07.01.2015 Jan Meijer

Ik ben Jan Meijer. Geboren op 3 juni 1936 op Barlage G 85 (nu 1e Barlagerweg 5) als oudste zoon van Hendrik Meijer en Grietje Frouws. Na mij kwamen er nog 4 broers en 3 zussen. Mijn kinderjaren heb ik doorgebracht in en om de boerderij op de Barlage. De kleuterschool was veel te ver weg en niemand uit de buurt ging er heen.

Zes jaar lang heb ik de Hervormde  School in Onstwedde bezocht. Elke dag gingen we lopend heen en terug (afstand huis – school ongeveer 3 kilometer). Dit kun je je nu niet meer voorstellen. Toen was dat heel gewoon, want het was  in het begin oorlogstijd. 

Na de lagere school ben ik naar de Chr. Ulo in de Luringstraat gegaan. In 3 jaar tijd hebben de leraren mij klaargestoomd voor het Mulo-diploma. Daar ging ik op de fiets naar toe. Meestal had ik klompen aan, want daar liep ik graag op. Bij mijn tuinwerk draag ik nog steeds klompen. Op de Ulo vond ik algebra, meetkunde , boekhouden en handelsrekenen heel mooi. Deze vakken kostten me maar weinig moeite. De talen Duits, Frans en Engels lagen mij niet zo goed. Dat bleek ook wel uit mijn cijferlijst.

Ik wou altijd graag onderwijzer (meester) worden. Daarom ben ik na de Ulo naar de Kweekschool in Winschoten gegaan. In weer en wind ging ik op de fiets. Je kon wel met de bus, maar dan moest je soms uren wachten. De eerste jaren hadden we 6 dagen in de week les. ’s Zaterdags moest ik toen tot half twee naar school, dan nog een uur fietsen naar huis. Als ik thuis was, was de zaterdag bijna voorbij.

Na zes jaar (één jaar herhaling) had ik de gewone en de hoofdakte. Het verdienen kon beginnen. Ik moest nog even geduld hebben, want de dienstplicht riep. Iets meer dan een jaar heb ik het groene uniform gedragen. Eerst 2 maanden in Vught, daarna 2 maanden in Maastricht. Verder van huis was niet mogelijk. Dat was in die tijd een hele dag reizen. Om kwart voor acht de deur uit en dan was je om ongeveer vier uur in de kazerne. Daarna kwam ik bij de parate troepen in Schaarsbergen (bij Arnhem).

In die tijd kon men in het onderwijs moeilijk leerkrachten krijgen. Als je als onderwijzer een baan had kon je de militaire dienst vervroegd (na een jaar) verlaten. Na een jaar solliciteerde ik naar een baan in het onderwijs. Ik kreeg een benoeming in Twijzelerheide (Friesland). Zodoende kon ik na een jaar het groene pak uitdoen. In Twijzelerheide heb ik vijf jaar met plezier gewerkt. Het was in het begin wel moeilijk om het Fries te verstaan. Na ongeveer 3 jaar sprak ik het ook vloeiend. Het leerlingen aantal liep daar zo terug, dat ik overbodig werd. Na een aantal sollicitaties kwam ik in Wierden terecht. Daar woon ik nog steeds met plezier. Zeventien jaar heb ik daar aan de lagere school les gegeven. Hier kwam ik ook de “juffrouw” van het dorp tegen. In 1967 zijn we getrouwd. We hebben een zoon en een dochter en zes kleinkinderen (één is er overleden).

De school waar ik werkte werd opgeheven. Ik ben toen naar het voortgezet onderwijs in Almelo gegaan. In de jaren zeventig had ik mijn L.O.-akten wiskunde en handelskennis gehaald. Hier heb ik vier jaar gewerkt. Daarna ben ik overgestapt naar het middelbaar onderwijs. Aan de schildersschool (nu Cibap) te Zwolle heb de laatste dertien jaar van mijn onderwijs loopbaan gewerkt. Sinds 1997 geniet ik van mijn pensioen. Ik verveel me niet. Ik mag graag tuinieren en doe dat in de zomer bijna dagelijks.

Ook de kerk wist me te vinden. Eerst als leider van de jeugdclub, later als voorzitter van de jeugdcommissie. Daarna vele jaren ouderling. Dat ambt vervul ik nu nog.

’s Zomers gaan we een aantal weken met de caravan op vakantie.

Ik hoop dat ik mijn levensloop zo voldoende, in een vogelvlucht, heb geschetst. Het Gronings ben ik nog niet verleerd. Als ik een broer of zus spreek is het meteen in het Gronings, hoewel ik dagelijks Nederlands spreek.

e-mail