25.03.2015 Dierenarts Dinkla 2/4

Deze weken biedt Ontwedde.info u een wel heel bijzondere bijdrage aan in deze rubriek. Dierenarts Dinkla, tot januari 1969 dierenarts in Onstwedde heeft voor Onstwedde.info het één en ander op papier gezet. Het is een boeiend verhaal dat u in vier afleveringen wordt aangeboden. Deze week deel 2.

Lees hier deel 1

deel 2:

Omdat ik binnen een jaar al in de gaten kreeg dat de ‘verloskundige’ kennis in Onstwedde niet bijster groot was heb ik na het eerste jaar in de herfst van de volgende jaren steeds een cursus ‘verloskunde’ gegeven van 8 avonden. Ze werden goed bezocht, de gezellige lessen gaf ik aan de hand van een boekje en materiaal dat ik uit de praktijk meegenomen had. Zeer veel zaken werden behandeld, o.a. afwijkende liggingen, een te grote vrucht, etc. Wat ik in elk geval goed behandelde was het voorkomen van het “kruis op kruis” Dat laatste kwam in de praktijk nogal eens voor. Veelal bij een vaars is dan door grote trekkracht het kalf uit de vaars getrokken en zit dan met zijn te brede bekken vast tegen het te smalle bekken van de vaars en zit muurvast. Het kalf gaat meestal snel dood en de geboorteweg is dan langdurig erg opgerekt. Als ik dan geroepen werd moest ik het deel van de dode kalf wat uit de vaars stak verwijderen en het achterstel van het kalf doorzagen (embryotomie).
Om deze toestand zoveel mogelijk te voorkomen moet, als de voorbenen en de kop buiten zijn, het trekken even stoppen en nu het kalf een kwartslag draaien (houtjes – touwtjes) in de richting van het uier en kan het achterstel van het kalf in de grootste ruimte van het bekken van de vaars getrokken worden en nu wel geboren worden, dit nu in de zijligging.

Om het je bij een schapenverlossing gemakkelijk te maken is het handig om het te verlossen schaap met zijn kop naar beneden in een kruiwagen te leggen, je krijgt dan meer ruimte, vooral bij een schaap dat de eerste keer een verlossing moet volbrengen.
Ook beleef je ongeveer 5 keer per jaar dat, na het kalven, de hele baarmoeder omstulpt en buiten de koe hangt. Het beste is dan om na reiniging, zo mogelijk bij het staande dier, de baarmoeder op een brede plank (had ik bij mij in de auto) te leggen, aan elke zijde een man en dan het orgaan terugbrengen.
Het geheel overziende had ik in zo’n winterperiode, 6 à 7 maanden, totaal zo’n 70 tot 80 verlossingen, een groot deel in de nacht. Ik heb één keer een avond en nacht gehad dat ik vanaf 22.00 uur 6 verlossingen had, de één gemakkelijker dan de ander. Als ik weer bij huis kwam en het buitenlicht brandde wist ik dat er nog weer één was. Die betreffende nacht had ik tegen half vier verlossing nummer 5, de veehouder zei, nadat ik vertelde reeds 4 verlossingen te hebben gehad, zonder op bed te zijn geweest, “Als er nu weer één komt bleef ik eerst op bed liggen”, daarop zei ik “Als ik dat bij de vorige had gedaan dan was ik hier niet meer gekomen”, hij zei: “Dan hol ik mie direct stil”. Toen ik na verlossing nummer 6 thuis kwam, om bijna 6.00 uur, was er alweer een koe met melkziekte en ging het dagelijkse werk weer gewoon door. Als je ’s avonds dan thuis kwam en alles had afgewerkt en even op de bank zat, viel je als een blok in slaap!

Behalve de verlossingen waren er de spoedgevallen als melkziekte, een acuut kalktekort bij pas afgekalfde koeien, dus veelal alle gevallen in de winterperiode, verder kopziekte, een magnesium tekort dat vrij snel tot de dood voert, dit speciaal in de weideperiode en met name in erg natte perioden. Dan 1 à 2 flessen magnesiumvloeistof in de bloedbaan en dan knappen ze vrij snel weer op. Ik moest in die perioden voldoende flessen kalk en ook magnesium bij me hebben! Ik heb een keer beleefd dat ik bij een koe met kopziekte kwam die lag wat te trekken met de benen, het dier in de melkader ingespoten, het dier komt weer staande, wankelt wat, de vrouw loopt er achter langs, ik zei nog: “Er achter weg” en meteen springt het dier omhoog, slaat met een vieze poot tegen de vrouw haar rechter onderarm met allerlei barsten in haar huid,  zij riep: “Au mijn arm”. Direct haar arm ontsmet en met terramyeinepoeder bestrooid terwijl het vloeibare vet uit haar mollige onderarm droop, via de huisarts naar het ziekenhuis in Winschoten. ’s Avonds kreeg ik een telefoontje van de chirurg “Bedankt voor de goede voorbehandeling”.

In de herfst werden er in die tijd aan de koeien ook nog verse bietenkoppen gevoerd, koeien zijn gulzige eters en soms bleef er een stuk in de slokdarm, in de buurt van de borstingang, zitten. Gevolg het speeksel kan niet doorgeslikt worden naar de maag, dus een natte glibberig troep voor de koe en als het blijft zitten dan kan het dier de verteringsgassen via de slokdarm niet kwijt, gevolg het dier raakt ‘aan de wind’. Eerst proberen met een 2 meter lange veer via de bek in de slokdarm de brok wegduwen, echter dit niet met heel heftige druk doen, want dan kan de slokdarm scheuren. Wil het niet, dan met een trocard een gaatje maken links in de pens, waardoor de verteringsgassen weg kunnen. De volgende dag die bietenkop trachten te verwijderen (lekker gaar geworden) en de trocard verwijderen, de opening heelde meestal na een week.
Een enkele keer een paard met koliek b.v. ten gevolge van koud voer (‘s winters bieten) krampkoliek; verstoppingskoliek of windkoliek. Een paard heeft een gevoelig darmkanaal. Daarom moet je bij een paard het rantsoen wijzigen in kleine porties. Een keer in Alteveer bij een paard slokdarmverstopping gehad. Moet je met een lange buigzame rubberen slang, via de neus, in de juiste opening, de slokdarm in (en niet via de keel in de luchtpijp!) en steeds met water spoelen. Ben je een paar uur mee bezig! Eigenaar had het dier voor het eerst teveel droge brokjes gegeven. Bij paarden is dus slobber veel beter.

U ziet, we hebben als dierenarts allerlei attributen bij ons voor de diverse gevallen. Ook een enkele keer een keizersnede bij een aparte verlossing, een verloskoffer in de auto met diverse tangetjes en hechtmateriaal, alles steriel. In vergelijking met een ziekenhuis moeten wij dan onder primitieve omstandigheden werken, bovendien vaak op stal bij slecht licht. Ik had dan ook een 200 watt lamp met ± 30 meter kabel bij me. Eén keer beleefde ik op een zondagmiddag dat een veehouder, in ’t Over den Dijk,  belde dat (in de nabuur praktijk) bij een pas geopereerde koe, een keizersnede was verricht en dat alle hechtingen losgelaten hadden.  Uit de ± 30 cm lange wond lagen de geopereerde baarmoeder en delen van de dunne darm in het stro! Dan heb je wel even een paar uur werk voordat alles weer ‘op stee zit’. De collega wel even gezegd dat de diverse te hechten delen veel dichter bij elkaar moeten!, dus niet zuinig op hechtmateriaal, je moet 3 keer hechten, n.l. baarmoeder, buikspieren en huid.

In de Stobben - Vlagtwedder praktijk – heb ik ook een keer bij een merrie een hele zware verlossing moeten uitvoeren. De collega kon het niet voor elkaar krijgen, liet mij oproepen en ging zelf weer verder met z’n praktijkwerk. Het bleek een stuitgeboorte met een terug geslagen achterbeen, dus buiten niks te zien. Het veulen was reeds ongeveer een dag dood. Achteraf had het dier al minstens één dag eerder verlost moeten worden. Al het vruchtwater was weg en de baarmoeder zat zeer strak om het veulen. Eerst maar flink veel vaseline aangebracht (ik had altijd een blik met 5 kg in de auto) en toen met de Thygesen apparaat (Thygesen was een Deense dierenarts) aan het  werk om het veulen in stukken te verkleinen zodat het door de geboorteweg verwijderd kon worden. Bij deze embyotomie (tomie = verkleinen) wordt een lange gevlochten staaldraad door een platte verchroomde buis gevoerd. Aan het einde van de buis vormt deze staaldraad een lus, die om het af te zagen lichaamsdeel wordt aangebracht. Buiten het dier kan men dan zagen en zodoende de vrucht verkleinen. Het geheel vroeg wel een paar uur zweten! Deze ebryotomie methode gebruikt men speciaal als de vrucht reeds dood is, anders natuurlijk keizersnede. In een winterperiode gebeurde dit ± 4 à 5 keer.

Een praktijkdag
De werkdag in de stalperiode is bezet met veel meer boodschappen dan in de zomerperiode, door de problematieken rond de kalverij en met name bij sneeuw en gladheid (de winters 1962/1963 en 1965 waren erg streng en zeer veel en langdurig sneeuw in 1963) maakte ook nog dat een autorit langer duurde. Februari 1963 lag er zoveel sneeuw dat ik één dag slechts vier visites heb gereden tussen 9.00 en 17.30 uur, uiteraard schop mee maar ook de gemeenten hadden onvoldoende materieel om de wegen vrij te houden. Toen ik die dag om 17.30 uur thuis kwam belde een veehouder uit Jipsingboertange en zei: “U kunt hier niet meer komen, ik heb u vanmiddag hier langs zien komen, maar dat kan nu niet meer. Ik vraag u om raad, mijn paard heeft koliek, wat kan ik doen?” Heb hem van alles gevraagd over het verstrekte voer (bevroren bieten?) en hem dienaangaande advies gegeven. ’s Avonds nog weer eens gebeld en zakte de pijn al af. Zo heb ik in dezelfde tijd een verlossing op de Höchte gedaan. De auto aan de Beumeesweg laten staan en met het paard voor de bovenbak van de wipkar, verloskoffer erin, lieten wij ons slepen aan de zijringen van de bak. Wel heel wat anders dan nu met pekel en sneeuwschuif bij de gemeenten. Ook de weg richting Vledderhuizen, geheel zand en modderig, een flink lang end tot aan Veenhuizen, kon na dagen met regen flink lastig zijn en je kon met de auto vast blijven zitten. Gelukkig had de VW een platte bodem, zodat geen uitstekende delen als een rem werkten. Zolang je reed, geen extra gas geven want dan draaide je eerder naar beneden en zat je vast. ’s Nachts moest de veehouder kijken of hij de rode achterlichten ook zag verdwijnen, anders met paard en knuppel komen om me los te trekken.
Het tweede jaar dat ik in Onstwedde was heb ik daarom om de achterwielen modder- en sneeuwbanden (met slijtvaste pinnen) laten zetten, dat scheelde enorm. Een dag heb ik ook eens de Jeep van dokter Enklaar mogen lenen. Mede gezien de uitgestrekte afstanden, de spoedboodschappen, soms meer dan 200 km op een dag, had de VW soms meer dan 1 tankje benzine nodig, ik was een goeie klant van Jan Huisman. Elke 2 jaar had ik ± 80.000 km op de teller en was ik weer klant van firma De Wit in Vlagwedde. De VW kever kosten toen ± 6.000 gulden, in 1962 of 1963 kwam er een groter model met een achterbak. Hendrik Huisman heeft me toen daarin een grote bak gemaakt met 2 grote schuifladen met bakjes waarin ik speciale medicijnen kon meenemen. Het geheel kon er vlot uitgehaald worden.

Ja zo’n maandag in de stalperiode zag er dan b.v. zo uit...... hoe? dat leest u in deel 3