Vijf vragen over kernafval

De GroenLinks-fractie van Stadskanaal organiseert vanavond een informatiebijeenkomst om de bewoners bij te praten over de opslag van kernafval onder hun dorp. Eén van de sprekers is Nienke Homan, fractievoorzitter van de Statenfractie GroenLinks. De bijeenkomst begint om 19.00 uur in Maarswold Actief in Stadskanaal.

Hoe concreet zijn de plannen om kernafval op te slaan onder Onstwedde?

Niet concreet. Nu wordt het afval nog boven de grond opgeslagen. Minister Kamp die verantwoordelijk is voor de opslag van kernafval benadrukte (pdf) in september nog dat er weliswaar onderzoek wordt gedaan naar de manieren om dat afval een beetje handig weg te werken maar dat de onderzoekers nog niet kijken naar precieze locaties.

Waarom juist nu deze bijeenkomst?

Teja Geenen, fractievoorzitter van GroenLinks vertrouwt het niet helemaal. De Nederlandse overheid geeft weliswaar aan nog lang niet na te denken over de opslag van kernafval maar de Europese Unie verwacht dat landen in augustus 2015 een plan kunnen presenteren voor de verwerking van kernafval. De Nederlandse overheid doet nu onderzoek hiernaar en men vreest dat hier toch enkele plaatsen in genoemd zullen worden.

Waarom zou dat kernafval juist in de zoutkoepels worden opgeslagen?

In de grond onder Onstwedde zit erg veel zout. Als dat gewonnen wordt blijven er grote lege ruimtes over. Prima geschikt om enkele vaten kernafval in op te slaan. Daarnaast denken sommigen dat de wanden van deze ruimtes een goede isolatie bieden zodat het afval niet de grond intrekt.

Wat zijn de voordelen van opslag onder de grond?

In de eerste plaats is het veiliger. Kernafval is onder de grond beter beschermd tegen terroristische aanvallen of natuurrampen dan boven de grond. Daarnaast zou de ondergrondse opslag onder Onstwedde nogal wat geld en banen kunnen opleveren voor de regio.

En de nadelen?

De fractievoorzitter van GroenLinks is bang dat de grond rondom het afval vervuild zou kunnen raken. Maar, benadrukt ze, wat precies de gevaren zijn weet zij ook niet. ,,We weten er gewoon nog niet genoeg van af.’’

Bron: DvhN