07.06.2013 Boswachter Jeroen Kuipers

Na het drukke stressvolle examengedoe uit de vorige bijdrage, hebben wij ons nu een wat rustiger plekje opgezocht, randje bos. Boswachter Jeroen Kuipers is aan de beurt, en zo belanden we in zijn kantoor in Smeerling, waar de grote ramen uitzicht bieden op de werkvloer buiten: een natuurgebied van zo’n 700 ha. Voor dit natuurgebied regelt Jeroen als vaste medewerker van Natuurmonumenten het dagelijks beheer, de ene keer regelt hij een vergunning, de andere keer moet hij met de provincie om tafel voor een gezamenlijk project: zijn bezigheden zijn in ieder geval heel divers.

Omdat het zo’n compact gebied is, regelt hij veel zelf, met ondersteuning van collega’s. Daarnaast krijgt hij veel hulp van vrijwilligers. Er lopen twee vaste vrijwilligers rond die onder andere  voorlichting geven, voor de klas of midden in de natuur. Zelf terreinwerk uitvoeren is er nagenoeg niet meer bij.
De meeste weide- en akkergronden worden verpacht aan boeren uit de regio en extensief beheerd.    
Overig  landwerk, het netjes houden van de paden en het maaien van de o.a. de beekdalgraslanden wordt zoveel mogelijk uitbesteed aan (landbouw)-bedrijven uit de buurt. Medio 2002 zijn de Lakenvelders, het oud Hollandse veeras dat natuurlijk niet in het landschap mag ontbreken, van Natuurmonumenten overgegaan naar een boer. Volgens Jeroen kan Natuurmonumenten dan ook niet meer zonder de samenwerking met de omgeving, de boeren hebben veel meer kennis van akkerbouw dan zijzelf. Ook de boeren zelf vinden het interessant, voor hen is het een uitdaging om zo dicht mogelijk bij de natuur te blijven.

Zelf had Jeroen vroeger niet gedacht dat hij zo’n natuurman zou worden. Hij wilde na de middelbare school voor tolk of toerisme studeren , maar kon zijn draai niet echt vinden. Hij is zijn ouders dan ook dankbaar dat ze hem toen de ruimte hebben geboden, en dat hij daardoor terecht kwam bij zijn oom op de boerderij, die op dat moment wel wat hulp kon gebruiken. Daar kwam hij erachter dat hij het groene vak in wilde, en daarop ging hij de opleiding Bosbouw en Cultuurtechniek volgen, en in de kost bij zijn oom en tante in Westervelde. Ondertussen werd er steeds meer aandacht geschonken aan natuurgebieden, en werd hem de kans geboden opzichter te worden voor Natuurmonumenten in Smeerling. Hij zei ja, kwam hier in ’96 naar toe en al snel begon het gebied van toentertijd 180ha te groeien. Dat is overigens iets wat Jeroen typerend vindt voor Oost-Groningen, mensen willen hier, ze zien mogelijkheden en zijn erg vooruitstrevend.      

Dat hij bij zijn oom aan het werk is geweest op de boerderij heeft hem ook wel geholpen met waar ze nu staan. De samenwerking tussen boeren en Natuurmonumenten verliep elders in Nederland niet overal altijd even soepel, en dat is iets waar hij daardoor mee heeft leren omgaan. Dat maakt het voor hem nu wel uniek.
Wat bepalend kan zijn voor zijn dag is een andere taak die hij op zich heeft genomen: samen met zijn vriendin zit hij bij de vrijwillige brandweer. Ze zochten daar mensen, hij werd gevraagd, zijn vriendin ging mee op gesprek, en uiteindelijk zei zij haast nog eerder ja dan hij. En schijnbaar kan hij al zijn energie nog niet kwijt in zijn werk, want hij geeft naast alles ook nog eens karateles. Het begon vijf jaar geleden, nadat hij een zomerkampje georganiseerd had bij hen rondom de boerderij, en inmiddels heeft hij zijn eigen karateschool vanuit de Sporthal “De Bast” in Onstwedde. Hier ontvangt hij zo rond de twintig leerlingen tussen de zes en achttien jaar. Het is zijn hobby, en hij vindt het leuk om op deze manier zijn eigen visie op karate door te geven.

Op dit moment maakt Smeerling nog onderdeel uit van de gele vensterroute, een project van National Geographic. Door heel Oost-Groningen kan men van deze gele vensters vinden die de meest bijzondere plekjes markeren. Het is een gunst, je moet als het ware het project adopteren, en dankzij allerlei sponsoren hebben ze de plaatsing van de vensters en de bijbehorende rapportage op televisie kunnen betalen. Het venster in Smeerling staat in het gebied waar de lakenvelders grazen. Toch heeft  Jeroen heeft zelf een andere favoriete plek: midden in het Metbroekbos, daar heb je een plekje met kleine weilandjes waar je nog een oude sfeer proeft, het is net alsof je daar heel even teruggaat naar de 19e eeuw.
In juni verhuizen de vensters overigens weer naar een nieuwe plek, namelijk naar Wereld Erfgoed locaties in Nederland. Dus wie de vensterroute nog wil rijden moet erbij zijn, want bijvoorbeeld de Zaanstreek is wel een stukje verder rijden....