel b.v.’, een dochteronderneming van onze Uitvaartvereniging.

Na het vertrek van de toenmalige directeur van de ABN/AMRO-bank in Oude-Pekela, werd ik benoemd tot zijn opvolger. Een alleszins aardige afsluitende periode van mijn werken in het bankwezen brak aan. Dacht ik. Maar na een aantal jaren barstte er een ronde van reorganisaties los en Jan Streuding kon op de leeftijd van 57½ jaar vertrekken; weliswaar met een uitstekende vertrekregeling, dat mag gezegd.

Onder andere daardoor zijn we de afgelopen jaren veel op reis geweest. In het begin met vrienden, later met de kinderen en kleinkinderen. Onze allereerste vliegreis ging trouwens meteen niet door. We hadden een vakantie aan de Zwarte Zee in Bulgarije geboekt, maar de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl, - relatief dichtbij onze geplande vakantieplek- gooide lelijk roet in het eten. Ook tijdens een vakantie op het Griekse eiland Zakyntos moesten we merken, dat vakantie niet altijd feest is. Een aardbeving met de kracht van 4.0 op de schaal van Richter liet ons zien, dat de kruidenierswaren in de winkel waarin we op dat moment waren niet vast op de stellingen waren bevestigd: ze vlogen de hele winkel door. Gelukkig bleek de schade achteraf vrij klein, de Grieken bleven heel nuchter onder het kortstondige natuurgeweld en wij hebben onze vakantie ook maar “gewoon” afgemaakt.
Op de andere reizen hebben we vrijwel alle interessante steden in Europa bezocht. Een absolute aanrader daaronder vind ik – nog steeds – de stad Rome.

Sinds 1990 wonen Tally en ik in Oude-Pekela. Onstwedde ben ik echter nog steeds niet vergeten en ik kom er ook regelmatig. Met m’n abonnement op ‘Hervormd Onstwedde’ blijf ik daarbij ook redelijk op de hoogte van wat er zoal in het dorp gebeurt.
Zo, ik heb mijn hele doopceel in een soort van Opa-boek voor jullie gelicht en ik hoop, dat één en ander voor een stukje geschiedschrijving van Onstwedde van waarde kan zijn.
Ik blijf hoe dan ook in gedachten altijd met het dorp van mijn jeugd verbonden.

Met een hartelijke groet uit Oude-Pekela: fam. Jan Streuding.